zaterdag 27 december 2008

Groene boeken (1)


Al ben ik het geregeld grondig oneens met de schrijfsels van de redacteuren van de Standaard, ik zal mijn krant blijven lezen. Haar hoofdredacteur, Peter Vandermeersch, komt soms heel groen uit de hoek, soms veel minder. Alleszins was ik aangenaam verrast dat hij – in een lijstjesrubriek – in zijn krant liet optekenen dat het boek dat hem in 2008 aan het denken had gezet een groen boek was. Hot, flat and crowded. Why we need a green revolution is het politieke manifest van Thomas L. Friedman (foto links). In het Nederlands kreeg het de vertaalde titel ‘De toekomst is groen’ mee. Waar hebben we dat nog gehoord? Friedman is niet de eerste de beste. Hij is auteur van het eerder verschenen bekroonde werk ‘The World is flat’, niet echt verrassend vertaald als ‘De aarde is plat’. Peter Vandermeersch koos ‘De toekomst is groen’ omdat het boek hem ervan overtuigde dat – citaat – “ook deze krant meer aandacht moet besteden aan de belangrijkste uitdaging voor onze generatie”. Als de hoofdredacteur het zelf zegt… Ik moet bekennen dat ik de boeken van de bejubelde Amerikaanse auteur zelf nog niet heb gelezen, al staan ze hoog op mijn verlanglijst. Daar staan nog andere ‘groene’ boeken op. Tijdsgebrek haal ik meestal aan als reden om ze nog niet gelezen te hebben. Dat klopt slechts ten dele, omdat ik als overtuigde ecologist wel eens aarzel om het zoveelste klimaatboek ter hand te nemen. Desondanks las ik toch – met vertraging - ‘We consumeren ons kapot’ van Dirk Geldof (foto rechts). Een boek die elke consument, dus iedereen, zou moeten lezen. Vooral in deze periode dat we bedolven worden onder geschenken die we niet nodig hebben. Dat we een plaatsje zoeken op de feesttafel voor nóg een gerecht. Dat we met onze mond vol klagen over de financiële crisis. En met zijn allen zonder nuanceren pleiten voor meer koopkracht. Koopkracht voor wie?

maandag 22 december 2008

Onze lawaaikaart

Onze Herentalse deelgemeenten Noorderwijk en Morkhoven verschillen niet zo gek veel van andere dorpen in de Kempen. Het zijn typische plattelandsgemeenten waar het goed toeven is. Voor haar bewoners en voor – steeds meer – toeristen die er langs knooppunten komen fietsen en de rust opzoeken. Helaas komt die rust steeds meer in het gedrang. Net nu met het jachtige leven er meer nood aan is. Neemt u de proef op de som! Elk weekend hoort men tot ver in de buurgemeenten onophoudelijk geweerschoten. “In ons dorp is het altijd oorlog”, verzuchtte iemand. “Wanneer in Noorderwijk iemand vermoord wordt, valt het niet op”, wist een ander. Als straks terug de zon schijnt en de dorpelingen aan de slag gaan in de tuin of – erger nog – er een boek lezen zal dat steeds met geweersalvo’s gepaard gaan. De aanslag op de stilte komt van een inrichting voor kleiduifschieten aan de westkant van de gemeente. Ik beperk me hier tot de vermelding van het lawaai, zoniet zou ik een boom kunnen opzetten over de bodemvervuiling ter plaatse. Velen in het dorp ergeren zich (met mij) aan het kleiduifschieten, weinigen durven het openlijk bekennen. Met de mogelijke omvorming van Rooiveld tot permanent crossterrein dient er zich een nieuwe bron van lawaaihinder aan. Hier zijn de meeste decibels bestemd voor het zuiden van de gemeente. Wanneer ik de kaart van Noorderwijk en Morkhoven openvouw kan ik nog een hinderlijke geluidslijn trekken. Die gaat langs de E313. En dan zou ik nog een streep dwars door het centrum van zowel Noorderwijk als Morkhoven kunnen trekken om het vele (vracht)verkeer door de dorpskommen weer te geven. De lawaaikaart oogt indrukwekkend en dat is ze ook. Laten we als Groenen de mouwen opstropen en ten strijde trekken tegen de terreur van het lawaai in onze gemeente. Politici van andere partijen zijn hier oorverdovend stil over. Daarom moeten wij ons des te meer laten horen voor meer rust, meer stilte. Stilte wordt meer en meer een schaars en te benijden begrip. Daarom moeten we ook blijven hameren op een snelle oplossing voor kamp A. Een groene long die momenteel als exclusief golfterrein mag dienen in een voormalig militair domein. Het is de ideale plaats zijn waar mensen van binnen en buiten de gemeente zich zouden kunnen ontspannen in een groene oase. Tal van initiatieven in het kader van zachte recreatie zouden hier kunnen ingevuld worden. Meer dan ooit is hier nood aan. Want de Stille Kempen zijn aan het verdwijnen. Ook in Noorderwijk en Morkhoven.

donderdag 18 december 2008

Wie redt het (Rooi)veld van de boer?

