In mijn vak ontvang ik geregeld verkopers in het kader
van kleine en grote projecten. Als aankoper ben ik natuurlijk op mijn hoede
voor de gladheid waarmee mijn tegenspeler (later misschien medespeler) zijn
boodschap brengt. Je hebt ze natuurlijk in alle soorten en maten, maar de meest
gladde verkopers zijn goed voorbereid en hebben zo hun eigen taalgebruik. Zij
komen niet verkopen, maar meedenken om tot een oplossing te komen. Ze zijn maar
wat bereid om een op maat gemaakt voorstel uit te werken. En verwacht geen
prijsberekening (oei, het woord ‘prijs’ heeft een negatieve connotatie), maar ik
zal een investeringsvoorstel krijgen. Dat is niet te nemen of te laten. Daar
kunnen we over praten. Zo krijg ik bijna dagelijks te maken met het begrip
‘framing’. Niet alleen in de bedrijfswereld wordt aan framing gedaan. In de
reclamewereld is het schering en inslag. Om u en mij te beïnvloeden wordt een
biefstuk of gehakt aangeprezen met ‘bevat 75% puur vlees’ en niet met ‘bevat
25% vet’. Slecht voorbeeld voor wat mij betreft trouwens. Nemen we dan – we
blijven in een vetverhaal - de test met het zakje chips. Op de ene zak stond
‘voor 65% vetvrij’ en op de andere ‘35% vet’. Consumenten kochten liever de
chips die 65% vetvrij was. Ze hadden het idee dat deze chips gezonder was. Ook
in de politiek wordt er op los geframed. Denk maar aan de ‘Marrakesh-coalitie’
of de ‘vluchtelingenstroom’. Of erger nog: de ‘vluchtelingentsunami’. Alsof we
bijna letterlijk overspoeld werden met armoezaaiers. Heeft u het ook gevoeld?
Laatst was er nog de Tweet van Geert Noels die een foto van een met afval
bezaaide festivalweide de wereld instuurde. Als reactie op de duizenden
klimaatspijbelaars framede hij deze jongeren alsof zij allemaal toch wel heel
inconsequent met het milieu omgaan. Hoe cynisch kan een - voor wat mij betreft
tot dan - gerespecteerd macro-econoom
uit de hoek komen om protesterende scholieren in diskrediet te brengen. Hij
verkeerde bovendien in goed gezelschap. Rik Torfs wierp op dat ‘andere mensen
het dan ook voor andere thema’s mogen doen’. De vis verdrinken, heet dat. En
alsof het nog niet genoeg was bestond het de ex-rector van het KULeuven er nog
een scheut klimaatsceptisime aan toe te voegen. Hij trok dan wel de
klimaatverandering niet in twijfel, maar voegde er fijntjes aan toe dat er nog
altijd geen duidelijkheid is over het aandeel van de mens. Daarmee komt hij
akelig dicht in de buurt van de nog resterende quasi-klimaatnegationisten zoals
brulboei-aan-de-kust Jean-Marie Dedecker die het woord ‘klimaatverandering’
systematisch vervangt door ‘klimaatreligie’. Van framing gesproken.
maandag 21 januari 2019
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten