Hulde aan Dionysis
Arvanitakis, beter bekend als de genereuze bakker van Kos. Hij overleed
zopas op 77-jarige leeftijd. Ik kreeg hem een paar jaar geleden in het oog toen
de mondiale vluchtelingencrisis op zijn hoogtepunt was. Vanuit Syrië en
Afghanistan kwamen vluchtelingen via de nabijgelegen Turkse kust het kleine,
Griekse toeristeneiland Kos binnen. Dionysis
Arvanitakis, een plaatselijke bakker en zelf als kind ooit uitgeweken naar
Australië, had intussen goed geboerd. Na zijn terugkeer van Down Under had hij
voorzichtig een eerste bakkerij geopend en op vandaag runde hij samen met zijn
familie wel zeven bakkerijen. De Griekse bakker kon het leed van de migranten
niet aanzien en besloot om zijn groot hart te laten zien. Hij stroopte de
mouwen op en bakte elke dag meer dan 100 kg brood, aangevuld met croissants en
zoetigheden, om te verdelen onder de vluchtelingen. Het verhaal van deze
Gutmensch raakte me en bracht herinneringen naar boven over het eiland Kos.
Samen met mijn vrouw – die toen nog mijn vrouw niet was – verbleef ik er eind
jaren 80 gedurende 3 weken. We hadden een eenvoudig hotel aan de rand van Kos-stad
geboekt. Het ontbijt bestond uit brood met sinaasappelconfituur. De eigenares
deed niks anders dan zuur kijken, herinner ik me. Maar we hadden de tijd van
ons leven. Een schril contrast met de migranten waar toen nog geen sprake van
was. Het Griekse eten – van tzatziki en
moussaka tot souvlaki en dolmades met zoete baklava (pleonasme!)
achterna - in de talrijke restaurants was
spotgoedkoop. Fruit kochten we ook al voor bijna niets van een ambulante kar. In
een familiaal cafeetje dronken we koude huiswijn of bestelden we de
plaatselijke specialiteit, yoghurt met honing, hartelijk aanbevolen door de
Grieks-orthodoxe priester die er stamgast was. Voorts herinner ik me dat je niet
blootvoets in de zee kon gaan omdat zee-egels niet van toeristen houden. Dat natuurlijke
sponsen (sponzen is ook correct) uit de zee als souvenir verkocht werden. En
dat we tot zover mogelijk het eiland doorfietsten. Kos staat bekend als een
fietseiland. Niettemin scheerden horden toeristen ons rakelings voorbij op
brommers of quads en in huurauto’s. Daar had ik flink de pest in. Maar zoals
mijn (reis)partner toen al zei – en nog 1000x zou herhalen in ons verder leven
– ‘maak je er niet druk om , het haalt allemaal niks uit’. En gelijk heeft ze.
Maar nog altijd kan ik het niet laten.
dinsdag 19 februari 2019
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten