Trouw aan onze principes, die verduivelde ecologische voetafdruk, hebben we onze hoofdvakantie ook dit jaar in eigen land doorgebracht. Trein of bus waren helaas geen optie wegens bagage voor 2 weken tot beddengoed toe. Dan maar het autootje knoertvol geladen met 4 personen, koffers, zakken en speelgoed voor een verblijf aan de Belgische – eat your heart out, Bart – kust. Gezien de lading aan boord moest mijn vrouw, die kleiner is dan ikzelf, plaatsnemen achter het stuur. Maar ook dan was mijn beenruimte zo beperkt dat ik nog voor het oprijden van de autosnelweg beenkramp kreeg en de nauwelijks aangevatte tocht al moest onderbroken worden. Enfin, de rest van de rit naar de zon verliep vlekkeloos doch claustrofobisch, adembenemend en enigszins op Mr. Bean-achtige wijze. We hoefden de kinderen niet één keer te vermanen stil te blijven zitten. Anderhalf uur later kwamen we op onze bestemming aan, opende ik het portier en liet mezelf en een flink deel van de bagage haast ‘automatisch’ uit de wagen rollen. Zo spoelden ook vrouw en kinderen in tegenwaartse richting de kust aan. Gelukkig kregen we in de loop van onze vakantie af en toe bezoek. In ruil voor onze gastvrijheid moesten onze gasten één of meerdere zakken vuil wasgoed retour nemen zodat we zelf op onze terugtocht, die toch steeds een tikje in mineur verloopt, ten minste op wat zitcomfort konden rekenen. ‘Mijn auto, mijn vrijheid’, het is meer dan ooit een achterhaalde slogan.
zondag 31 juli 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten