vrijdag 26 juni 2009

Groene nieuwe deal

Ik mag hopen dat de groene partijtop stilaan klaar is met haar analyse over de voorbije verkiezingen. We hoorden wel al eens dat er nieuwe boegbeelden gezocht worden. Maar voor het overige blijft het vooralsnog oorverdovend stil. Of we moeten het doen met de uitspraak van Mieke Vogels dat we een goede campagne hebben gevoerd, maar dat de verkiezingen te vroeg kwamen of onze boodschap te laat. Zo is het altijd wat. We hadden nochtans een sterke boodschap. De vraag is alleen of we ze goed gebracht hebben. Laten we maar beginnen met onze algemene slogan: De Toekomst Wil Vooruit. Tot ik hem daadwerkelijk gelezen had, dacht ik – eerlijk waar – dat het een grap was. De toekomst wil altijd vooruit zoals het verleden altijd achteruit wil. Hoe hol en nietszeggend kan een slogan zijn! We hadden nochtans een prachtige en krachtige slogan klaar. Wij zijn de groene economie. Inhoudelijk sterk en op zijn best op een affiche met groene lijsttrekkers netjes in het pak. Heel duidelijk en met een vleugje humor. Toch moest deze affiche inclusief slogan opgeborgen worden tot de laatste week. Gelukkig lukte dat niet. Maar wie verzint zoiets? De groene economie is óns merk, al werd het gretig door de anderen, niet in het minst door de liberalen, overgenomen. Zo erg vond ik dat trouwens niet, want toen ging de campagne ten minste ergens over. Helaas kunnen we deze verkiezingscampagne inhoudelijk niet echt sterk noemen. Daar pleiten we absoluut niet schuldig. Het begon met moddergooien en kandidaten lokken en het eindigde in wie met wie en met wie niet. Alleen op het eind van de campagne kwamen begrippen als jobkorting, groene economie en sociale bescherming ter sprake. Maar heeft u ook maar één keer het woord ‘klimaat’ gehoord? Ja, wanneer het ging over het slechte economisch klimaat misschien. Of dat het financieel klimaat er vandaag erg aan toe is. Waar is de tijd dat iedereen nog aan de lippen van Al Gore hing en de opwarming van de aarde door alle politici belangrijk werd gevonden? Nu was het milieu helemaal afwezig in de campagne. Tekenend was dat in het kopstukkendebat van de VRT dat opgebouwd was rond belangrijke thema’s milieu niet aan bod kwam. Fout van de media? Jazeker, ik kan en durf het te zeggen. Maar niet alleen de media treft schuld. De Groene Big Bang sloeg niet aan. De Green New Deal evenmin. Een partij die mikt op 10% van de kiezers zou moeten weten dat het percentage intellectuele kiezers lager is dan haar doel. Ik probeer mij voor te stellen hoe een rasechte Antwerpenaar reageerde wanneer onze campainers hem/haar de Green New Deal voor de voeten gooiden. “De watte?” of “Wazegde?” komt nu spontaan in mij op. Trouwens, ik heb onze eigen kandidaten varianten horen uitspreken als daar zijn: groene new deal, groene nieuwe deal en new green deal. Niet dat daar de reden moet gezocht worden dat we ter plaatse zijn blijven trappelen. Daarvoor moeten we naar onder en naar boven kijken. Boven stonden vaak de onbekende lijsttrekkers. De vraag blijft of we niet beter hadden gescoord met onze ex-boegbeelden. En met onderaan bedoel ik de basis waar velen hebben afgehaakt. Ik vrees dat zelfs vele kiezers niet eens één enkel foldertje in hun bus hebben gevonden. Er zijn nog veel te veel groene slaapdorpen.

woensdag 17 juni 2009

Goed en slecht

‘Goed’ en ‘slecht’ zijn relatieve begrippen, ook in de politiek en bij uitstek bij het duiden van je eigen verkiezingsresultaten. Welnu, Groenen horen altijd te zeggen waar het op staat. En dus zeg ik dat de uitslag van onze partij niet goed was. Zelf had ik de lat op een minimumhoogte van 7,5% gelegd. Het werd slechts 6,8% (en ja, 7,9% voor Europa). Dat is niet genoeg. Verre van de dubbele cijfers waar Mieke Vogels en ikzelf stiekem op gehoopt hadden. En toch zou ik het anders kunnen uitleggen. Bijvoorbeeld door te zeggen dat Groen! een vooruitgang heeft geboekt van 6 naar 7 zetels in het Vlaams Parlement. En dat we zelfs in Brussel een zetel hebben gehaald. Nog meer goed nieuws? Jazeker! Ons Europarlementslid Bart Staes heeft zijn zetel kunnen behouden. Een zegen voor ons en voor heel Europa. Want vriend en vijand erkennen de grote verdiensten van Bart. Dichter bij huis hebben wij ook reden tot feesten. Het spijtige vertrek van ons verdienstelijk parlementslid Rudi Daems wordt gelukkig gecompenseerd door de intrede van Dirk Peeters. De Kempen stuurt met Dirk een parlementair naar Brussel die door zijn jarenlange ervaring goed geplaatst is om de dossiers van Rudi over te nemen. En dan is er nog onze eigen Herentalse voorzitter Barbara Caerels. Wij stuurden haar de campagne in en, hoewel onervaren, bracht zij origineel en ‘doord8’ haar groene boodschap. Barbara schonk de partij liefst 2751 voorkeurstemmen en verraste daarmee zichzelf en haar omgeving. Het lijkt erop dat wij een ‘goudkippetje’ in eigen rangen hebben dat Herentals binnen 3 jaar nog wel eens zou kunnen verrassen. Zij deed nu al ruim beter dan de socialistische schepen Jan Bertels. En liet de plaatselijke weirdo, genaamd Guy Paulis, met zijn groene Hummer ver achter zich. Voorwaar een knalprestatie. Maar voor we euforisch worden, terug naar de realiteit. Die leert ons dat Groen! weer niet doorbreekt en dat we daar maar eens een kritische analyse moeten aan wijden.

dinsdag 16 juni 2009

Voor C en haar ouders

Dit schrijf ik voor C en haar ouders. We bezochten haar zaterdag in het UZ te Leuven. Volg de rode pijlen, zei men bij het onthaal. Ik haalde diep adem en besloot niet langer te aarzelen. De kinderen hadden klamme handen, mijn vrouw kon haar zenuwen nauwelijks bedwingen. Twee weken geleden was C nog op zeeklasse met mijn zoon en haar andere klasgenootjes. Ze voelde zich moe en moest afhaken terwijl de andere kinderen speelden. Eens thuis namen haar ouders haar mee naar de dokter. Ze had wel eens meer last van oor- en keelontstekingen. Verder niets. Het verdict was snoeihard. We zagen haar liggen als een hoopje ellende. Aan een kapstok – de kerstboom genoemd – hingen allerhande zakken met vloeistof. Ze kreeg chemotherapie en ze had pijn. Geen zin om te spreken laat staan te glimlachen. Maar de ogen van het meisje vertelden veel. Ik moest slikken en ging even op de gang. Ik bedacht dat dit zowat de akeligste plek van het land moest zijn. Door de deuropeningen zag ik kinderen van verschillende leeftijden. Patiëntjes van amper een jaar oud – gelukkig begrijpen ze het nog niet – tot jongeren die zouden moeten puberen. ‘Waarom?’ Het is de enige vraag die opkomt. ‘Waarom een onschuldig kind?’ De ouders van C dragen hun verdriet en woede op een uiterst waardige manier. Haar papa had me opgebeld toen hij het nieuws nog maar net had vernomen. Heel sereen en op haast onderkoelde toon deed hij zijn verhaal aan de telefoon. Ik wist nauwelijks iets terug te stamelen. Het was volop verkiezingscampagne. Ik wou die avond folders bussen, maar het is er niet van gekomen. Nu stonden wij bij de ouders aan het ziekenbed van C. Mijn vrouw was 11 jaar geleden samen zwanger geweest met de mama van C. Ze zijn sindsdien zeer hecht geworden door de opvoeding van de kinderen. Nu waren we hier allemaal samen, zij met hun drie en wij met onze twee kinderen. Waarover moesten we praten? Woorden waren overbodig. Niets was nog belangrijk. Behalve C. Maar we begrepen elkaar.

dinsdag 9 juni 2009

Verkiezingskoorts

’t Schijnt dat we gisteren ontwaakt zijn in 2 verschillende landen. Een rechts Vlaanderen en een links Wallonië. Ik werd dus wakker in het verkeerde land. Omdat verhuizen niet direct een optie is, heb ik onmiddellijk een kortvakantie naar het buitenland geboekt. Om het communautair evenwicht te herstellen zullen we na ons verblijf in de Ardennen nog enkele dagen aan de Belgische – of moeten we zeggen Vlaamse – kust doorbrengen. Liefst van al zou ik nu al mijn valiezen pakken, maar dat is om praktische redenen onmogelijk. J’en ai marre, ik heb er genoeg van. The day after. Afkicken van wekenlang opgebouwde spanning en uren folders bussen. Het moet mijn wezen danig aantasten, want elke keer word ik letterlijk ziek in het weekend van de verkiezingen. Ik heb mijn eigen verkiezingskoorts. Ook nu weer lig ik in de lappenmand, te hoesten dat het een aard heeft. Alleen bij onze historische verkiezingsoverwinning van 1999 voelde ik me dioxinekiplekker. Dat heeft 4 jaar geduurd. Toen, op 18 mei 2003, volgde een al even historische verkiezingsnederlaag. We werden volledig van de politieke kaart geveegd. De vrije val van Agalev. Ik kan ervan meespreken. Meer nog, de primeur kwam mij toe. Ik was destijds de eerste groene die viel. Hoe dat zo kwam? In de dagen voor die verkiezingsdatum moest ik afrekenen met een dilemma. Op de verkiezingsdatum stond immers de jaarlijkse bijeenkomst gepland met de Nederlandse familietak. Een hartstikke leuk feest daar in Tilburg dat ik voor geen stuiver wil missen. Maar dan moest ik wel de ontknoping van de verkiezingen missen, wat al evenmin een optie was. Na veel wikken en wegen besloot ik om alleen op het thuisfront achter te blijven. Ik zwaaide mijn vrouw en kinderen uit en begon met een verkiezingsdag in alle leegte door te brengen. Omdat – in afwachting van de eerste verkiezingsresultaten – de uren tergend traag verstreken, besloot ik om een eind te gaan joggen. En daar liep het mis. Nog maar een paar kilometer had ik in de benen of ik trapte op de veter van mijn schoen en viel languit op het beton. Met een geschaafde en bebloede rechterflank strompelde ik naar huis. Daar begon mijn pols hevig pijn te doen zodat ik amper het bloed van mijn benen kon vegen. Toch ben ik nog naar het stemlokaal gereden waarvan ik me nog levendig herinner dat ik daar uiterst krampachtig van de fiets geraakte en dat men mij nogal vreemd aankeek vanwege mijn verse schaafwonden. Rond half 4 werd de eerste dramatische uitslag (Heist-op-den-Berg) bekendgemaakt. Gaandeweg kwamen meer uitslagen de huiskamer binnen en kreeg ik naast de mentale pijn ook meer last van mijn pols. Toen mijn vrouw en kinderen uren later thuiskwamen troffen ze me lijkbleek en badend in het zweet aan. Op de spoedafdeling van het ziekenhuis werd mijn pols in het gips gelegd. Op de achtergrond hoorde ik flarden van de radio. Het ging over ‘de val’ en ‘groenen’. Ik had overal pijn. De verpleegster verzocht me de kleur van het gips te kiezen. Niet vies van enige ironie wandelde ik met een groene arm naar buiten.

maandag 8 juni 2009

Slecht weer

Voor de middag twijfelde ik nog, maar kort na de middag wist ik het zeker. Rechts zou de verkiezingen winnen en Groen! zou het niet schitterend doen. Hoe ik dat zo wist? Gewoon door het weer. Zoals de traditie het thuis wil gingen wij onze stem uitbrengen iets over het middaguur. Ik zette de kinderfietsen buiten klaar – want ja, de stemverrichting is bij ons een familiegebeuren – en net op dat moment vielen de eerste regendruppels uit de samenpakkende wolken. Nat van het regengordijn kwamen we aan het stemlokaal aan. Andere dorpsgenoten-kiezers kwamen met plukjes aangewandeld. Ik bekeek hun gezichten en die waren zonder uitzondering afgestemd op het weer. Ze stonden op onweer. Dat moest slecht aflopen. We vervulden onze stemplicht waarbij mijn zoon voor mij de elektronische pen hanteerde. Hij nam uitgebreid zijn tijd om de vele kandidaten aan te tikken. Vrouw en dochter waren sneller klaar. Mijn dochter kwam naar me toe gelopen alsof ze verrassend nieuws had. Ze vertelde fier voor wie zij gestemd had, maar voegde er met een gespeeld pruilmondje aan toe “dat de CD&V toch gaat winnen”. De perfecte exit poll, zo zou blijken. Uitgeregend kwamen we thuis. Wat een verschil met 10 jaar geleden toen de Groenen de ‘dioxine-verkiezingen’ glansrijk wonnen. Toen scheen de zon en was het heerlijk warm. En werd er gekozen voor een warme, solidaire samenleving. Nu staan we helaas weer aan het begin van een kil en koud beleid. De aarde mag dan wel opwarmen, in het Vlaams Parlement zal daarvan niets te merken zijn.

zaterdag 6 juni 2009

Groenpraterij

Dat de socialisten in verkiezingstijden plots groen worden is geen verrassing meer. Met deze truc proberen ze al jarenlang linkse, progressieve kiezers uit het groene kamp te lokken. Eens de verkiezingen voorbij schiet er van dat groene kleurtje bij de SP.a helaas nog weinig over. Het verschil tussen woord en daad. Opmerkelijk is dat in deze verkiezingscampagne zowat álle partijen zo groen proberen te zijn als Groen!. Om nog beter voor de dag te komen bij de kiezer noemen ze zichzelf dan liefst ‘verstandig groen’ of ‘realistisch groen’. Met deze truc plaatsen ze zichzelf op een verhoogje en duwen ze Groen! weer graag in het verdomhoekje van de naïevelingen en luchtfietsers. Zonder de minste schroom pleiten liberalen, socialisten en christendemocraten plots ook voor een ‘groene economie’. Toch zijn het uitgerekend deze partijen die al 30 (!) jaar lang systematisch alle groene voorstellen wegwuiven en als irrealistisch bestempelen. Dezelfde partijen vertikken het om tot op de dag van vandaag een beleid te voeren dat voluit kiest voor hernieuwbare energie en andere sectoren en producten die vele duurzame jobs creëren. Integendeel, het credo van de traditionele partijen blijkt het VIA-plan. Vlaanderen in actie, maar wat voor actie? Vlaanderen als logistieke draaischijf voor Europa. Klinkt mooi, maar de gevolgen zijn: nog meer vrachtwagens op onze al oververzadigde autosnelwegen met nog meer fijn stof tot gevolg. Nog meer beton, met megalomane projecten zoals de Lange Wapper en wie weet de verbreding van het Schipdonkkanaal. Extra rijstroken en een extra Ring boven de Brusselse Ring. Hoe valt dit te rijmen met hun zogenaamde groene principes? Hopelijk doorziet de kiezer de groenpraterij van de traditionele partijen en kiest hij voor het origineel in plaats van voor de slechte kopie. Een kameleon is een mooi dier, maar het hoort niet thuis in de politiek.

vrijdag 5 juni 2009

Brievenbusgesprekken

Oef, ik heb de laatste folders in de bussen gestoken. Het bussen was soms vermoeiend, maar vaak ook amusant en leerrijk. Want ik maakte er een sport van om de bewoners die zich toevallig aan de straatkant bevonden expliciet te melden dat ik hen een groene folder wilde overhandigen. De reacties waren soms kortaf of nihil, maar gaven af en toe aanleiding tot een gesprekje. Eén zinnetje kwam vaak terug. “Jullie zijn nodig”, verwoordde een kranige 70-jarige vrouw die er 10 jaar jonger uitzag het kort maar krachtig. “Maar, sorry meneer, ik ga er niet op stemmen”, excuseerde ze zich. Ze pakte de groene folder aan, leunend op een hark waarmee ze in haar voortuintje aan de slag was. “Ik stem al heel mijn leven voor dezelfde, maar ik zeg niet voor wie”. En nu ging ze ook niet meer veranderen. In de daaropvolgende 15 minuten trachtte ik haar te overtuigen om alsnog het roer om te gooien. Mijn slotzin vond ik zelf behoorlijk ingewikkeld maar er leek me geen speld tussen te krijgen. “Want als iedereen vindt dat er Groenen nodig zijn in de politiek, maar niemand stemt ervoor, dan ben je niet geloofwaardig wanneer je zegt dat ze nodig zijn”. Ze keek me nadenkend aan en zei: “Als jij zou opkomen, dan zou ik voor jou stemmen”. Dat gevoel kende ik ook bij een gepensioneerd man die zich outte als een ‘gedegouteerd socialist’. Hij kende me maar wist “verdekke toch niet dat ik een groene was”. Trouwens, hij volgde het allemaal wel niet zo, maar “die Bart Staes zegt toch zinnige dingen”. Dat vond ook een andere man die bij het aannemen van een folder ook al zijn respect voor onze Europese lijsttrekker niet onder stoelen of banken stak. “Die Bart Staes van jullie, die weet wat hij zegt”. Het was als een compliment bedoeld, al mag je hopen dat ze allemaal weten wat ze zeggen. Over ons ander boegbeeld, Mieke Vogels, lopen de meningen duidelijk uiteen. Het lijkt wel of ze niemand onberoerd laat. Je ben vóór Mieke of tegen. Ze heeft hevige fans en felle tegenstanders. Hoewel bewezen is dat vooral vrouwen het groene gedachtegoed genegen zijn, dan viel het mij op dat het net vele vrouwen kritisch zijn voor onze voorzitter. “Ze komt niet serieus genoeg over”, meende een vrouw die duidelijk ernstige mannen in maatpak verkoos. Dat het vestimentaire aspect niet onbelangrijk is kreeg ik te horen van een oudere, kokette dame. “Uw voorzitter zou zich eens wat deftig mogen opkleden als ze op tv kwam”. Ik liet haar de verkiezingsfolder zien waarop Mieke en de andere groene lijsttrekkers in een deftig pak poseerden. “Awel, da’s al veel beter”, klonk het. In dezelfde straat vond een man Mieke Vogels dan weer ‘een straffe madam’. “En ze komt altijd goedlachs over”, riep hij me achterna. Glimlachend vervolgde ik mijn weg, wetend dat zoveel mensen zoveel verschillende meningen hebben. Ook over Groen!. Maar dat is net de essentie van de democratie.

