donderdag 23 december 2010

Pizza Amai

Vanavond blijven we thuis. Dan zal het precies 1 jaar geleden zijn dat we ongenode gasten over de vloer kregen. Geld, juwelen en kerstcadeautjes verdwenen en onbehaaglijkheid kwam in de plaats. Dat vervelende gevoel bereikt weer haar hoogtepunt in deze donkere dagen. Een kortvakantie tussen Kerst en Nieuwjaar doen we niet meer. Zelfs een avondlijke uitstap wordt zorgvuldig overwogen. En een pizza wordt straks afgehaald en niet meer in het restaurant gegeten. Hadden we dat vorig jaar ook maar gedaan, zeggen we nog wel eens. En hoe cynisch dat mijn vrouw bij het verlaten van de pizzeria zich nog even in de vitrine van de aanpalende bijouterie stond te vergapen terwijl haar eigen juwelenkistje thuis werd leeggeroofd. Ja, de pizza heeft al eens een bittere nasmaak. Dat was in de zomer ook al het geval. Het begon nochtans leuk toen we aan zee een pizza bestelden. Veggies als we zijn bestelde onze zoon een Margaritha met ananas terwijl dochterlief het bij een Hawai zonder ham hield. De ober keek bedenkelijk maar noteerde dan ijverig wat hij hoorde, aangevuld met 2x Vegetariana voor mijn vrouw en mezelf. ‘Yes’, maakten de kinderen het overwinningsgebaar. Het gaat weer lukken. En inderdaad, met een uitgestreken gezicht vroeg de ober even later voor wie de Margaritha met ananas was en voor wie de Hawai zonder ham. Dat het om identieke schotels ging kwam bij de man niet op. Gelukkig wachtten de kinderen tot de ober uit beeld was om het uit te proesten. Zijn collega, een jonge kerel, serveerde de drank en zei met een duidelijk Frans accent ‘dat de oewitte oewijn niet koud is oewant oewe hebben vandaag veel verkocht’. Ik antwoordde ‘dat we misschien dan niet kunnen betalen want we hebben vandaag al veel gekocht’. Ofwel ontging de grap hem, ofwel was zijn kennis van het Nederlands ontoereikend. Zelf lagen we in een deuk van het lachen. Maar het lachen zou ons alsnog vergaan. Alras brak aan de ene andere nog bezette tafel een gevecht in regel uit. Het leek ons van op afstand dat de jonge dienster één van de gasten werd lastiggevallen. Het meisje kreeg versterking van al het personeel, inclusief de kok en de deegroller. Zo werden wij ongewild in de rol van enige toeschouwers geduwd. Het ging er hevig aan toe waarbij slaande argumenten niet gespaard werden. Zo hevig dat onze dochter begon te wenen van de schrik en ik verzocht om haar en de rest van het gezin te evacueren. Helaas moesten we onze rekening nog betalen, maar ook de dame aan de kassa was bezig bij de afrekening aan de andere tafel. Ik stelde aan mijn vrouw voor om de zaak zonder betaling te verlaten, maar dat wou ze niet. Voor ik er erg in had waren we zelf bezig aan een discussie over al dan niet te vertrekken zonder betaling. Uiteindelijk losten we onze schuld af en kregen we een ‘smartenkorting’ voor de pizza van dochterlief.

vrijdag 17 december 2010

De WK-finale

Mijn zoon en ik waren mentaal klaar om de finale van het WK voetbal 2018 bij te wonen. Ik zou op 3 december, dag na de bekendmaking van ons land als uitverkoren natie, verwoed beginnen zoeken naar 2 tickets. Het mocht kosten wat het wil, zo dicht bij in eigen land, of wellicht daar bij de Noorderburen, het is once in a lifetime. We weten ondertussen wel beter. De FIFA heeft een show opgezet en de Belgium-Holland bid was even irrelevant als die van de andere kandidaat-organiserende landen. Window dressing, kostprijs meer dan 10 miljoen euro. De zaligmakende criteria betroffen de geografische expansie van het voetbal en – meer nog – de financiële return (voor FIFA) gekoppeld aan de kruiperijen (ook voor FIFA). Waar anders kom je dan terecht dan bij Rusland en Qatar. Landen die het hemelbedje spreiden voor Sepp Blatter (foto) en draaien wat hij zal vragen. Landen waar respectievelijk de gasroebels en oliedollars ruim voorhanden zijn. Megastadions en bijhorende infrastructuur zullen zonder (hoorbare) kritiek gebouwd worden, zelfs al is het maar voor even. Vergelijk het met ons tochtgat aan de Noordzee. Met wind kunnen we Blatter niet vangen. En dan nog: stel dat de FIFA haar verlanglijstje bovenhaalt: nieuwe stadions, nieuwe wegen, uitbreiding luchthavens en nog meer beton. Actiecomités en groene kritiek zouden het voetbalimperium trachten te dwarsbomen en waarschuwen voor de financiële kater die ons land als trofee zou overhouden. Gelijk hebben ze. Misschien reizen we in 2018 maar eens naar Moskou, want voetbal blijft de belangrijkste bijzaak in het leven.

donderdag 9 december 2010

Straffe madammen

De Boekenbeurs had heel wat fraais te bieden. Ik was er op Madammendag. Bestempel mij niet als sexist, hoewel ik speciaal voor enkele straffe madammen was gekomen. Met alle respect voor de schrijvende vrouwen van kinderboeken, kookboeken, liefdesromans of andere verhalen, voor hen was ik niet gekomen. En uiteraard ook niet voor de kwebbelende dames van Radio 2 die zich ook madammen noemen. Neen, mijn eigen straffe madam en ikzelf (en de kinderen) repten zich tegen half twaalf naar de oranje zaal met vooraan een fauteuil en 2 micro’s. De ene microfoon was bestemd voor een interviewer, de andere voor een schrijver (m/v). Eén plaats zou onbezet blijven. De schrijfster, Tina Ismailova, voorzitster van de Tsjetsjeense gemeenschap in Vlaanderen, overleed op 1 augustus 2008 na een slepende ziekte. Zij stond bekend voor haar strijd voor de mensenrechten en haar vurige pleidooien voor het lot van vluchtelingen uit Tsjetsjenië. Ze werkte ondermeer als rapporteur over mensenrechten voor het Europees Parlement, was journaliste en vluchtte zelf uit Tsjetsjenië naar ons land in 2001. Annemarie Gielen, ook een straffe madam, zat alleen op het podium, klaar om het politieke en culturele leven in Tsjetsjenië te vertellen verweven met het getormenteerde leven van haar vriendin Tina. Annemarie is zelf medewerkster van de vredesbeweging Pax Christi en houdt al jaren de vinger aan de pols in Oost-Europa. Met een krop in de keel en opwellende tranen las ze ook voor uit het boek “Dit was wat ik wilde zeggen”. Het boek bundelt een selectie uit het nagelaten werk van Tina (gepubliceerd onder haar schrijversnaam Taissa Magomajeva). In de drukte van de Boekenbeurs werden we even stil. Mijn gedachten dreven af naar andere straffe madammen die gestreden hebben voor de vrijemeningsuiting en de mensenrechten in de voormalige Sovjet Unie… en het met hun leven hebben bekocht. Natalia Estimirova, Anastasia Baboerova, Anna Politkovskaja… Gelukkig treden andere straffe madammen in hun voetsporen, al zal de leemte nooit opgevuld worden.

vrijdag 3 december 2010

STOP de knieval

Als eenzame fietser heb ik eergisteren een knieval gemaakt voor Koning Winter. Op het spekgladde fietspad ging het al snel mis. Met oppervlakkige kneuzingen en – vooral – een hoop ergernis vanwege een totaal gebrek aan empathie voor winterfietsers vanwege het gemeentebestuur (in casu Olen), vervolgde ik mijn weg met verder gevaar voor lijf en leden op de rijweg. Ik mocht dan wel gedreven zijn door de opstoot van adrenaline die het lichaam zelfs bij een ongeval van de kleinste soort produceert, een voorbeeld voor pakweg de fietsende schooljeugd was ik evenwel niet. Maar het was kiezen tussen de pest en de cholera. En daarbij: de autoweg lag er onwinters veilig bij terwijl het fietspad eerder tot schaatsen uitnodigde. Ik hoopte vurig dat ik de Olense burgemeester, zoals af en toe het geval is, wat verderop zou tegenkomen. Hij fietst ook wel eens naar zijn werk wat mijn achting verdient. Alleen zou hij vandaag de auto kiezen. Zo kon ik hem niet herinneren aan het eerbiedwaardige STOP-principe waarbij gemeenten in volgorde van belangrijkheid voorrang geven aan Stappers, Trappers, Openbaar Vervoer en ten slotte Privévervoer. Helaas worden de mooie woorden in de winter (en niet alleen dan) ondergesneeuwd. Gelukkig kan ik bij de gemeente Olen – via de officiële website – terecht voor een nuttige tip. ‘Maak je niet druk in al die sneeuwellende. Trek op een vrij moment of in het weekend je laarzen aan en maak een wandeling langs de Weeën, langs Meren of door het Olens Broek. Je zal merken dat de winter ook mooie kanten heeft’. Dank je wel, ik blijf ijzig kalm. En nu ik het weekend verder ongeschonden heb gehaald, vind je me de komende dagen in de Olense natuur.

