zondag 8 maart 2020

De storm van 1990

Weerkaart 25 januari 1990
Ik keek vanochtend door het verandaraam naar de windstille bomen die zich koesterden in een flauw nawinterzonnetje. Hoe anders was dat de afgelopen weken. Stormen Ciara, Dennis en Jorge – die was hij niet eerst in Spanje gedetecteerd Ellen had geheten – hielden lelijk huis in het land. Buitensportwedstrijden en carnavalstoeten werden afgelast. Parken werden uit voorzorg gesloten. En her en der vielen bomen op auto’s en huizen. Zelf moest ik ook een dakwerker raadplegen om kleine schade aan losgekomen dakgootbekleding te herstellen. Het was klein bier vergeleken met de stormen van exact 30 jaar geleden. Ik herinner ze me zo goed omdat ze niet alleen extremer waren maar dieper doordrongen in mijn leven. Mijn vrouw en ik hadden toen pas een huis gekocht en nadat we op 1 januari de sleutel van de vorige eigenaar overhandigd kregen gingen we met volle moed aan de slag om ons nieuw stekje een opfrisbeurt te geven. Avond na avond schilderden en veegden we en vormden we een lege, kille woning om tot een knusse woonplaats. Op 24 januari onderbraken we onze werkzaamheden om te klinken op de verjaardag van mijn echtgenote, die ik nog enkele maanden mijn vriendin mocht noemen. En toen gebeurde het. Op 25 januari trok een storm over het land waarbij ik dacht dat ons stulpje letterlijk zou gaan vliegen. In Bevekom werd een maximale windstoot van 168 km/u geregistreerd. In de Ardennen noteerde Saint-Hubert windsnelheden tot 152 km/u. Aan zee moest Oostende met een windstoot van 145 km/u maar net onderdoen. Vergelijk even met de net gepasseerde storm Ciara die een maximale windkracht van 127 km/u liet noteren in Sainte-Ode (provincie Luxemburg) en een rukwind van 120 km/u in Blankenberge. Zoals dit jaar in februari verschillende stormen – toevallig in het weekend – zich opvolgden, was dat 30 jaar geleden ook – en zelfs tot elf maal toe! – het geval. Maar terug naar die eerste storm van 25 januari 1990. In plaats van verder ons pas gekochte huis op te knappen, was het ’s anderendaags de schade opmeten. En of er schade was. Van de vele grove dennen in onze tuin lagen metershoge takken en kruinen opgestapeld langs alle kanten rondom het huis. Een ravage waar letterlijk geen doorkomen aan was. En erger nog bleek toen we zagen dat een tak, zo dik en lang dat het leek of het een boomstam betrof, zich door het dak van de woning had geboord. Het was om te huilen. En dat deden we ook. Weken heeft het geduurd om het dak te laten repareren, de afgeknapte takken door te zagen en te verwijderen, geknakte bomen met spijt in het hart om te zagen en een zee van dennennaalden op het dak, in de dakgoten en op de grond te lijf te gaan. Het kostte niet alleen tijd maar ook veel geld dat we voor huis-, tuin- en keukenraad hadden voorzien. De romantiek van een jong koppel dat een nestje klaarmaakt was ver weg. Toch zouden we op 20 april elkaar het ja-woord geven en onze huwelijksnacht doorbrengen in onze eigen woning. De storm was voorbij. En ook weer niet…