
Al ben ik het geregeld grondig oneens met de schrijfsels van de redacteuren van de Standaard, ik zal mijn krant blijven lezen. Haar hoofdredacteur, Peter Vandermeersch, komt soms heel groen uit de hoek, soms veel minder. Alleszins was ik aangenaam verrast dat hij – in een lijstjesrubriek – in zijn krant liet optekenen dat het boek dat hem in 2008 aan het denken had gezet een groen boek was. Hot, flat and crowded. Why we need a green revolution is het politieke manifest van Thomas L. Friedman (foto links). In het Nederlands kreeg het de vertaalde titel ‘De toekomst is groen’ mee. Waar hebben we dat nog gehoord? Friedman is niet de eerste de beste. Hij is auteur van het eerder verschenen bekroonde werk ‘The World is flat’, niet echt verrassend vertaald als ‘De aarde is plat’. Peter Vandermeersch koos ‘De toekomst is groen’ omdat het boek hem ervan overtuigde dat – citaat – “ook deze krant meer aandacht moet besteden aan de belangrijkste uitdaging voor onze generatie”. Als de hoofdredacteur het zelf zegt… Ik moet bekennen dat ik de boeken van de bejubelde Amerikaanse auteur zelf nog niet heb gelezen, al staan ze hoog op mijn verlanglijst. Daar staan nog andere ‘groene’ boeken op. Tijdsgebrek haal ik meestal aan als reden om ze nog niet gelezen te hebben. Dat klopt slechts ten dele, omdat ik als overtuigde ecologist wel eens aarzel om het zoveelste klimaatboek ter hand te nemen. Desondanks las ik toch – met vertraging - ‘We consumeren ons kapot’ van Dirk Geldof (foto rechts). Een boek die elke consument, dus iedereen, zou moeten lezen. Vooral in deze periode dat we bedolven worden onder geschenken die we niet nodig hebben. Dat we een plaatsje zoeken op de feesttafel voor nóg een gerecht. Dat we met onze mond vol klagen over de financiële crisis. En met zijn allen zonder nuanceren pleiten voor meer koopkracht. Koopkracht voor wie?



Barack Obama heeft de Amerikaanse verkiezingen gewonnen en de wereld was even in trance. Op de Republicans na, en Bart De Wever. En nog enkelen, waaronder ik. Niet om dezelfde redenen als De Wever. Dat spreekt voor zich. Maar laat er geen misverstand over bestaan: ook ik hoop dat Obama na 8 jaar Bush Administration de broodnodige ‘Change’ zal brengen in zijn land en – bij uitbreiding – in de ganse wereld. Alleen vrees ik dat de grootste verandering al voorbij is. Dat was de verkiezing van een zwarte president op zich. Dat kan natuurlijk al tellen in een land dat door ons, Europeanen, als conservatief wordt bestempeld. En dat is het ook. Het valt echter te vrezen dat dat zelfs met Obama niet verandert. Naar Amerikaanse maatstaven mag de nieuw verkozen president dan wel progressief genoemd worden, voor ons is hij dat allerminst. Steve Stevaert drukte het zo uit: “In Amerika is Obama zeer links, in Europa zeer rechts”. Jos Geysels situeert de pas verkozen president in ons politiek spectrum bij de linkervleugel van de CD&V. En Sophie De Schaepdrijver, docente moderne Europese geschiedenis aan de Amerikaanse Penn State University, beschreef Obama als een voorzichtige, ouderwetse, bedachtzame christendemocraat. “Eindelijk heeft Amerika voor de CVP gekozen! Kijk, dát is nu eens historisch”, merkte ze schamper op. En dan te weten dat er wel degelijk een progressief alternatief was. Want hoor goed: de kandidate was een vrouw én zwart (Hillary Clinton en Barack Obama als het ware in één persoon), ze had ook Afrikaanse roots en koos daarenboven voor een zwarte running mate. Historisch in het kwadraat. Ik heb het over de groene kandidate Cynthia McKinney en haar running mate, de hiphop-ster Rosa Clemente. Helaas kreeg Cynthia als kandidate voor een ‘third party’ nauwelijks aandacht van de media. Op die keer na dat Noam Chomsky haar openlijk zijn steun toezegde. Ze slaagde er toch nog in om bijna 1% van de stemmen te halen. Jammer genoeg is dat nog mijlenver verwijderd van de 5% die je in Amerika moet halen om officieel als échte partij erkend te worden en begiftigd te worden met vele dollars aan subsidies. The Green Party of the USA heeft nog een hele weg af te leggen.
Waar was ik gebleven in mijn berichtgeving over onze groen!e strijd tegen de komst van een kwekerij van wurgslangen in ons dorp? De trouwe lezer van mijn blog (‘Alleen tuinslangen welkom’ - 6 mei 2008) herinnert zich misschien nog de even spectaculaire als ludieke protestactie van Groen!Open eind april dit jaar. We ontrolden toen vóór de camera van de regionale TV-zender RTV enkele tuinslangen met de bijpassende quote ‘dat enkel tuinslangen welkom zijn’. We steunden volop mee de buurtpetitie en ik schreef bovendien een geargumenteerde brief aan het schepencollege. De aanvrager was – uiteraard – in alle staten en reageerde in de stijl van zijn branche redelijk giftig. Hij vond - geheel voorspelbaar - dat we op de man speelden (“mijn kostwinning afpakken”), terwijl het voor ons natuurlijk om een principiële kwestie ging. Het schepencollege voelde onze hete adem in de nek en weigerde de milieuaanvraag. De aanvrager kondigde strijdlustig aan in beroep te gaan bij de Provincie en deed dat ook. Dat was allerminst een verrassing. Ik voorspelde het hier op mijn blog (‘Een sla(n) gewonnen’ – juni 2008). Sindsdien probeerde ik het dossier op de voet te volgen en informeerde geregeld naar de stand van zaken. Het heeft lange maanden geduurd, maar ondertussen heeft de Provincie het ‘slangendossier’ behandeld en tot onze grote vreugde eveneens geweigerd. “Een sla(n)g gewonnen”, zo titelde ik een persbericht dat ik vliegensvlug de wereld instuurde. Regionale TV-zender RTV bracht het nieuws en zond de beelden van onze actie nog eens uit. Het nieuwsitem duurde minder dan een minuut. Maar ik werd er de dagen nadien herhaaldelijk over aangesproken. Ik paste mijn perstekst aan tot het de vorm kreeg van een bewonersbrief en die werd gebust in de buurt waar de kwekerij dreigde te komen. De enthousiaste reacties lieten niet op zich wachten. Al blijft het uitkijken naar mogelijk een nieuwe aanvraag op een nieuwe locatie. Het mag dan geen wurgslang zijn, een adder schuilt er altijd onder het gras.










De Dag van de Klant had dit jaar wel een bijzonder wrange smaak in Herentals. Het traditionele geschenkje was geen praline of roos, maar een petitie voor het laten verdwijnen van, jawel, de verdwijnpaal op de Grote Markt. Die paal zorgt ervoor dat er, conform het mobiliteitsplan, geen doorgaand autoverkeer (behalve autobussen) meer mogelijk is over de Markt. Het ‘doorknippen’ van de Grote Markt leidt auto’s via zijstraten naar de aangeduide randparkings. De maatregel kadert in een plan om het centrum meer aan de mensen te geven en niet zozeer aan de auto’s. Dat is helaas buiten de middenstand gerekend. Althans, een beperkt aantal neringdoeners blijven hardnekkig de mening toegedaan dat hun kassa evenredig rinkelt met de toename van het aantal auto’s vlakbij hun zaak. Ze grepen, oh ironie, de Dag van de Klant aan om een petitie aan te kondigen om de verdwijnpaal definitief te laten verdwijnen. Al van dag 1 stromen de handtekeningen binnen, laten de 5 initiatiefnemers weten. Ik betwist het niet, al betwijfel ik dat de ondertekenaars juist en volledig geïnformeerd zijn. Ik herinner mij dat wij met de groene partij in de Zandstraat, de winkelstraat bij uitstek, ook een bevraging deden bij de zaterdagwinkeliers. Meer dan 90% vond het geen probleem om de wagen aan de rand van het centrum, op enkele minuten wandelen, te parkeren. Meer nog, zij vonden het gezelliger om te winkelen zonder auto’s in de buurt. Ik wil gerust de uitdaging aangaan om deze petitie nog eens over te doen. Mensen willen graag relaxed komen winkelen in een autovrije (of auto-arme) omgeving zodat ze met hun kinderen zorgeloos kunnen kuieren. En wanneer de middenstand dan initiatieven neemt om de winkelstraten te doen bruisen met animatie voor jong en oud dan komen de klanten vanzelf. Maar dan moeten de klagers van achter hun toonbank komen om mee van Herentals een gezellige winkelstad te maken. Pas dan is het echt Dag van de Klant.


Hartverwarmend. Zo was het (verrassings)feestje dat we met Groen!Open-Herentals zaterdag hebben gevierd ter ere van het politieke afscheid (uit de gemeenteraad) van ‘onze’ Kris Peeters. De andere Kris Peeters – zoals hij zichzelf op zijn weblog 