dinsdag 30 november 2010

Regen, wind en elfelfelf

Hulde aan de 11.11.11-medewerkers van Noorderwijk die ook dit jaar weer op die helse zaterdagvoormiddag de regen en wind trotseerden voor het goede doel. Nee, ik sla mezelf niet op de borst, ik was niet één van hen. Hoewel, meer dan ooit was ik aanwezig. Meer zelfs, ik had dit jaar de organisatie in handen en tijdens de huis-aan-huisrondgang bleef ik noodgedwongen binnen in het Dorpshuis dat als in- en uitvalsbasis fungeerde. Maar hoe graag had ik toch door het hondenweer gestapt als wandelende barometer van de zuurtegraad in de samenleving. Daarvoor moest ik mij nu verlaten op de vrijwilligers die tegen de middag, euh, druppelsgewijs, binnenvielen. Allen, zonder uitzondering, hadden het goede humeur weten te behouden. Bij koffie en koeken – met speciale korting van de lokale bakker – luisterde ik naar de lotgevallen van onze verkopers-voor-één-dag. Van de traditionele deursmoezen kijken we al lang niet meer op: dat de vrouw met het geld naar de winkel is, dat we al gegeven hebben, dat ik geen kleingeld op zak heb (ja, maar we kunnen teruggeven, nee laat maar) en dat ik maar een klein pensioen heb. Leuker zijn de originele uitvluchten: “mama en papa zitten in bad”, “ik ben de buurman”. Maar natuurlijk zijn de warme begroetingen het leukst. Via onze helpers heb ik ze toch een beetje gevoeld. Zo hebben de naar schatting 20.000 vrijwilligers die op de been waren voor 11.11.11 het wellicht toch een beetje warm gehad in de stromende regen. Voor velen moet het speciaal geweest zijn om geld in te zamelen in een ‘rampgebied’ voor een ander ‘rampgebied’. En volgend jaar belooft weer speciaal te worden: een inzameling voor 11.11.11 op 11.11.11.

vrijdag 26 november 2010

Van een andere planeet

Hoewel al lang ontdaan van het juk van de katholieke zonde,waren mijn echtgenote en ik onlangs nog eens zondaars voor één dag. Het was Halloween, maar vooral Sinner’s Day, het alternatieve muziekfestival waar nostalgici zichzelf terug naar de eighties katapulteren. De teletijdmachine van dienst stond, net zoals vorig jaar, in de Ethiasarena te Hasselt. Met zowat tienduizend overjaarse jongeren flitsten we naar het gitzwarte tijdperk der new wave. Buitenbeentjes van het commerciële muziekcircuit van weleer. Maatschappijkritisch, schoppend tegen het establishment, de middenvinger geheven. Al was het voor velen slechts een pose, hier ademde nog duidelijk de sfeer van tegendraadsheid. Ik gaf me dan ook graag over aan de luide klanken van de bands wiens vinylplaten ik thuis koester. Red Lorry Yellow Lorry, Heaven 17, The Young Gods, Echo and the Bunnymen, om er maar enkelen te noemen. Het was een hoogdag, de enige dag in het jaar dat mijn vrouw en ik er zonder kinderen op uit trekken. Bijna hadden we een schuldgevoel omdat tussen de stroom zwartjassen op weg naar de concertzaal ook gezinnen met kindjes liepen. De bezoekers van het aanliggende Plopsaland Indoor bekeken ons alsof we van een andere planeet waren. En dankzij de muziek en de nostalgie voelden we ons zo ook voor één dag.

vrijdag 19 november 2010

De kop in het zand(zakje) steken

We mogen de uitdrukking ‘de kop in het zand steken’ nu wel opbergen. ‘De kop in het water steken’ zou passender zijn. Of om niet te bruskeren kan ‘de kop in het zandzakje steken’ ook. Met dank aan minister Joke Schauvliege. Van haar fatalistische optreden in de droge VRT-nieuwsstudio zullen we onthouden dat ‘we met overstromingen zullen moeten leren leven’. Het moet zijn dat er toch iemand in Schauvlieges oor gefluisterd heeft dat van een minister mag verwacht worden dat ze regeert in plaats van berust, want de excellentie probeert, nu het kalf – excusez le mot – verdronken is, haar eigen schade te beperken door te zeggen dat ze het niet gezegd heeft. Ja, deden we dat als kind allemaal niet? Even erg als wat de minister publiekelijk wel gezegd heeft, is wat ze overigens niet over de tong kreeg. Ze kon nog net beamen dat er in het verleden al wel eens gebouwd werd op plaatsen waar dat niet hoorde. Maar verder ging ze niet. Terwijl onderhand iedereen weet dat de ware oorzaak van deze waterellende in de betonnering van het Vlaamse land ligt. Overstromingsgebieden die tegen een hoog tempo werden verkaveld, opritten en parkings geasfalteerd, industriezones en wegeninfrastructuur aangelegd. Een permissief ruimtelijk ordeningsbeleid, quoi, beleefd uitgedrukt. Maar dat het uitgerekend de partij van Joke was die hiervoor jaren aan een stuk verantwoordelijk was, hoorden we haar niet piepen. En dat de groene jongens en meisjes al vele jaren hebben gestreden voor natuurlijke overstromingsgebieden evenmin. Maar vandaag kunnen plaatselijke besturen niet meer zo kwistig omspringen met bouwvergunningen in watergevoelige gebieden, wist de minister. En ze haalde er de watertoets bij. Die ondertussen verplicht is, zei ze ferm. Of toch niet, maar wel adviserend, verbeterde ze zichzelf. Het resultaat weten we nu al: het regende een flinke plas en alles bleef zoals het was.

zaterdag 23 oktober 2010

Een nostalgische stadswandeling

Nostalgie dreef me af van mijn wandelend winkelpad in Antwerpen. De metropool baadde in een heerlijk herfstzonnetje en toonde zich van haar vriendelijkste kant. Alle mensen van alle culturen zagen er uitgelaten en gelukkig uit. Met vrouw en kinderen slenterden we door de diamantwijk en vergaapten we ons aan een kapitaal aan juwelen. Het Stadspark was nog altijd een groene, driehoekige oase te midden van de razende autodrukte. Hier wandelde ik een kwarteeuw geleden voor het laatst, gepakt en gezakt voor telkens een midweek kotleven. Het Stadspark had toen een reputatie van zaken die het daglicht niet mochten zien en vooral ritselend struikgewas. Nu lag het park er vredig bij. Te oordelen aan de politiecombi’s en patrouilles was het er nu zelfs heel veilig. Al gauw bleek dat de opgetrommelde politiemacht alles te maken had met de brand die het dancing café Capital enkele uren voor de tweede keer in enkele maanden tijd in de as had gelegd. De aanwezige zonnekloppers en andere zaterdagmiddaggenieters lieten het niet aan hun hart komen. De taferelen waren Antwerpen op zijn best: Pakistani speelden cricket, donkere Afrikanen het van oorsprong Zweedse spel Kubb Viking, Japanners fotografeerden. In het decor van het magistrale monument voor de gesneuvelde wereldoorlogsoldaten voetbalden jongeren van allochtone origine onder het goedkeurend oog van senioren op een bankje. Ter hoogte van de Lange Leemstraat ging mijn hart iets sneller slaan. Studentensentiment. De omgeving was herkenbaar gebleven, hoewel minder bruisend. Amper winkels, wel enkele Poolse voedingszaken, of cafés en vooral Joodse medeburgers in het straatbeeld. We dreven af richting Berchem en zochten verpozing op een zonnig terras in de schaduw van de autenthieke brouwerij De Koninck. Onder het genot van een ‘Antwaarps’ bolleke Koninck luisterde ik naar de eerste indrukken van de kinderen na onze multiculturele wandeling. Ook dat was smullen. Eat your heart out, Filip De Winter!

woensdag 29 september 2010

Politiek is geweld(ig)

Voor u mij ervan verdenkt medelijden te hebben met Jan Peumans omdat hij door een Waal werd afgerost, wil ik hierover duidelijk zijn. Als politicus moet de voorzitter van het Vlaams Parlement zijn belager juist dankbaar zijn. Je kan je als Flamingant immers geen beter scenario dromen om je in een slachtofferrol te wentelen. Een paar meppen is een zacht prijsje voor het martelaarschap. Zelf is het me helaas niet overkomen. Het politieke martelaarschap, bedoel ik. Nochtans heb ik zes jaar aan een stuk in de Herentalse gemeenteraad zij aan zij gezeten met een Vlaams Blokker die ik overigens zes jaar lang geweigerd heb de hand te schudden. Met de snedigst mogelijke tussenkomsten en met grote regelmaat heb ik gepoogd zijn verfoeilijk ideeëngoed te ontmaskeren. Witheet werd hij soms en af en toe blafte hij me af. Stiekem hoopte ik wel eens dat hij – in de traditie van de losse handjes die zijn partij kenmerkt – mij letterlijk te lijf zou gaan, in de rug gedekt door de schrijvende pers, maar dat is nooit gebeurd. Mijn partijgenoot kreeg ooit een glazen asbak naar het hoofd gegooid, maar helaas voor hem gebeurde dat in een gesloten zitting en was er dus pers noch publiek aanwezig. Helemaal gespaard van politiek geweld ben ik echter niet. Op één van de schaarse keren dat ik met mijn vrouw naar het plaatselijke kermisbal ging, was mijn avond om zeep nog voor hij goed en wel begonnen was. We waren met vrienden in het aanpalend café eerst nog iets aan het drinken, toen een onverlaat plots op me afstormde. De man stond (staat) bekend om zijn stevig drankgebruik, zijn rauwe levenswandel en zijn rechtse sympathieën. En hij vond het kennelijk nodig om mij dat te moeten bewijzen. Zonder aanleiding begon hij met een bieradem in mijn gezicht te briesen dat het een aard had. “En wie dat die groenen wel dachten dat ze waren?” Hij pakte me bij mijn nieuwe hemd onder mijn kin zodat ik niet kon antwoorden, gesteld dat hij dat verwachtte. Omstaanders probeerden hem te kalmeren en trokken hem van me weg toen hij aanstalten maakten om zich als vechtersbaas te onderscheiden. “Ik vind je straks nog wel”, liet hij als onheilsboodschap voor me achter. Ik schudde mezelf dooreen en vond het voorval vooral erg voor mijn vrouw en mijn vrienden. Want het bal was al gedaan voor het begonnen was. Een gelijkaardig scenario vond plaats in onze politieke stamkroeg te Herentals. Daar werd ik eens lastiggevallen door – aan zijn kostuum te oordelen – een man van stand. Hij had een dégoût van Mieke Vogels en stond erop – via welke tipgever heb ik nooit geweten - om mij daar uitgebreid mee te onderhouden. Ik vroeg de man herhaaldelijk doch tevergeefs om het gesprek met argumenten te voeren. Dat Mieke Vogels volgens hem een … (vul al wat lelijk is zelf maar in) was, leek me geen basis voor een stichtende discussie. Argumenten bleven achterwege en dus besloot ik onze ontmoeting te beëindigen. Maar dat vond de man geen goed idee. Toen ik aandrong, drukte hij me tegen de toog en begon hij te schelden. Met de nodige moeite en de hulp van enkele vrienden kon ik me ten slotte loswrikken. Mijn belager was een vreemde vogel en zijn grote auto stond verkeerd geparkeerd in de voetgangerszone vlak vóór het café. Ik dronk mijn glas leeg en fietste naar het politiekantoor met de mededeling dat er een wagen verkeerd geparkeerd stond en met de vraag om onmiddellijk op te treden. Nog een andere keer werd ik ook al om politieke motieven lastiggevallen…

maandag 20 september 2010

Een koele ontvangst













Jan Peumans, notoir boegbeeld van de N-VA, tevens voorzitter van het Vlaams Parlement, neemt ook af en toe wat ontspanning. Wat doet zo’n man in zijn schaarse vrije tijd? Sinds kort weten we het. Hij gaat met zijn echtgenote een ijsje likken. Niet in de ‘lekdreef’ te Averbode waar een grote bol ijs slechts 60 cent kost volgens de nieuwsberichtgeving op de nationale zender. Neen, Peumans en zijn eega steken de taalgrens over om een ijssalon te bezoeken. Het was in Visé, zeg maar Wezet voor de Vlaamse vrienden, dat het echtpaar zich te goed deed aan een dame blanche (‘voor mij een witte dame aub’) of een andere coupe. Maar waarom gaat een flamingant hiervoor uitgerekend naar de vijandige regio? De deelstaat die hij en zijn partij bestempelt als bevolkt door profiteurs en luierikken. Het gebied dat potverteert op het zweet van de hardwerkende Vlaming. Het landsdeel dat de N-VA zo graag jent door er met vrachtwagens namaakgeld naartoe te rijden. Het gebied waardoor Vlaanderen zich niet mag laten verst(r)ikken. Uitgerekend daar gaat de separatist Peumans de Walen provoceren. Althans, zo moet één Waal gedacht hebben, want de man trakteerde de Vlaming met het hoge kaboutergehalte bij het verlaten van het ijssalon Pam Pam op een nog koelere ontvangst dan hij binnen had gekregen. Hij moest zowaar enkele rake klappen (ook pam pam) incasseren met de begeleidende motivatie dat hij in Wallonië niets te zoeken had. De zelfverklaarde Walenliefhebber – hoe ingewikkeld kan een mens zijn – krabbelde overeind en werd gered door een stel politieagenten die het voorval volgens het slachtoffer ‘blauw-blauw’ wilden laten. Om te bekomen van het incident ging Peumans bij wijze van statement ’s anderendaags wandelen… in de Ardennen. Een moedig mannetje, de Peu.

donderdag 26 augustus 2010

Vakantieboeken
















Het overvloedige regenweer van augustus heeft de stralende zomer van juli helemaal weggespoeld. We hebben het ons dan ook niet beklaagd dat we net toen aan de Belgische kust vertoefd hebben. Mijn ecologische voetafdruk heeft bovendien niet op mijn geweten gedrukt. Van op het achtste op de zeedijk lag Nieuwpoort letterlijk aan onze voeten. Het uitgestrekte strand leende zich weer eens tot ideale zandbak voor de kinderen zodat de ouders dit jaar ruimschoots de tijd hadden om hun leesachterstand in te halen. Zo las ik zelf weer maar eens de boeken die in de eerste plaats door anderen zouden moeten gelezen worden. Ik startte met ‘De eed’ waarin de befaamde chirurg Chassan Baiev bladzijde na bladzijde slachtoffers opereert gedurende de twee Tsjetsjeense oorlogen. Niet bepaald vrolijke vakantieliteratuur, maar gezien onze vriendschapsbanden met Tsjetsjenen in Herentals (zie vorige stukje) en velen daarbuiten uiterst nuttig als achtergrondinfo. Vrolijker werd ik bij het lezen van ‘De file voorbij’ van mijn vriend en mobiliteitsexpert Kris Peeters. Hoewel ook niet altijd even makkelijk te verhapstukken, verkneukelde ik me aan de spitsvondigheden en originele denkpistes inzake onze mobiliteit. Een absolute aanrader, nee, een must voor iedere weggebruiker. Ik kom er zeker nog op terug. Smullen deed ik ten slotte ook van het boek ‘Dieren eten’. De auteur, Jonathan Safran Foer, legt omstandig uit waarom we beter geen vlees eten. Als overtuigd vegetariër dacht ik almaar aan tal van vrienden en kennissen die ik dit en mijn andere vakantieboeken zou willen aanraden. Bij deze dus.

dinsdag 3 augustus 2010

Oproep materiële hulp

Beste,

Een tweetal jaren geleden kreeg een asielzoekend gezin uit Tsjetsjenië in Noorderwijk onderdak van het OCMW. Als politieke vluchtelingen hadden ze familie en vrienden moeten achterlaten en het oorlogsgeweld ontvlucht. Na heel wat omzwervingen kregen ze een voorlopige thuis in onze gemeente. Via de school leerden we het gezin met ondertussen 5 jonge kinderen kennen. Omdat het zo’n fijne mensen zijn die gewoon op zoek zijn naar een toekomst voor hen en hun kinderen besloten mijn vrouw en ik om ons over hen te ontfermen. Sinds die tijd probeerden ze verschillende malen om geregulariseerd te worden. Terugkeren was immers geen optie. En ja, enkele weken geleden kregen ze het verlossende nieuws: de regularisatie is nu een feit. Het betekent het einde van een mentaal zware periode. Voor euforie is er echter geen plaats. Het gezin moet nu haar OCMW-woning in Noorderwijk verlaten. Omdat we al maanden hierop anticipeerden hebben we eindelijk – al was het aartsmoeilijk – een huurwoning gevonden in de Wuytsbergen 87 te Herentals. Eerstdaags zullen ze het huis betrekken, maar deze mensen hebben bijna letterlijk ‘geen meubelen of huisgerief’. Bovendien valt de OCMW-steun weg. We hebben een lijst gemaakt van alle huisbenodigdheden waar ze behoefte aan hebben en het zijn er heel wat. Vandaar deze oproep aan ieder van jullie: mocht je één of meerdere zaken hebben van de lijst die je gratis wil afstaan aan dit sympathieke, jonge gezin, laat het ons weten. Ze zijn zo verschrikkelijk dankbaar voor alle hulp die ze van ‘de Belgen’ krijgen. Al wat je kan missen is voor hen zo welkom. Van harte bedankt in naam van het gezin Avturkhanov-Zakarieva. Wie geïnteresseerd is in hun levensverhaal, mag gerust contact opnemen met ons. En ga gerust bij hen eens langs, mocht je dat willen. De thee zal klaarstaan.

Met vriendelijke groeten,

Ivo Briers – Mireille Mertens
Driesbos 9
2200 Noorderwijk
tel. 014/262818
ivo.briers@skynet.be

Hier volgt de lijst*:
3 éénpersoonsbedden + matras
Lakens (éénpersoons -en tweepersoonsbedden)
7 slaapkussens
4 dekbedden (éénpersoons)
Schoenkast
Wasmachine
6 keukenstoelen
Woonkamertafel
Woonkamerkast
6 woonkamerstoelen
TV
TV-kast
Kapstokken
Lusters
Diepvries
Gereedschapskist
Tapijt
Afsluitdraad
Droogrek
Strijkijzer
Strijkplank
Wasmand
Trapladder
Microgolfoven
Nachtlampjes
Computer
Keukengerei
Bestek
Kookpotten en pannen
Fritketel
Stofzuiger
Herenfiets
Kinderfiets (7 jaar)
Kinderfiets (14 jaar)
Opbergkast max bxh 100x210 cm
Opbergkast max bxh 140x210 cm
Opbergkast max bxh 130x140 cm
Opbergkast max bxh 200x140 cm
Overgordijn bxh 240x160 cm
Overgordijn bxh 90x250 cm
Overgordijn bxh 80x235 cm
Overgordijn bxh 100x240 cm
Overgordijn bxh 370x210 cm

*misschien heb je nog iets anders dat je kan missen, weet dat het heel veel waarde kan hebben voor het Tsjetsjeense gezin

maandag 28 juni 2010

13 juni: groen pessimisme (of realisme)

De groene overwinning op 13 juni leek er mij in de eerste plaats één van de perceptie. In het beste geval kan je met een winst van 0,5% spreken van een pyrrhusoverwinning, maar het lijkt evenzeer op ter plaatse blijven trappelen. Op geen enkel moment in de verkiezingscampagne was het milieu noch het klimaat een thema. Niet dat je dat de partij kan aanrekenen. Toch is het pijnlijk vast te stellen dat Groen! er nooit in slaagde om haar core business in de campagne te sluizen. Die uitzonderlijke keer dat het er wel eens over ging, vergaloppeerde voorzitter Van Besien, overmand door de zenuwen, zich volledig. De constructieve (positieve!) houding van Groen! in het communautaire verhaal zat daarentegen wel goed. Maar terug naar de feiten en cijfers: met een half percentje winst mag een ambitieuze groene partij niet tevreden zijn. Integendeel, alleen de tweede Antwerpse zetel (nipt behaald) is een bonus. In zowel West- als Oost-Vlaanderen konden we alleen maar onze zetel redden. De gewonnen zetel in Leuven ging ten koste van Brussel-Halle-Vilvoorde. En hoe luid we de prestatie van Eva Brems bejubelden, hoe jammer we het vinden dat Tinne Vanderstraeten door de apparentering niet meer verkozen werd. Groen! verliest één van haar beste parlementsleden. Pijnlijk voor de partij én voor Tinne die als energiespecialiste een reputatie had opgebouwd. Pijnlijk past ook bij het groene verkiezingsresultaat in Limburg. Ondanks een lichte vooruitgang en een goede score in Hasselt slagen we er maar niet in een Limburgse zetel in de wacht te slepen. Nog meer ergernis: de tweede senaatszetel waar zo op gehoopt werd komt er niet. Jammer voor Geert Lambert wiens overgang naar Groen! niet beloond werd. Waar is trouwens de SLP-bonus? En ten slotte vlak bij huis: Groen! scoort niet goed in de Kempen. Ook hier blijven we ter plaatse trappelen. Er is nog veel werk aan de winkel. Toch bedankt aan iedereen voor de felicitaties en complimenten…

woensdag 23 juni 2010

13 juni 2010: groen optimisme

De eerste week na de Grote Bart De Wever Show bezorgde me een vreemd gevoel. Dat kwam omdat ik veelvuldig welgemeende complimenten en gelukwensen in ontvangst moest/mocht nemen. Gelukwensen van buren, kennissen en vrienden die het politieke wereldje niet van nabij volgen. Zij vonden allen – zonder uitzondering – dat de Groenen het toch goed gedaan hadden. Of minstens goed hadden standgehouden. Tegen de dam van Ward De Bever (met dank aan mijn kinderen). Nu kan ik sowieso al moeilijk omgaan met complimentjes en felicitaties, maar dit keer had ik er wel reden toe. Dat kwam omdat ik twijfelde of al die goedbedoelde bejegeningen wel verdiend waren. Het is waar: terwijl de N-VA alle andere Vlaamse partijen in mootjes hakte, deed ze dat met Groen! niet. Integendeel, de Groenen haalden meer stemmen dan bij de vorige federale verkiezingen en verloren geen enkele kiezer aan De Wever. Het grotere stemmenaantal, goed voor een winst van 0,5%, leverde de partij zelfs een extra zetel op. Die gaat oververdiend naar Eva Brems (foto) in Leuven. De voormalige voorzitter van Amnesty Vlaanderen haalde in haar Leuvense kieskring op een zucht na 10% van de stemmen (meer dan het Vlaams Belang!). In het kanton Leuven klokte Groen! zelfs af op 14,5%. Het witte konijn Eva Brems mag terugblikken op een knalprestatie. En verdiend mag zij weldra plaatsnemen naast de uittredende en herkozen groene parlementsleden Wouter De Vriendt (West-Vlaanderen), Stefaan Van Hecke (Oost-Vlaanderen) en Meyrem Almaci (Antwerpen) om de nieuwe federale fractie te vormen. Zij worden vervoegd door de jongste nieuwe parlementariër ooit, Kristof Calvo. Nauwelijks 23 jaar oud, sleepte hij voor Groen! een tweede Antwerpse zetel in de wacht. Ten slotte werd onze uittredende senator Freya Piryns (her)verkozen. En als klap op de vuurpijl zorgden deze verkiezingen ervoor dat het Vlaams Belang gedecimeerd werd en de Lijst Dedecker van de politieke kaart geveegd. Het groene resultaat smaakt er alleen maar beter door. En toch was er iets aan de hand met de felicitaties en complimenten…

dinsdag 8 juni 2010

Een nare man

Pieter De Crem (CD&V) is een nare man. Tot die conclusie kwam schrijver-columnist Tom Naegels in de weekendeditie van De Standaard. Naegels baseerde zich voor deze uitspraak op het debat in Terzake waar De Crem de degens kruiste met Vlaanderen best geklede politica, Freya Piryns. Omdat ik benieuw was naar het verbale weerwerk van de groene coryfee was een duel met Crembo een uitgelezen kans. Het werd een debat om vingers en duimen af te likken. De gekrulde De Crem stond naar gewoonte op scherp en schoot als Minister van Defensie op alles wat bewoog en dreigde te bewegen. Landsverdediging was niet eens het onderwerp, maar over Asiel en Migratie sprak hij alsof hij de natie tegen allerhande vreemde indringers moest beschermen. Daarbij had hij het uitsluitend over het sluitstuk van het asielbeleid (i.c. zijn sluitstuk van het asielbeleid), namelijk de uitwijzing. Filip De Winter had het niet beter kunnen zeggen. Voor wie als redelijk en sociaalvoelend mens hiervan nog geen kippenvel kreeg, deed de toon van De Crem dat zeker wel. Hij wou zoveel tegelijk uitkramen, dat hij zich verslikte in zijn woorden, die maar weer herhaalde en afbrak, halve en hele zinnen debiteerde, stotterde, en zich door niets of niemand liet af(c)remmen. De moegetergde moderator Kathleen Cools had geen vat op De Crem-op-speed. En Freya Piryns dan? De groene politica bleef rustig en waardig, wetende dat haar opponent met zijn legertank een brokkenparcours aan het afleggen was. Wanneer Freya de verschillende stappen van het Asielbeleid trachtte uit te leggen, kon de minister zich weer amper inhouden. Freya legde uit dat in haar groene voorstel een binnenkomende asielzoeker een begeleider krijgt toegewezen om te voorkomen dat een vreemdeling in de anonimiteit kan verzeild geraken. “Hola”, orakelde de vertegenwoordiger van ’s lands christelijke partij, “we gaan er toch geen kampvuurgebeuren van maken”, refererend naar de zachte aanpak van de Groenen. In haar repliek verwees Piryns naar o.a. Australië, een niet zo asielvriendelijk land, waar asielzoekers onmiddellijk begeleiding krijgen. Maar ze voegde er fijntjes en beleefd aan toe: “Meneer De Crem, maar dat staat ook in uw eigen partijprogramma, dat u blijkbaar niet kent”. Die zat. De nare man had zijn hand overspeeld. En Freya Piryns, die als mede-Lierse-voetbalsupporter al op zoveel sympathie van mijnentwege kon rekenen, werd voor even mijn politiek idool.

