dinsdag 22 maart 2011

Contaminatie

Het was een ware verademing om in het café binnen te komen. Weg was het rookgordijn, weg was de stank, de irritatie aan mijn ogen. Ik bestelde een tripel en maakte de cafébaas een compliment met zijn rookvrije kroeg. Het was buiten de waard gerekend.

- “Ze pakken mijn broodroof af”, brieste hij.
Ik keek ongemakkelijk om me heen en zuchtte.
- “Nee, ze pakken uw broodroof niet af…”.
- “Jawel”, onderbrak hij me, “de cafébazen moeten eraan.”
Daarbij maakte hij een streep over de keel.
- “Ik geloof dat je nu net langer kunt leven”, probeerde ik.
- “Bijlange, niet.”
- “En daarbij”, herhaalde ik, “ze pakken uw broodroof niet af, maar het is broodroof.”
- “Awel, nu zeg je het zelf.”
- “Neen, want het is geen broodroof.”
- “Wat wil je nu eigenlijk zeggen?”
- “Broodroof afpakken is een contaminatie.”
- “Wel, meneer, ik contamineer niks, het zijn mijn klanten en de klant is koning.”
Zo voelde ik me niet. Ik gooide het dan maar over een andere boeg.
- “Misschien komen er nu wel meer – andere – klanten omdat ze in een gezonde omgeving kunnen genieten.”
- “Niks van”, klonkt het kort.
- “Kijk, zelf ben ik er het levende voorbeeld van. Mocht er in je zaak gerookt worden, dan was ik gewoon voorbijgelopen”, ging ik nog even door.
Hij werd gewenkt door een andere klant. Daar stak de cafébaas ongevraagd weer van wal. Ik keek geamuseerd toe. De verbouwereerde klant had kennelijk meer dorst dan zin in een debat. Want hij gaf de waard alleen maar gelijk.
- “Dat klopt als een bus”, hoorde ik hem beamen. Een echte contaminatie*, dacht ik.

*samentrekking van ‘Dat sluit als een bus’ en ‘Dat klopt als een zwerende vinger’.

1 opmerking:

Unknown zei

Prachtig.
Ik maakte er vroeger wel eens een sport van om ergens een café binnen te lopen, te informeren naar de rookvrije ruimte en dan ostentatief buiten te gaan wanneer die er niet was. Kwestie van de onzichtbare meerderheid eens zichtbaar te maken...