Langzaam maar zeker raakt iedereen ervan overtuigd dat er maatregelen nodig zijn om het fijn stof en de uitstoot van CO² tegen te gaan. Langzaam maar zeker beseffen de mensen dat de luchtvervuiling een aanslag betekent op onze gezondheid. Je zou dan ook van onze beleidsmakers mogen verwachten dat ze hiermee prioritair rekening houden. Dat is alleszins niet het geval in het dossier Rooiveld. Het motorcrossterrein gelegen op de grens van Westerlo (Voortkapel) en Herentals (Morkhoven) wordt al jarenlang illegaal uitgebaat, zij het tot op heden voor een beperkt aantal activiteiten per jaar. Daar wil men per se verandering in brengen. De vraag is dan ook: wordt het Rooiveld een permanent crossterrein? De gevolgen zullen drastisch zijn: niet alleen toenemende luchtvervuiling, maar ook toenemende lawaaihinder, toenemend autoverkeer op de smalle landbouwwegen van en naar het crossparcours. De inwoners en de recreanten die de stille Kempen komen opzoeken kunnen hun borst nat maken. En dan is er nog een belangrijke component aan het dossier: de landbouw. Want de hele inrichting die nu ca. 5 ha bedraagt zal uitgebreid worden tot 15 ha, ja zelfs misschien tot 20 ha. En laat dat nu net landbouwgrond zijn. De boeren zijn terecht boos omdat ze hun vruchtbare gronden dreigen te verliezen. Is het dan niet merkwaardig dat de CD&V – toch zogenaamd de behoeders van de boerenbelangen – vorige maandag in de gemeenteraad van Westerlo het pad effende voor de motorcrosslobby? En is het dan niet ironisch dat het (weer) de Groenen zijn die het opnemen voor de landbouwers? Hand in hand met het actiecomité Prooiveld tekenen wij voor het verzet tegen de verloedering van de levenskwaliteit in deze – nu nog – rustige, landelijke omgeving. De strijd is nog niet verloren, maar de maskers zijn gevallen. Ik hoop dat de boeren dat ook zien…

woensdag 10 december 2008

Bloggers zijn niet gevaarlijk, bloggers zijn in gevaar

Tot voor kort dacht ik nog dat we in ons landje op 2 oren konden slapen. Toen waren we nog onwetend over het bezoek van Pieter De Crem aan New York. Sindsdien liet onze minister van Landsverdediging hoogstpersoonlijk via de publieke tribune van het Parlement aan de bevolking – via haar verkozenen – weten dat er een gevaarlijk fenomeen in onze maatschappij heerst. Een fenomeen waartegen we onszelf niet kunnen verdedigen. Als het uit de mond van de minister van Defensie komt moeten we het au sérieux nemen. We kunnen dan wel voorbereid zijn om de landsgrenzen te verdedigen tegen de inval van een vreemde mogendheid. Tegen aanvallen op de kerncentrale van Doel. Tegen de kantoren van de NAVO. Tegen het Cremlin te Aalter. Maar niet tegen – hou u vast - het fenomeen van het bloggen. Daar had excellentie De Crem het namelijk over. Voor wie de vorige weken op Marsmissie vertoefde of op een andere planeet: onze minster van Defensie is danig in zijn katholieke kruis getast omdat een Nederlands barmeisje op haar blog de ministriële uitspattingen in een New Yorkse kroeg ten voeten uit beschreef. Via het blogmedium kon de hele wereld – voor zover die over de nodige computerapparatuur beschikt – lezen dat De Crem al ‘stiepelzat het café kwam binnengestrompeld’. Vreemd, want te oordelen aan de ernst die de minister van Vlaanderens christelijke partij gewoontegetrouw aan de dag legt zou ik er een fles Spa plat op hebben durven verwedden dat hij enkel water als vloeibaar voedsel tot zich nam. Ja, zelfs wijwater. Maar neen hoor, ver van huis en over de plas, liet hij zich blijkbaar goed vollopen met geestrijk vocht. En of dat nog niet genoeg was, weten we van onze correspondente ter plaatse dat ‘hij liep te lallen over de lichtjes van de Schelde’, zij het dat hij de tekst zong in een aangepaste versie (‘de lichtjes van Defensie’). Hier stoppen we de weergave van de verslaggeving, want het wordt hoogst gênant. Zoniet zouden we ook nog schrijven over niet nader gespecifieerde ‘vulgaire liedjes waar de minister zelf het hardst moest om lachen’. Tja, wie had daar niet bij willen zijn? En dat allemaal tijdens een officiële Belgische missie aan de grootste wereldmacht. Een delegatielid liet zich overigens in het bewuste café ontvallen dat een belangrijke vergadering geannuleerd was en dat ze dat al lang op voorhand wisten, maar ‘dat het momenteel zo stil is in Brussel, dat we evengoed naar New York konden gaan’. Voilà, dat kon er ook nog bij, in de kameraadschappelijke sfeer van het moment met een (toen nog) anonieme barjuffrouw. Nu gebiedt de eerlijkheid me te zeggen dat het me in wezen niet echt veel kan schelen dat De Crem en zijn gezelschap vrolijk het zwijn hebben uitgehangen. En het barmeisje met de ondertussen klinkende naam Nathalie Lubbe Bakker verdient misschien wel een berisping omdat ze de cafépraat beter binnen de muren van het etablissement had gehouden. Al leek het mij niet dat ze de bedoeling had de ‘weblog-ster’ te worden die ze nu is. Daar is haar taalgebruik inclusief de fouten te schabouwelijk voor. Maar terug naar de essentie: dat de heer De Crem zijn legerdepôt leeghaalt om op een mug te schieten is er al over. En te beweren dat we nu allemaal het gevaar lopen dat heel onze handel en wandel dadelijk op één of andere onnozele weblog te lezen valt, is er nog verder over. Vergeten we trouwens niet dat het barmeisje ondertussen na een boos telefoontje uit hoge kringen op staande voet ontslagen is. Het meisje werd dus een slachtoffer van haar eigen blog. Het kan elke blogger overkomen. Neem nu mezelf. Ik schrijf mijn stukjes ’s avonds wanneer de kinderen naar bed zijn en de rust in huis nederdaalt. Wanneer ik dan mijn tekstje post, verschijnt daaronder de datum en het uur. En met dat laatste liep het fout. Om een voor mij onbekende computertechnische reden stond de klok van mijn blog fout ingesteld. Niet belangrijk, vond ik tot voor kort. Helaas was dit een grove misrekening. Want wie schetst mijn verbazing dat kwatongen op mijn werk met zekerheid wisten dat ik tijdens de werkuren zit te bloggen. De bewijzen stonden er namelijk bij. Ik vrees dat mij wel eens hetzelfde lot zou te wachten kunnen staan als Nathalie Lubbe Bakker. Bloggers zijn niet gevaarlijk, bloggers zijn in gevaar.
P.S. Ik schrijf deze zinnen op 10/12/2008 tussen 21u00 en 21u30.