vrijdag 28 mei 2010

Supermien

Met de val van de regering is deze verkiezingscampagne noodgedwongen kort. Of ze krachtig zal zijn, moet nog blijken. Maar dat lijkt er vandaag nog niet echt op. Het is maar lauwe kost die we geserveerd krijgen. Peper en zout ontbreken. Vlaanderen lijkt aan verkiezingsmoeheid te lijden. Een ziekte die kennelijk niet alleen de kiezers maar ook de partijen aantast. Het imago van de politiek is zo laag gezakt dat partijen amper nog beloftes durven/kunnen uitspreken. Op de gedoodverfde winnaar, Bart De Wever, na die zo maar even 500.000 jobs belooft. Nu durven veranderen, luidt het bij zijn NV.A. De slogans blinken uit door hun gebrek aan creativiteit. Nooit opgeven. We moeten weer vooruit. Uw centen, daar gaat het om. Om er maar enkele te noemen. Of maak 13 positief. Met als onderslogan Positieve Energie. Eerlijk waar, de slogan van Groen! is ook niet begeesterend. Al ben ik de eerste om het belang van een slogan te relativeren. Was het niet met – naar mijn mening – de fantastische groene slogan ‘De Groenen maken het verschil’ dat Agalev in 2003 uit het Parlement geknikkerd werd. Van een verschil gesproken. Overigens – met stip op één – torent de slogan-van-lang-geleden ‘De anderen beloven de hemel, de groenen bewaren de aarde’ boven alle andere slogans uit. Een evergreen. Blijvend actueel. Al ben ik dezer dagen ook wel gecharmeerd door de persoonlijke slogan van een kandidate uit mijn dorp. ‘Op karakter’ staat te lezen onder haar foto. Mien Van Olmen staat op de CD&V-lijst klaar om handenvol stemmen binnen te halen voor de Kamer. De volbloed Kempische boerendochter is vandaag al schepen van de stad Herentals en provincieraadslid. Daarenboven heeft ze ontelbare nevenmandaten en is ze moeder van liefst 4 jonge kinderen. Ik herinner me dat Supermien voor de gemeenteraadsverkiezingen op campagne ging met een aanhangwagen vol met foto’s van haar piepjonge kindjes. “Als ik mocht stemmen, koos ik voor mama” schreeuwden grote letters de kiezer toe. Aan de bloedjes was het niet te merken. Ze zijn ondertussen al enkele jaartjes ouder. En hun mama gaat er weer voor. Op karakter. Want op talent, geen mens die haar kent zou het geloven.

woensdag 26 mei 2010

De logica van Bracke

Siegfried Bracke stapt in de politiek en dat zullen we geweten hebben. Zelf ken ik Siegfried niet persoonlijk, op die ene keer na. We zijn toen hardhandig met mekaar in contact gekomen. Vooraleer u zich een vechtscène inbeeldt: het was een toevallig contact. Op de trappen van een auditorium waar ooit een groen congres plaatsvond. Daar stormde een gedrongen mannetje mij voorbij, dat plots stopte omdat het een papiertje, ongetwijfeld met breaking news, liet vallen. Zo botste ik op Siegfried Bracke die me bedacht met een verontschuldigende glimlach. Minzamer was mijn contact met Brackes collega-VRT-journaliste Annemie Nijs op een ander partijcongres. We bestelden samen apart een koffie hoewel het nog geen break was. Daarom waren we haast alleen en maakte ze een – zo leek het toch – oprecht compliment over de sfeer en de mensen (wellicht een overlapping) op een groen congres. We raakten wat aan de praat (ze praatte mooi en zacht) en gingen toen ieder onze eigen weg. Ze had een bundel papieren onder de arm. Later op de dag merkte ik haar op toen ze een interview afnam. Ik verdacht haar heimelijk van groene sympathieën wat haar nog sympathieker maakte. Enkele jaren later verliet ze de journalistiek en trok ze naar het blauwe fabriekje. Eerst als woordvoerder van toenmalig minister Fientje Moerman, later als kabinetschef voor Marleen Vanderpoorten, die voorzitter van het Vlaams Parlement was. Annemie Nijs ontgoochelde me zeer. Zo zie je maar met journalisten. Zoals ook Siegfried Bracke. Hij mag dan naar eigen zeggen geen Vlaamse Leeuwenvlaggenzwaaier zijn, zou hij zich werkelijk verkneukelen aan de verdamping van België? Zou hij na 30 jaar politieke journalistiek pas een week voor de toetreding tot de N.VA zijn politieke ideologie gevonden hebben? Zou hij werkelijk toevallig pas geleden bij de N.VA terechtgekomen zijn nadat hij zich eerder had gevleid in confortabele schoot van Steve Stevaert toen de socialisten hot waren? En wat zou zo’n kritische (ex-) journalist ervan vinden dat zijn partij een Geert Bourgeois als lijsttrekker voor West-Vlaanderen naar voren schuift terwijl die aankondigt gezellig minister in het Vlaams Parlement te blijven? Of wat zou Siegfried denken van het ongezouten, ja soms ruwe, taalgebruik van zijn kopman Bart? Of van de acties die De Wever op het getouw zet? Zou Bracke mee achter het vrachtwagenstuur kruipen om met volle ladingen namaakgeld over de taalgrens te parkeren? Kwestie van de geldtransfers van Vlaanderen naar Wallonië aanschouwelijk te maken. En ten slotte: hoe zou Bracke de spagaat van zijn partij verklaren? Want je kan dan wel staan roepen dat Vlaanderen het been moet stijfhouden (kassa, kassa bij de verkiezingen) iedereen weet onderhand dat een oplossing voor het BHV-probleem alleen mogelijk is door compromissen te sluiten. Zou zelfs een Siegfried Bracke dat niet begrijpen? Of zou de oud-journalist dan toch zijn eigen logica hebben. Niet voor niets is hij tegelijk tegen het separatisme en vóór de onafhankelijkheid van Vlaanderen. Volgt u nog?

woensdag 12 mei 2010

De stem van Stijn

Joepie, er komen weer verkiezingen aan. Alle Meurissen en andere malcontenten ten spijt, politieke verkiezingen zijn de hoogmis van de democratie. Onze aarde kent vele landen waarvan de inwoners een gat in de lucht zouden springen wanneer ze aan de democratie zouden mogen deelnemen. Miljoenen mensen gaan vandaag nog altijd gebukt onder een dictatoriaal regime en mogen - in het beste geval - alleen deelnemen aan schijnverkiezingen. Hola, hoor ik hier en daar, en steeds meer, wij leven toch ook maar in een schijndemocratie. En dan komen ongenuanceerde uitspraken naar boven: voor wie we ook kiezen, het zijn toch allemaal dezelfden. Of: het zijn allemaal ruziemakers. Of zakkenvullers. Tja. Voor een buitenstaander lijkt het er inderdaad op. Zelfs voor Stijn Meuris. Hij is het politieke spel beu. En ik kan hem begrijpen. Stijn en ik zijn van dezelfde generatie. Rebels opgegroeid met de new wave. Allebei een donker kantje. Trappen tegen de schenen van het establishment. Hij is beter in muziek dan ik. En in astronomie. Maar ik ben beter in politiek (denk ik). Want Stijn wil (voorlopig?) niet meer gaan stemmen. Meer nog: hij is het symbool van de burgerlijke ongehoorzaamheid. Blijf thuis in plaats van te gaan stemmen. Nogmaals: ik begrijp hem. Maar, beste Stijn, wat bereik je hiermee? Je doet me denken aan de rechtse radicalen in dit land: hard roepen dat er een oplossing voor dit land moet komen, vervolgens onhaalbare eisen stellen voor een oplossing, daarna vooral niet mee onderhandelen (of weglopen) om ten slotte te roepen dat dit land niet werkt of gedoemd is te verdwijnen (wat hun doel is!). Sorry voor de vergelijking, progressieve Stijn, maar meedoen is de boodschap. Je doet sowieso mee, want niet stemmen is ook stemmen (voor een uitslag die je vast niet wil). Je stem doet er toe. Ze is evenveel waard als elke andere stem. En ze kan mee bepalend zijn. De volgende regering zal moeten beslissen of de twee oudste kerncentrales van ons land dan toch al dan niet gesloten zullen worden. Ik wed, Stijn, dat jij daar niet ongevoelig voor bent. Want de Groenen zouden daar wel eens het verschil kunnen maken. Aan de onderhandelingstafel. Zou je daarom toch niet beter gaan stemmen?

woensdag 28 april 2010

Crisis op het terras

’t Mag dan zogezegd wel crisis zijn, ’t was er afgelopen weekend op de terrasjes niet aan te merken. Of het moest de politieke crisis zijn. Badend in een heerlijke lentezon en met een biertje, wijn of fris, ging het schabouwelijke schouwspel van onze politici (voor het gemak veralgemeen ik maar even) vlot over de tongriem. Het valt me trouwens op hoe velen een absolute mening hebben, die nauwelijks of niet geargumenteerd en zonder schroom uitspreken en wanneer je met argumenten hierover in discussie wil gaan je te horen krijgt dat het ze allemaal niet interesseert. Nou, moe. Zo is Alexander De Croo een moedig en rechtlijnig man omdat hij ‘er de stekker durft uittrekken’. Hoe zeer ook ik vind dat de BHV-sage onderhand ook wel lang genoeg geduurd heeft, weglopen van een onderhandelingstafel is alleen een garantie voor géén oplossing. Zoals ook het stellen van een deadline. Dat de jonge De Croo met zijn ‘moedige’ daad alleen maar het belang van zichzelf – en wellicht van zijn partij – voor ogen had in plaats van ’s lands belang hoorde ik opvallend weinig. Stel je overigens voor – alleen bij wijze van oefening – dat een Franstalige politicus – neem nu Joëlle Milquet – ‘non’ had gezegd en zou zijn weggelopen. Zouden er dan ook Vlamingen geweest zijn die haar voor haar moedige daad een compliment zouden sturen? Nog opmerkelijk: een keur aan CD&V-prominenten die zichzelf op de borst slaan en in koor blijven volhouden dat zij de enigen zijn die ‘verantwoordelijkheid opnemen’. Terwijl onderhand iedereen weet dat net de CD&V, bij monde van mister 800.000 stemmen Yves Leterme, BHV in vijf minuten ging splitsen. Onverwijld kan soms lang duren. Het enige wat sindsdien gesplitst is, is het kartel met de N-VA. Die partij wordt ondertussen slapend rijk. Voorman Bart De Wever is nog altijd hot en wordt door de media amper een strobreed in de weg gelegd. Hij vermocht het zelfs om van aan de zijlijn Didier Reynders als bemiddelaar in het BHV-dossier met Marc Dutroux te vergelijken die over de goede zeden zou waken. Kwestie van het communautaire vuur op te poken zeer verdienstelijk. We weten op wie de vallei der schande waarover De Wever het ook nog had het meest van toepassing is. Toch zal De Wever de nakende verkiezingen winnen. Eerder dan bijvoorbeeld de Groenen die vanuit de oppositie (constructief meewerken bestaat dus toch nog!) mee onderhandelden en niet wegvluchtten. Maar ja, dat is het verhaal van het paard en de haver…

zondag 11 april 2010

Mijn vriend Bob


Bob is 83 geworden. Hij overleed nog geen 2 weken geleden en ik mis hem al. Bob Beeldens was een echte vriend. Sinds ik 20 jaar geleden naar Noorderwijk verhuisde en ik bij de Herentalse Groenen aansloot hebben we samen een lange groene weg afgelegd. We hadden – mede door het leeftijdsverschil – wel eens andere inzichten, hij vaak emotioneel (recht uit het hart) en ik bijna altijd rationeel (‘politiek’). Terwijl ik strategische plannen koesterde, was Bob de man van het veld. Ook letterlijk, want jarenlang tuinierde hij op zijn ‘konijnenweide’. Zijn biologische oogst schonk hij aan wie hij er een plezier mee kon doen. Naast het veld vertoefde Bob veel in het bos. Als natuurgids en begenadigd verteller uit het hart kon hij als geen ander boeien. Het viel hem de laatste jaren dan ook zwaar dat hij niet meer zo mobiel was. Zijn benen wilden niet meer mee. Het hield hem uit de natuur. En net daar wou hij zo graag zijn. Zo kreeg hij nog meer tijd om zijn actieve geest kritisch te laten schijnen over de grote, boze wereld. Over het gebrek aan respect voor de aarde. Over zijn groene partij waar hij zo fier over was. Van op zijn ziekbed in het hospitaal klonk hij nog vrolijk toen hij me aan de telefoon toevertrouwde dat er een verpleegster was die het groene gedachtegoed ook genegen was. Weer thuis bleef hij alert tot het laatste moment. Maar dat imposante voorkomen brokkelde langzaam af. Hij stond er nog op om naar de Nieuwjaarsreceptie van Groen! te komen. Met veel moeite stapte hij vanuit de wagen naar het café. Het hoofd letterlijk naar de grond gebogen. Het lijf wou niet meer mee. De lange winter was er te veel aan. In een eiken kist hebben we hem begraven. In juni zou hij 60 jaar getrouwd zijn met zijn Ida. Een feest in de Herentalse natuur – waar anders? – zat eraan te komen. Mijn vriend is weg. Misschien zijn er wel te veel mensen op deze aarde, maar zoals Bob zijn er zeker te weinig.

donderdag 25 maart 2010

Congo, mijn overvulde droom

Toen een oom mij vroeger als kind eens vroeg “En wat zoude gij graag hebben?” antwoordde ik “Een nonkel pater of een tante nonneke in Congo”. Hij werd bleker dan hij al was. Het is me nooit gegund, maar ik was wel stikjaloers op iedereen die een familielid in de Afrikaanse brousse had. Hoe graag zou ik geluisterd hebben naar de exotische verhalen over de negertjes die in strohutjes woonden? Mijn passie voor Zwart-Afrika moet ontsproten zijn in mijn prille collegetijd. De jaarlijkse missieacties gingen gepaard met tal van initiatieven om geld in te zamelen voor ‘de missies’. Om de leerlingen te enthousiasmeren toonde een pater-leraar dia’s (ja, we zitten hier in de midseventies) die een beeld van het arme Afrika moesten oproepen. Eerlijk gezegd, bij mij riep het een exotische sfeer op waar ik graag naar toe wilde gecatapulteerd worden. En wel meteen. Sindsdien heeft het donkere continent me niet meer losgelaten. Ik bestudeerde er alle facetten van. Leerde alle stammen, hun leefgebied en gewoonten kennen. Haalde veel ebbenhouten houtsnijwerk in huis. Keek zowat naar alle documentaires over Afrika en bouwde een collectie boeken op. De ultieme droom is voet aan de grond te zetten in het hart van Afrika. Congo, daar wil ik ooit naar toe. Ik kan het niet verklaren, maar ik voel dat ik daar ooit moet komen. Eigenlijk had mijn droom al in vervulling moeten gaan. Het was begin jaren 90. Om ons prille huwelijk te bekronen planden mijn vrouw en ik een heuse expeditie doorheen Oost-Afrika. In een omgebouwde vrachtwagen zou een select groepje avonturiers (waaronder wij dus) reizen door Kenia, Tanzania, Oeganda, (toenmalig) Zaïre en Rwanda. Een maand voor onze afreis stonden we op het punt om onze medicijnen en prikken te halen bij het Instituut voor Tropische Geneeskunde. Net op dát moment kregen we een telefoontje dat de reis geannuleerd was. Onlusten in Rwanda, het begin van de genocide. Een droom spatte bruusk uiteen. We schreven het jaar nadien weer in, maar opnieuw ging de expeditie niet door. Te gevaarlijk in het oosten van Zaïre. De onstabiele situatie die er sindsdien heerst en de geboorte van onze kinderen maakten dat we nog altijd geen voet op Congolese bodem hebben gezet. Het blijft een onvervulde droom.

dinsdag 23 maart 2010

Nomineer Samuel


Ik was – shame on me - nog nooit in Hidrodoe geweest. Hidrodoe, dat is het interactieve en innovatieve water(doe)centrum in Herentals dat – gebaseerd op duurzame ontwikkeling – op een educatieve en speelse manier de wereld van het water belicht (zie www.hidrodoe.be). Onlangs had ik me nog voorgenomen om er zeker binnenkort een familieuitstapje aan te besteden. Het kwam toen in me op omdat het watercentrum het nieuws haalde vanwege… een waterlek. Het lek is door Pidpa inmiddels gedicht en ons familieuitstapje heeft ook al plaatsgevonden. In het kader van Wereldwaterdag en Wereldthals, een reeks Noord-Zuid-initiatieven in Herentals, organiseerde Broederlijk Delen er vorige zondag een interessant panelgesprek. Thema was – hoe kan het ook anders – de waterproblematiek en bij uitbreiding de klimaatwijziging op onze aardbol, toegespitst op Bolivië. We kregen het aangrijpende verhaal te horen van Samuel, een eenvoudige boer in de Andes. Toch levert deze man een bijzondere prestatie. Met irrigatie, erosiebestrijding en herbebossing pakt hij samen met zijn gemeenschap de woestijnvorming aan. Hij maakt zijn woongebied weer groen en produceert voedsel waar dat voorheen niet kon. Het project inspireert anderen, en breidt uit.
Bovendien leveren Samuel en zijn gemeenschap een bescheiden maar reële bijdrage aan de oplossing van het klimaatprobleem. Want de bomen en de struiken die ze planten halen broeikasgassen uit de lucht. Dit verhaal is een treffend voorbeeld van duurzame ontwikkeling. Voor Broederlijk Delen is Samuel de ideale kandidaat voor een prijs die in de wereld nog ontbreekt: de Nobelprijs voor Duurzame Ontwikkeling. Op www.nomineersamuel.be heb ik mijn steun aan boer Samuel toegezegd. De aangename en leerrijke zondagmiddag werd afgesloten met een echte ‘waterreceptie’. Ik dronk er zoveel van dat ik zelf ook met een waterproblematiek kampte. Maar dan eentje van te veel water. Zo ondervond ik aan den lijve dat het water niet eerlijk verdeeld is in de wereld.

