zondag 26 juni 2011
Profiteurs
Het was afgelopen lente zomers warm in de Ardennen. De weerman wist dat de temperaturen er hoger lagen dan in Barcelona, Sevilla of de Turkse Riviera. De zon liet het landschap zinderen en knisperen. Koelte was voorhanden in de bossen waar gewaarschuwd werd voor brandgevaar. Al kuierend door het pittoreske dorpje werden mijn vrouw en ik aldoor vriendelijk begroet door de locals. Zelfs kinderen en adolescenten kruisten onze weg met een ‘bonjour’. Waarop onze zoon zich hardop afvroeg of zoveel beleefdheid in deze tijd wel gemeend kon zijn. Op het terras van een dorpscafĂ© leste ik mijn dorst met het plaatselijke kabouterbier (La Chouffe). Ik raakte aan de praat met enkele Ardennezen en alras was onze conversatie communautair getint. Eerst voorzichtig aftastend, maar toen ik me outte als een niet-fan van Bart De Wever, kwamen de tongen los. “De Wever”, met de klemtoon achteraan op een ‘ei’ om ‘u’ tegen te zeggen, “die is hier niet welkom”, luidde het. “Allez, toch niet als ik hier ben”, klonk het. “Wij zijn profiteurs, monsieur, maar weet u dat van zijn zuster?”. Ik knikte, maar liet de man zijn verhaal afmaken. “Zij woont hier wat verder in de Gaume en ze leeft van de CPAS”. “Hij beledigt zelfs zijn eigen zus, n’est-ce pas?” Met plezier gaf ik de man gelijk. Hij betaalde mij een tournĂ©e en voor het communautair evenwicht trakteerde ik terug. “Want we zijn toch allemaal Belgen, mon camarade”, zei mijn vriend en hij legde zijn bonkige arm om mijn schouder.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Ivo, houdt op zijn eentje de dialoog gaande en de verstandhouding goed! Die mens heeft gelijk natuurlijk.
Een reactie posten