vrijdag 27 juni 2008

Spanje boven

Voor de duur van het Europees Kampioenschap Voetbal heb ik – noodgedwongen – de zwarte pand van onze nationale driekleur omgeplooid. Rood en geel van Wallonië, denk je welhaast in deze communautair geladen tijden. Niet dus. Nu onze landgenoten verstek hebben moeten laten gaan, kies ik resoluut voor Spanje. Voetballand van Barcelona en Real Madrid. Land van tapas en San Miguel. En van cava die de Franse champagne naar de kroon steekt. Alleen op het vlak van dierenrechten zijn het soms nog echte hufters. Mishandelde windhonden halen af en toe het wereldnieuws. En het stierenvechten is legendarisch. Alhoewel het met dat laatste de goede kant op gaat. Steeds meer arena’s worden gesloten. En dat is maar goed ook. Het schiet me te binnen dat ik daar wellicht een kleine bijdrage toe heb geleverd. Want jaren geleden werd ik in Andalusië als toerist herkend en aangesproken om de stierenvechterij van in de arena te komen bijwonen. Ik sprak toen nog geen Spaans, maar in minder dan een minuut had ik wel duidelijk gemaakt dat men bij mij met dat soort voorstellen aan het verkeerde adres was. Toen enkele straten verder een kleine camionette met luidspreker de toeristen ook al naar de arena probeerde te lokken, besloot ik op mijn diervriendelijke élan verder te gaan. Ik hield de chauffeur aan en poogde hem te overhalen zijn activiteiten stop te zetten. Hij keek oprecht verontwaardigd. Mijn vrouw poogde mij daarna ook te overhalen om mijn activiteiten stop te zetten. Maar dit tussen haakjes. Maar Spanje blijft dus mijn favoriete vakantiebestemming (en de koffers staan weer klaar). En mijn favoriete voetballand tijdens het EK. Zondag neem ik het in de finale op tegen Filip De Winter. De verdediger van het blanke ras zag woensdag zijn droom al in vervulling gaan omdat ‘zijn’ Duitsland de Turken uit het toernooi kegelde. Zo kwam er meteen een eind aan de toeterende auto’s en de zeeën van Turkse vlaggen die Europa overspoelden bij vorige Turkse overwinningen. En daar had het VB-kopstuk zich danig aan geërgerd. Ja, hij was er zelfs door geschokt. Op een congres van zijn Duitse rechts-radicale maatjes haalde hij dan maar zelf zijn gekende grove borstel van stal. “We gooien de Turken niet alleen uit het EK, maar ook uit Europa”, keelde hij de menigte toe. “Want wat komt Turkije eigenlijk doen op het Europees Kampioenschap?”, vroeg hij zich nog luidop af. Benieuwd overigens wat De Winter ervan vindt dat Israël altijd aan de Europese kwalifikatiewedstrijden deelneemt. En nog meer voor wie De Winter straks gaat supporteren wanneer België het in de voorronde van het WK tegen Turkije moet opnemen. Misschien voor de scheidsrechter, als die niet in het zwart is…

woensdag 25 juni 2008

De stad en het platteland

Was me dat even schrikken, gisterenochtend, aan mijn brievenbus. ‘Mieke Vogels onder vuur bij Groen!’ schreeuwde de kop van de Standaard me toe. Het zal toch niet waar zijn, dacht ik. Waar zou ze uit de bocht zijn gegaan? Op de toekomstige Wapperbrug? Betrapt bij het strijken van een leeuwenvlag? Weer eens reclame gemaakt voor een automerk? Op kartelkoffie geweest bij Geysen en Gennez? Niks ervan. Te weinig aandacht voor het platteland. Althans, dat weten we omdat een interne nota van Flor Orij uitlekte in De Standaard. Flor zal zich een hoedje hebben geschrokken, want hij liet al meteen weten dat hij het allemaal niet zo (hard) had bedoeld. Mocht hij geweten hebben dat de nota zou uitlekken, hij zou het niet zo scherp gesteld hebben. En hij heeft al helemaal niets tegen Mieke Vogels. Wanneer Groen!Limburg zich even later distancieerde van Orij was het duidelijk dat het om een storm in een glas water ging. En zo kon Mieke Vogels in haar reactie verbaasd stellen dat de mening van één partijlid, bovendien bestemd voor intern gebruik, wel heel zwaar werd uitgesmeerd in de media. Maar het kwaad is ondertussen geschied. En het kwam mij heel ontnuchterend over. Want nog maar net was ik in een verkiezingsoverwinningsroes zonder voorgaande. De hardnekkigheid waarmee Groen! zich tegen de Lange Wapperbrug in – sorry Flor – stad Antwerpen verzet lijkt zich cash te gaan betalen in 2012. Want liet Humo niet uitvissen dat niet alleen 60% van de Antwerpenaren tegen ‘het monsterproject van de eeuw’ gekant is, maar dat tevens 1 op 5 Antwerpenaren zich dat over 4 jaar in het stemhokje nog zou herinneren? Maar liefst 20% Antwerpenaren zullen dan stemmen voor een partij – lees Groen! – die tegen de Wapper is. En dan volgt vandaag de anticlimax vanuit Limburg. En toch heeft Flor inhoudelijk gelijk. Ook onder het bewind van Mieke Vogels gaat er maar weinig aandacht naar het platteland. Zelfs hier rondom Herentals liggen enkele gemeenten waar geen groene partij nog actief is of erger nog geen groene partij aanwezig is. En al jaren – ook vóór Vogels voorzitter was – wordt er geen strategie aangereikt om de plaatselijke groepen op te starten of nieuw leven in te blazen. De frustratie en verzuchtingen vanuit het verre Limburg (en ook West-Vlaanderen) zijn ook de mijne. Misschien komt daar nu wel verandering in. En zo zou de onbedoelde media-aandacht toch nog haar nut hebben. In dat geval, bedankt, Flor.

maandag 23 juni 2008

De transformatie

Het was jaren geleden, maar nu ben ik nog eens op het AC geweest. In Herentals staat AC voor Administratief Centrum wat in andere gemeenten meestal het gemeente- of stadhuis heet. Toen ik nog gemeenteraadslid was bracht ik hier vele, lange avonden door. Telkens wanneer ik met mijn tas de trappen opging kreeg ik een soort adrenalinestoot en veranderde ik in politicus om beslist mijn agenda af te werken. Nu, vele jaren later, fietste ik als doorsnee burger, zelfs in korte broek, met vrouw en kinderen terug naar het politieke kloppend hart van Herentals. Ik moest wel, want ik was al enkele maanden geleden gesommeerd voor een elektronisch paspoort. Zo relaxed had ik me al die jaren nooit gevoeld op weg naar het AC. Ik liet me uitbollen in het zicht van de adminstratieve en politieke tempel. En plots gebeurde het weer… de transformatie van burger naar politicus. Geholpen door het overigens ongelukkige toeval dat de eerste persoon die mijn pad kruiste een liberaal gemeenteraadslid was die nog niet zo lang geleden naar de LDD was overgelopen. De man had het onlangs bestaan om een voorstel af te kraken dat de snelheid op de Olenseweg van 70 km per uur naar 50 km per uur moest terugbrengen. Ik vermeldde zijn legendarische woorden al eerder op mijn blog. “Ik vraag me af waar dit naar toe gaat, als aan deze snelheid de snelheid blijft dalen, dan rijden we binnenkort achteruit (sic)”. Nu hij hier voor mij stond, sprak ik hem prompt aan op deze – weliswaar originele - uitspraak die getuigde van alles behalve zin voor verkeersveiligheid. “Wil jij dan niet dat mijn kinderen veilig met de fiets kunnen rijden”, vroeg ik hem recht in het aangezicht, met gevoel voor pathos, wijzend naar mijn eigen kinderen die met hun fiets in de hand stonden te wachten tot papa gedaan had met praten met de vreemde meneer. De man van de Lijst Dedecker was van zijn melk. Eerst wist hij zelfs niet meer dat de Olenseweg bestond. Daarna vond hij het er toch niet zo gevaarlijk. En vervolgens moest ik zijn uitspraken toch in de juiste context plaatsen. Enfin, hij stelde voor dat we het er later maar eens uitgebreider over zouden moeten hebben. Toen ging hij er als een haas vandoor. Ik excuseerde me bij mijn vrouw en kinderen voor het oponthoud en stelde mijn zoon voor het bloed te stelpen van de valpartij die hij een paar minuten eerder had gemaakt.

vrijdag 20 juni 2008

En de bioboer ploegt voort

Enkele weken geleden liet ik de sympathieke voetballer Bob Peeters opdraven in mijn stukje onder de titel ‘de arrogantie van de vedetten’. Ik berichtte over zijn verwaand gedrag, maar bij deze wil ik uitdrukkelijk de spons vegen over zijn kleine misstap. De speler van mijn geliefde voetbalclub SK Lierse heeft het namelijk ‘goedgemaakt’. Hij heeft zijn gezicht (lijf en onderstel) ook dit jaar geleend aan de net gepasseerde Week van de Biolandbouw. Ik zag hem affichesgewijs hangen in Heist-op-den-Berg waar ik met mijn gezin deelnam aan een barbecue om de kas van VELT op vegetarische wijze te euh… spekken. Het was er gezellig druk, een bandje speelde live muziek en de zon priemde zich – met vertraging – door de grijze hemel over het terras. Eromheen stonden – zoals elke zondag overigens – een aantal kraampjes die samen naam en faam hebben opgebouwd als ‘de biomarkt op de Heistse rommelmarkt’. Met koeken van de biobakker fietsten we nadien gelukzalig naar huis. Even prettig was de sfeer bij de opendeurdag van de plaatselijke biowinkel. Ja, zelfs in Noorderwijk kan men terecht voor gezonde producten. Ook hier stonden de deuren open in het teken van de Week van de Biolandbouw. Het was (h)eerlijk proeven van hapjes en sapjes. De klanten stonden gezellig door elkaar en vooral pratend met elkaar. Het tegendeel van de stille, wachtende rij in een supermarkt. En allen vonden ze het zo (eco-)logisch om in de dorpswinkel bio-inkopen te doen. Terwijl we helaas nog altijd uitzonderingen zijn. Natuurlijk heb ik begrip voor het argument dat bio nog steeds (te) duur is. Schaf de belastingen op bioproducten af, zoals Groen! – naast andere maatregelen - voorstelt, en je doet concreet wat voor de bioboer, het milieu en de bewuste consument. Maar neen, liever houdt de Vlaamse minister-president het bij vage en wollige beloften. En de bioboer… die ploegt voort.

vrijdag 13 juni 2008

Met de fiets naar het werk

Wie het groene gedachtegoed volgt, weet dat het niet alleen vooruitziend maar ook visionair is. Hoe vaak dichtte men ons geen slag van de molen toe, toen wij jaren geleden al pleitten voor windmolens. Vandaag zoekt (bijna) iedereen (terecht) mee naar geschikte plaatsen voor windmolens. Een jaar geleden kreeg ik bijvoorbeeld de wind van voren toen ik in gezelschap een pleidooi hield om gras te zaaien op platte daken. Hoongelach was mijn deel. Taferelen met koeien op het dak en grasmaaiers die langs gevels omhooggehesen werden kwamen spottenderwijs voor de geest. Vandaag zijn grasdaken in de stad een feit. Zo voorspelden wij in de jaren 90 van op de oppositiebanken van de gemeenteraad dat wij ‘binnen enkele jaren in de file zouden staan van Noorderwijk naar Herentals’. Ons statement werd – alweer – weggelachen door de toenmalige schepen van Mobiliteit die repliceerde ‘dat hij daar niks mee in zou zitten, want dan is de kans op een ongeval toch klein’. Vandaag, pakweg 10 jaar later, staat er zelfs dagelijks een file tussen deelgemeente en moederstad. Toegegeven, door ingrijpende wegwerkzaamheden is de toestand nu hopelozer dan recent al het geval was. Ook ik ben door die tijd heen deel gaan uitmaken van die morgen- en avondfile. Ik had natuurlijk mijn excuses om de tocht naar het werk met de auto te maken. Zo zette ik de kinderen af op school en was de tijd te kort om nog tijdig al fietsend op de fabriek te geraken. Bovendien was er de afstand, zo’n 9 kilometer, die buiten mijn principiële 5 km-fietszone lag. En ten slotte – het klinkt banaal maar toch! – wist ik uit een vroegere fietsbevlieging dat het toch maar tegenvalt om je achter je computer te nestelen met een bezweet lijf. Welnu, vorige week heb ik het nog eens geprobeerd. Van maandag tot vrijdag heb ik op mijn stalen ros het woon-werkverkeer afgelegd. En ziehier enkele vaststellingen:
-Ik doe over het traject met de fiets slechts luttele minuten langer dan per auto.
-Ik steek bij regenweer zowaar meer auto’s voorbij dan omgekeerd.
-Ik voel me een ‘buitenbeentje’ naast een stroom van auto’s (zeker toen het tweemaal pijpenstelen regende).
-Ik heb in een week langs het traject meer gezien dan in de jaren ervoor (over mensen en hun huizen).
-Ik ervaar hoe zwak de eenzame fietser in het autoverkeer is en letterlijk aan de kant geduwd wordt.
-Ik stel vast hoe weinig rekening gehouden wordt met het comfort voor fietsers (geen fietspad, moordstroken, glas en waterplassen op fietspad, geen goedlopend fietspad, geen voorrang aan verkeerslichten).
Conclusie: ik ben deze week nog altijd met de fiets naar het werk geweest!

donderdag 5 juni 2008

Een sla(n)g gewonnen

Ik schreef een maand geleden over de ludieke actie van Groen!Open Noorderwijk tegen de mogelijke komst van een kwekerij voor wurgslangen in een woonzone in het dorp. Het openbaar onderzoek voor deze milieuaanvraag was al eind april afgelopen. Een petitie in de buurt had trouwens meer dan 300 handtekeningen opgeleverd. Sedertdien hield ik de vinger aan de pols en belde de Milieudienst van de gemeente geregeld met de vraag wanneer het dossier op het schepencollege zou behandeld worden. Dat was begin deze week het geval. Daarom stuurde ik zondagmorgen nog een brief naar het schepencollege – met uiteraard een copie naar de pers – met het uitdrukkelijk verzoek om de milieuaanvraag te weigeren. In de brief legde ik de link naar het Leuvense dossier van Philips Morris waarbij het schepencollege een weigering uitsprak omdat het niet akkoord kon gaan dat de gezondheidseffecten van de rook van de nieuwe sigaretten op dieren zou getest worden. Ik geef toe, de vergelijking van het slangendossier met dat van Leuven loopt een klein beetje mank, maar in beide gevallen gaat het om een ethische kwestie. Ik vroeg het Herentalse schepencollege dan ook om dezelfde politieke moed aan de dag te leggen als hun collega’s uit Leuven, waar de meerderheid trouwens uit dezelfde partijen (SP.a en CD&V) is samengesteld. Ook dat laatste liet ik, wellicht ten overvloede, maar even weten. Enkele uren later, vorige zondag, geraakte ik op het schoolfeest van de kinderen, niet geheel toevallig, aan de praat met een Noorderwijks CD&V-gemeenteraadslid. Toen ik mijn kans schoon zag vroeg ik hem of hij bezwaren had tegen een slangenkwekerij in het dorp. “Moet ik daar bezwaren tegen hebben?”, was zijn wedervraag en tevens duidelijk antwoord. “Van mij moet je niets”, bleef ik hoffelijk, “maar je zou bijvoorbeeld ook ethische bezwaren kunnen hebben tegen het kweken van exotische dieren”. Een langgerekte “pffffffff” liet me duidelijk weten dat hij dat wel heel ver gezocht vond. Het gaf me niet veel hoop op een negatieve schepencollegebeslissing. En toch kwam die er 2 dagen later. Niet op basis van ethische bezwaren, maar “omdat het kweken van 800 slangen niet thuishoort in een woonzone”. We claimen alvast deze overwinning, al moeten we het vel van de slang nog niet verkopen vooraleer ze gekweekt is… want de aanvrager zal ongetwijfeld in beroep gaan.