donderdag 18 maart 2010

Man en paard

Vroeg of laat moest het gebeuren. Minister-President Kris Peeters is over het paard getild. En dan nog in de Herentalse bossen volgens de eerste berichten. Dat blijkt niet te kloppen. Laten we man en paard noemen. Het gebeurde in het naburige Wiekevorst. Daar is de Vlaamse numero uno ruiter aan huis in de dressuurstal Verwimp. Bij Wim Verwimp – ik verzin het niet – aan de Wimpelhoeve in de straat Wimpel nabij het riviertje de Wimp. Trouwens, zowat iedereen van de boerenstand, en bij uitbreiding de paardenliefhebberij, heet in onze contreien Verwimp. Het episch centrum van deze landbouwfamilietak, aan ’s lands katholieke partij gelinkt, ligt in mijn eigen Noorderwijk. Ik maak hierbij graag voorbehoud voor een moedige Verwimp die het aandurft om niet achter de CD&V-vlag te lopen. Enfin, het was bij Wim Verwimp te Wiekevorst dat eerst het paard en daarna de Minister-President het op de heupen kregen. Een ongeluk, haastte de eigenaar zich te zeggen, want Feuer, zo heet het beest, is een rustig en ervaren dier. Bovendien waren paard en ruiter bezig zich te verfijnen in de discipline ‘dressuur’. Niet meteen de meest roekeloze tak van de paardensport. Toch was het net daar dat het lot Kris Peeters slecht gezind was. Diezelfde Kris Peeters die als voormalig minister van Plattelandsbeleid de paarden en hun baasjes zo genegen was. Ja, noem het gerust zijn stokpaardje. Hij organiseerde paardendialoogdagen en bestelde een studie over de omvang van het paardenfenomeen in Vlaanderen. Met een grootscheepse paardenregistratieactie bekommerde hij zich over de situtatie in de paardenslachterijen en de kwaliteit van het paardenvlees. En wie ontkent zijn verdienste in de oprichting van een Paardenloket dat moet fungeren als een soort ombudsdienst voor individuele paardenhouders? We hopen dan ook dat de Minister-President snel weer in het zadel mag zitten zodat we hem terug het ‘Feuer’ aan de schenen kunnen leggen.

maandag 22 februari 2010

Zwartwerk

Ik liet een offerte maken voor een klus bij me thuis. De aannemer rekende één en ander uit en richtte daarna zijn hoofd op. Hij toverde een geheimzinnig lachje op zijn gezicht en vroeg: “En chambre noire of in ’t wit?” Ik had nog nooit van een zwarte kamer gehoord, tenzij om foto’s te ontwikkelen. Toch begreep ik waar hij naartoe wilde. “Niks in het zwart”, antwoordde ik. De toon moet nogal beslist geweest zijn, want mijn gesprekspartner-de zelfstandige excuseerde zich meteen. “Maar bijna iedereen wilt dat”, zei hij. “Ik niet, en ik betaal mijn belastingen ook correct en ik betaal ze graag op voorwaarde dat het geld goed besteed wordt”. Daar had hij wellicht geen boodschap aan, maar het was de waarheid. Eigenlijk moest ik daar nog een zinsnede aan toevoegen. “En op voorwaarde dat iedereen correct betaalt”. De Panorama-uitzending over het Departement Financiën van de Belgische Staat had me zopas met verstomming geslagen. Het schijnt dat België samen met Monaco, Liechtenstein, Andorra, Luxemburg en Zwitserland genoemd worden als belastingparadijzen. De ‘zwarte’ economie in dit land bedraagt liefst 21% van het BBP. Dat betekent dat de overheid elk jaar zo’n 30 miljard euro aan inkomsten derft. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt niet bij het ambtenarenkorps, maar wel bij het hoofd van Financiën. Reeds 10 jaar beheert minister Reynders onze schatkist. En al even lang zorgt hij bewust voor een manke belastinginning. Want Reynders is een liberaal die pleit voor een ontvette staat en voor cadeaus voor de rijken, de zelfstandigen en de ondernemers (voor zover deze groepen mekaar al niet overlappen). Kortom, het electoraat van de minister zelf dat hij rijkelijk bedient. Door het moedwillig ontlopen van zijn verantwoordelijkheid, mogen we de Waalse Zonnekoning zonder schroom corrupt noemen. En in één moeite verdienen alle ministers een blaam wegens medeplichtigheid. Al die jaren laten ze Reynders begaan. De boter drijft hen van het hoofd. De sterkste schouders dragen in dit land dus niet de zwaarste lasten. Integendeel. En ongestraft sluizen ze hun kapitaal naar het buitenland. En worden ze beloond als spijtoptant wanneer ze wat centen terug naar ons land brengen. Ik heb nog wat renovatiewerken te doen thuis. Zal ik het ook eens ‘en chambre noire’ laten doen? Of toch maar keurig in het wit? Zwartwerk heet overigens gewoon ‘travail au noir’ in het Frans. Het is een Belgische ziekte. Ik doe er toch maar niet aan mee.

donderdag 18 februari 2010

Een hart voor de Netevallei


Valentijn viel op een ijsdag. De warmte moest – zoals het hoort – vanuit het hart komen. Toch laten vele geliefden deze dag onopvallend voorbijgaan. Vreemd genoeg halen ze daarbij het argument van de ‘commercie’ aan. Vaak horen we dan ook de frase: "Daar doen we niet aan mee". ‘Daar’ staat voor de commerce, de nodeloze geldklopperij, een zoveelste hoogdag ten behoeve van de Middenstand. Een argumentatie die je eerder van een ecologist zou verwachten. Een kritische kijk op ons consumptiegedrag, consuminderen, kwaliteit in plaats van kwantiteit. Kortom, het groene mantra. Een bloemetje voor je geliefde hoeft nochtans niet veel te kosten. Een echte man heeft trouwens een klantenkaart bij de plaatselijke bloemenzaak. Valentijn viel in een weekend. Een voetballoos weekend bovendien. Het bood ongekende perspectieven. De romanticus in mij klopte op het deurtje. Ik wachtte de dag zelve niet eens af hem los te laten. Op zaterdagvoormiddag repte ik me naar de Herentalse Netevallei. Samen met een handvol andere romatische groenen hielden we er een Valentijns-persactie. We plantten er een bord in de bevroren grond met een groot groen hart erop. Zo toonden we onze liefde voor dit stukje Herentalse natuur dat gehypothekeerd wordt door het in opmaak zijnde Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. De plaatselijke bewindslui willen de Netevallei op deze plaats omtoveren tot een extra parking voor het nabijgelegen ziekenhuis. Tegelijk heet het in het GRS dat de Netevallei gevrijwaard en zelfs versterkt moet worden. Een staaltje van double speak dus. Of mistspuiterij. Wij blijven in elk geval waakzaam en zullen vóór 15 maart, dag dat het openbaar onderzoek eindigt, een bezwaarschrift indienen. Met deze Valentijnsactie hopen we daarin navolging te krijgen. Eens de pers genoteerd en gefotografeerd had, maakte ik me snel weer uit de koude voeten. Valentijn was nog jong en er stond nog veel te gebeuren…

