vrijdag 17 januari 2020

Uitgelezen boeken - non-fictie (2)


Waar boeken me naartoe geleid hebben om de vinger aan de pols te houden van de (geo)politieke actualiteit beschreef ik al. Mijn interesse en nieuwsgierigheid – die altijd hand in hand gaan – brachten me daarenboven naar nog een aantal boeken van en over boeiende mensen en systemen of mogelijke trends in de samenleving. Onder deze mega-noemer som ik de innemende lectuur op van volgende titels die mij meer inzicht in hetzij de persoon hetzij de maatschappelijke tendens bezorgden.

Respect is de nieuwe Punk. M.Almaci

Jan Peumans: een zachte anarchist. Wim Peumans

Dagboek van een anker. Sigrid Spruyt

Donuteconomie : in zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw. Kate Raworth

Nooit meer slachten : hoe kweekvlees ons bord en de wereld zal veranderen. Paul Shapiro

Propere handen. Olivier Plancke

Schreeuw in de stilte : mijn strijd tegen Vladimir Poetin. Ildar Dadin

zondag 12 januari 2020

Uitgelezen boeken - non-fictie (1)


Het hele jaar door ga ik op reis in boeken. Comfortabel en milieuvriendelijk. Retroactief neem ik je graag mee naar dichte en verre oorden die door de brandende actualiteit mijn aandacht trokken. Als opwarmer las ik het frivole Waarom Belgen gelijk hebben en Nederlanders gelijk krijgen van Mick Matthys. De schrijver toont helder aan hoe (hard) wij verschillen van onze noorderburen. En dan over naar het serieuzere werk: In De grote verkilling houdt Geert Van Istendael een vurig pleidooi voor het behoud van de sociale zekerheid als product van de Europese beschaving. Leg het verband met het boek De onfatsoenlijken van Jan Antonissen die in zijn roadmovie verspreid over Europa bange blanke mannen opzoekt die hun toevlucht zoeken tot populistische partijen. Met De autoritaire verleiding van Casper Thomas gaan we nog een stap verder. Hij onderzoekt vijf landen die de liberale democratie afwijzen. Autoritaire leiders als Poetin (Rusland), Orban (Hongarije), Modi (India), Erdogan (Turkije) en Trump (USA) staan symbool voor de verrechtsing van de internationale politiek in de vorm van ‘illiberale democratie’. Omdat wereldmacht China mijn nieuwsgierigheid prikkelde deed ik uitgebreid onderzoek naar het land van de rijzende zon. Stefan Blommaert schreef De eeuw van Xi en van Ties Dams verscheen De nieuwe keizer : Xi Jinping, de machtigste man van China. Na de man ook zijn beleid en zijn plannen, dacht ik. Zo kwam ik uit bij De nieuwe zijderoutes : het heden en de toekomst van de wereld van Peter Frankopan. Nu mijn Chinese honger gestild was wou ik terug naar Europa. Daarvoor was Het rode goud. De tomaat en het kapitalisme van Jean-Baptiste Malet het ideale boek. Het verhaalt de uitbuiting, fraude en maffia van de industriële tomaat – die overigens langwerpig is en niet rond - over de ganse wereld als exponent van het kapitalisme. En ja, de tomaat in je Italiaanse pastasaus komt uit… China. Maar eerst nog langs Afrika. Judi Rever schreef het ophefmakende De waarheid over Rwanda : het regime van Paul Kagame. Mede door mijn fascinatie voor het Afrikaanse continent en door de gruwel van de genocide is dit boek weken aan me blijven kleven. Maar vooral omdat ook de hoogst bedenkelijke rol van de huidige president van Rwanda (en van de Tutsi’s in het algemeen) naast die van de Hutu’s gedetailleerd en onomstotelijk wordt onthuld. Ook zwaar op de hand is Pleidooi voor leven van Nobelprijswinnaar Denis Mukwege. In het oosten van Congo opereert (letterlijk en figuurlijk) deze gynaecoloog in zeer moeilijke en vijandige omstandigheden vrouwen die verkracht en/of genitaal verminkt zijn. Nog even in het hart van Afrika, omdat het gebied mij van jongsaf onafgebroken fascineert, om aan te tonen dat het ook wat luchtiger kan. In Mijn Congo schetst auteur Bart De Myttenaere zijn familiegeschiedenis en zijn blijvende inzet voor de mensen in zijn geboortestreek. Maar zoals ik zei terug naar Europa. Daar kon ik niet om het land van de Brexit heen. In Brexitland : een onverenigd koninkrijk trekt auteur Mathijs Schiffers kriskras door het land om te peilen naar motieven en antwoorden van de eilandbewoners. Voor nog meer ontspannende lectuur – en echte ontspanning – moet ik naar mijn lievelingsland Spanje. Verscheurd Catalonië van Koen Greven las ik letterlijk onder de Spaanse zon in mijn tweede thuis en dat gaf me een heerlijk intense intellectuele sensatie. Ik dook verder in deze kwestie via hoofdrolspeler Carles Puigdemont in zijn boek De Catalaanse crisis. Bij wijze van contrast – dat niet groter kon zijn – liet ik me de Spaanse geschiedenis in catapulteren met de biografie Isabella Van Castillië en Aragon van Philippe Erlanger. Heerlijk te lezen hoe de katholieke Spaanse koningin en haar man Ferdinand van Aragon de Reconquista op de Moren bewerkstelligen en de fundamenten voor een Spaanse monarchie leggen. Moe maar tevreden ben ik uitgereisd en kom ik terug op adem. Nieuwe bestemmingen liggen op me te wachten.

zondag 5 januari 2020

Uitgelezen boeken - fictie

WVDB, mijn lievelingsschrijver

Door mijn ziekte had ik het voorbije jaar veel tijd om te lezen. Zo maakte ik van de nood een deugd. Hoewel, ontspanning liep soms genadeloos over in inspanning. Daar waar ik normaliter slechts bij hoge uitzondering mijn toevlucht zoek tot het lezen van fictie draaide ik mijn leeskompas zo tussendoor tot het zogenaamd lichtere genre. Fictie dus maar toch weer niet helemaal. De fictie die ik las was gebaseerd op – of had een rechtstreekse link naar – de werkelijkheid. Ik herlas Brief aan Boudewijn van Walter van den Broeck en zijn vuistdikke vierdelige romancyclus Het Beleg van Laken. De man die zijn jeugd doorbracht in de cité op een steenworp van het Olens fabriek is mijn absolute lievelingsschrijver. Met een beetje argwaan wendde ik mij dan weer tot de ietwat bevreemdende auteur Chris De Stoop. Van hem las ik Dit is mijn hof, Het Complot van België en Wanneer het water breekt. Ook deze boeken hebben een sterke verwijzing naar de realiteit. Ik heb ze graag gelezen. Tussendoor las ik natuurlijk gretig non-fictie. Daarover meer in een volgend stuk. En nog net voor de jaarwisseling kreeg ik Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer in mijn handen. Deze roman wordt alom geprezen en dus besloot ik het erop te wagen. En ja hoor, ik heb het me niet beklaagd. De Nederlandse auteur is een absolute taalvirtuoos die zinnen laat kronkelen tot een waar leesgenot. Zijn doordringende kijk en kritiek op onze maatschappij en haar doldraaiend economisch model en het massatoerisme als zijn stokpaard hebben me weer naadloos bij de non-fictie gebracht. En daar heb ik veel meer van gelezen.