woensdag 3 december 2008

Cynthia for president

Barack Obama heeft de Amerikaanse verkiezingen gewonnen en de wereld was even in trance. Op de Republicans na, en Bart De Wever. En nog enkelen, waaronder ik. Niet om dezelfde redenen als De Wever. Dat spreekt voor zich. Maar laat er geen misverstand over bestaan: ook ik hoop dat Obama na 8 jaar Bush Administration de broodnodige ‘Change’ zal brengen in zijn land en – bij uitbreiding – in de ganse wereld. Alleen vrees ik dat de grootste verandering al voorbij is. Dat was de verkiezing van een zwarte president op zich. Dat kan natuurlijk al tellen in een land dat door ons, Europeanen, als conservatief wordt bestempeld. En dat is het ook. Het valt echter te vrezen dat dat zelfs met Obama niet verandert. Naar Amerikaanse maatstaven mag de nieuw verkozen president dan wel progressief genoemd worden, voor ons is hij dat allerminst. Steve Stevaert drukte het zo uit: “In Amerika is Obama zeer links, in Europa zeer rechts”. Jos Geysels situeert de pas verkozen president in ons politiek spectrum bij de linkervleugel van de CD&V. En Sophie De Schaepdrijver, docente moderne Europese geschiedenis aan de Amerikaanse Penn State University, beschreef Obama als een voorzichtige, ouderwetse, bedachtzame christendemocraat. “Eindelijk heeft Amerika voor de CVP gekozen! Kijk, dát is nu eens historisch”, merkte ze schamper op. En dan te weten dat er wel degelijk een progressief alternatief was. Want hoor goed: de kandidate was een vrouw én zwart (Hillary Clinton en Barack Obama als het ware in één persoon), ze had ook Afrikaanse roots en koos daarenboven voor een zwarte running mate. Historisch in het kwadraat. Ik heb het over de groene kandidate Cynthia McKinney en haar running mate, de hiphop-ster Rosa Clemente. Helaas kreeg Cynthia als kandidate voor een ‘third party’ nauwelijks aandacht van de media. Op die keer na dat Noam Chomsky haar openlijk zijn steun toezegde. Ze slaagde er toch nog in om bijna 1% van de stemmen te halen. Jammer genoeg is dat nog mijlenver verwijderd van de 5% die je in Amerika moet halen om officieel als échte partij erkend te worden en begiftigd te worden met vele dollars aan subsidies. The Green Party of the USA heeft nog een hele weg af te leggen.