vrijdag 5 februari 2010

Een Groen!e Welkom







Wat het organiseren van nieuwjaarsrecepties betreft, moeten we met Groen!Open Herentals lang niet blozen. Wel integendeel, de laatste jaren hebben ruimschoots bewezen dat we ‘inhoudelijk’ een sterke partij zijn. Drank en hapjes à volonté. Het waren dan ook de groene vrouwen die telkens het voortouw namen en voor een vlekkeloze organisatie zorgden. De prachtige locaties in hartje Herentals, met name de tuinzaal van zaal ’t Hof en – vorig jaar – de Lakenhal stonden garant voor een extra feestelijke toets. Daardoor was het dit jaar moeilijk om onze feestreputatie even hoog te houden. Meer nog, het was onbegonnen werk want op een – door de mannen – onbewaakt vergadermoment werd beslist de ganse organisatie van de nieuwjaarsreceptie 2010 in de schoenen van de heren te schuiven. Groenen staan immers bekend om hun roldoorbrekende standpunten. Toen er ook nog eens beslist werd om onze receptie in deelgemeente Noorderwijk te laten plaatsvinden, kon ik niet anders dan me aangesproken voelen. Het angstzweet brak uit bij de gedachte dat deze feestelijke happening op een sisser zou uitdraaien. We speelden ietwat op zeker door het niet al te grote café Welkom te reserveren. Maar dan nog, een quasi lege kroeg zou niet minder dan een afgang voor de partij in het algemeen en voor mij in het bijzonder betekenen. Te meer daar de Noorderwijkse bruine kroeg met zijn creatieve uitbater the place to be is om reclame te maken voor de partij, of net niet. Ik besloot zo weinig mogelijk aan het toeval over te laten en met een pakketje uitnodigingen een fietstocht te beginnen naar leden en sympathisanten in het dorp. En het moet gezegd: hoewel velen wellicht oprecht om uiteenlopende redenen niet konden/wensten aanwezig te zijn, allen voelden ze zich vereerd en staken ze hun sympathie voor Groen! niet weg. Met andere woorden: de Nieuwjaarsreceptie was geslaagd nog voor ze begonnen was. De gedachte dat verpreid over het Noorderwijkse plattelandsgrondgebied heel wat gelijkgezinden huisden deed weer maar eens goed aan het hart. Dat gevoel had ik de ganse zondagmiddag toen ik vaststelde dat café Welkom afgeladen vol zat met groene leden en sympathisanten. Vanuit Noorderwijk en Morkhoven en van over het water (i.c. Herentals over het Albertkanaal) kwamen ze afgezakt. De cafébaas en de andere toevallige klanten konden hun ogen niet geloven. En ook ik zag dat het goed was. Er werd gekeuveld en gespeecht. Ik bestelde de speciaal gemaakte groene soep (met Orval!) en dronk vervolgens een blonde Bolivar van de Wereldwinkel. Het smaakte naar meer…

zondag 17 januari 2010

Reizen in boeken

Hoe meer ik thuis ben, hoe meer ik ook op reis kan gaan in mijn boeken. Mijn ecologische voetafdruk vaart er wel bij. Vreemd genoeg brachten die reizen me ook dit jaar niet naar de meest vrolijke oorden. Meer nog, vaak kwam ik terecht bij corrupte regimes, afrekeningen, moord en doodslag, oorlogen. Neen, het ging helaas niet om fictie. Eén van mijn bestemmingen was het Rusland waar Poetin als premier nog altijd meer aan de touwtjes trekt dan president Medvediev. Poetin mag dan voor stabiliteit gezorgd hebben in zijn immense land, hij regeert als een dictator in de beste traditie van de voormalige Sovjet-Unie. Als ex-KGB-agent smoort hij elke vorm van oppositie in de kiem en neemt hij een loopje met de mensenrechten. Ik leerde dan ook dat onze democratie, hoe kwetsbaar en onvolmaakt ook, een waardevol geschenk is.

‘Het geluk van Rusland’ Johan De Boose
‘Gazprom’ Michael Zygar
‘De engel van Grozny : achttien maanden undercover in Rusland’ Asne Seierstad

Ik reisde voort naar de Balkan. Pas vorig bekroop me plots de noodzaak om te zoeken naar de ware toedracht van de genocides in het voormalige Joegoslavië. Helaas vond ik alleen de bevestiging van de weerzinwekkende verschrikkingen die nationalistische politici kunnen aanrichten. Ik leerde dat nationalistische leiders ervoor kunnen zorgen dat uw buurman u – desnoods op gruwelijke wijze – kan vermoorden (of omgekeerd) nadat u jaren perfect hebt samengeleefd.

‘Joegoslavië achter de schermen : afscheid van een land’ Yaël Vinckx
‘Aanklacht massamoord : Radovan Karadzic’ George Mustert
‘De poppenspeler en de duivelin : reis naar de schimmen van Kroatië’ Johan De Boose

In Afghanistan ging ik op zoek naar nog een volksmenner. Ik vond hem niet, ook niet in een grot. Wel leerde ik dat het begrip ‘nationalisme’ kon ingewisseld worden voor ‘islamfundamentalisme’.

‘De weg naar Kandahar’ Jason Burke ‘Afghanistan.
De moord op Hélène De Beir’ Alain Lallemand
‘Waar is Osama Bin Laden in Godsnaam?’ Morgan Spurlock
‘Absurdistan’ Eric Campbell.

Om af te kicken van al het oorlogsgeweld trok ik, vermomd als toerist, naar Spanje. Ik leerde er dat het land veel meer te bieden heeft dan zand, zee en palmbomen. Maar nog meer stootte ik op het onverwerkte verleden van de Spanjaarden. Het regime van generaal Franco heeft tot op vandaag het land verdeeld in twee kampen. En zo ontsnapte ik maar niet aan ‘oorlog’ en ‘nationalisme’.

‘Spanje’ Capitool Reisgidsen
‘Spaanse spoken’ Giles Tremlett
‘Los niños’ Hilde Pauwels

Noot: Ja, lezen is pure ontspanning. Daarom genoot ik ook nog met volle teugen van:

‘Struikelend door het leven’ Marc Reynebeau
‘Arm Wallonië’ Pascal Verbeken
‘Reizen met respect’ Hans Van de Veen
‘Iedere dag ergens voetbal’ Dirk Deferme
‘Geheimen van de Maasai’ Ton van der Lee
‘God, Darwin en natuur’ Rudi Rotthier
‘Nefast voor het konijn’ Hugo Matthysen

zondag 10 januari 2010

Gelukkig voetbaljaar

Een welgemeend gelukkig Nieuwjaar aan alle mensen van goede en groene wil. Een goede gezondheid is daarbij van het grootste belang. Daarom hebben wij ons hier thuis voorgenomen om ook dit jaar weer volop te sporten. Dochterlief slaat haar eerste shuttles in het badminton en volgt dansles. Zoonlief geniet van de kans om zich in het nationaal voetbal te bewijzen. Alsof hij zijn energie hier nog niet in kwijt kan, gaat hij ook nog tafeltennissen. Mijn vrouw aquagymt en surft mee op de trend van zumba. Zelf blijf ik bij al dat sportgeweld niet achter en ga geregeld joggen. Maar zoals voor mijn zoon is ook voor mij voetbal zowat de belangrijkste bijkomstigheid in het leven. Als scheidsrechter sta ik elke zondagnamiddag tussen de provinciale voetbalvedetten. Voetbal, een feest, ik ervaar het iedere week. En dit jaar wellicht nog meer. Het begint al vandaag met de Africa Cup. De zwarte parels zullen vanuit Angola warmte sturen naar mijn huiskamer. Voorts is er onze eigen nationale competie en de Europese bekers waarin ons land met nog liefst 3 teams is vertegenwoordigd. Absolute voetbalhoogtepunten heb ik gereserveerd voor de maanden mei en juni. Het mag niet meer mislopen voor mijn geliefde club SK Lierse. De kampioenstitel in de tweede klasse ligt voor het grijpen. Ik hoop de promotie naar ’s lands hoogste voetbalklasse op gepaste wijze te kunnen vieren. Daarna is het tijd voor de absolute hoogmis van het voetbal. De ganse maand juni vindt de Wereldbeker plaats in Zuid-Afrika. Dat wordt dus veel en lang genieten. Onbekommerd, met een frisse pint binnen handbereik. Of toch niet? Neen, een voetbalfeest wordt het niet voor iedereen daar in Zuid-Afrika. De FIFA organiseert het hele tornooi zo strak en afgemeten dat er voor de plaatselijke bevolking geen kruimeltje van de grote voetbaltaart zal vallen. Onbeschaamd genieten zou dus ongepast zijn. Desnoods daagt er wel iemand op om mij de nodige dosis maatschappijkritiek aan te praten. Zo valt het nu wel eens voor dat we over de pro’s en contra’s van Wintervoetbal praten. Een voetbalbuitenstaander – hij is overigens een wielerliefhebber - zag zijn kans schoon om me te tacklen en stuurde het gesprek richting ‘de verwarmde grasmat’. Groot was zijn ontgoocheling toen ik het energieverslindende karakter ervan belangrijker vond dan het spelen van een wedstrijd. “Zoals ik het ook onverantwoord vind dat er ’s avonds een veldrit georganiseerd wordt waarvoor het ganse parcours moet verlicht worden als ware het een namiddagwedstrijd”, counterde ik hem. En in één adem moest ik dan ook maar het avondvoetbal met de energieslurpende stadionverlichting op de korrel nemen. Nochtans is er niets zo gezellig dan op zaterdagavond met mijn zoon naar de Lierse te gaan. Of hoe groene principes je zelfs in het voetbal parten spelen?