donderdag 4 juni 2009

De pastoor met het losse handje

Momenteel beperkt mijn nieuwsopzuigingsvermogen zich tot alles wat met de verkiezingen te maken heeft. De rest van het wereldnieuws, hoe belangrijk ook, interesseert mij plotseling slechts matig. Zelfs het feit dat mijn favoriete voetbalclub SK Lierse nog altijd aan de slag is in een eindronde om alsnog naar eerste klasse te promoveren. Het is voor mij van wereldbelang en toch kan ik er mij door de nakende verkiezingen niet op focussen. Ander nieuws ontgaat mij helemaal of het moest zijn dat er een passagiersvliegtuig van de radar verdwijnt. Of wanneer er in het naburige Olen, gemeente van mijn roots en mijn hart, iets gebeurt dat de nationale krantenpagina’s haalt. Dat is uiteraard hoogst uitzonderlijk, maar ziehier wat zich plaatsvond het voorbije weekend. Het gebeurde in de marge van het ondertussen succesrijke muziekfestival Gladi-olen (heeft u ‘em?). De plaatselijke KWB-afdeling drijft sinds enkele jaren mee op het succes met de organisatie van een heuse Music and Love Parade. Ik heb de stoet nooit gezien, laat staan er aan deelgenomen, maar ik stel er mij een resem traag rijdende open vrachtwagens bij voor die jongeren vervoeren en/of in vervoering brengen met luide muziek (en liefde?). Tot hier nog niks heel abnormaals, hoewel ik mij dit soort evenementen meer met grootsteden dan met plattelandsdorpen associeer. En net daarom liep het mis. Toen de stoet aan de plaatselijke kerktoren voorbijtrok, kraaide de haan van de pret of van de pijn. Dat is nog niet duidelijk. Maar de priester onderbrak zijn misviering en kwam met gezwinde tred en priestergewaad naar buiten gestapt. Het kwam tot een onvriendelijke woordenwisseling met de feestende massa waarbij de dorpsherder de organisatoren herinnerde aan de afspraken dat het lawaai al hoorde opgehouden te zijn. Waarop een jonge onverlaat een vreemd argument bovenhaalde. “Breek uw kerk af”, riep de jongeman. Het huis van God afbreken, dat liet de pastoor niet over zich heen gaan. Hij verkocht de snaak een felle mep. Gelukkig kwamen omstaanders tussen om een gevecht in regel te voorkomen. De pastoor was echter bereid om het spel eerlijk te spelen, want zo verklaarde hij achteraf “toen nam ik mijn bril af om de man de kans te geven terug te slaan”. Alleszins een vreemde variant op het bijbelse wangaanbod. Natuurlijk had de dorpspastoor onmiddellijk spijt van zijn los handje, maar ten gronde had hij het gelijk aan zijn kant. Dat moesten de organisatoren toegeven, want hun parade was ten slotte te laat vertrokken. Niettemin was het kwaad geschied. En zo stonden in het katholieke dorp Olen de katholieke priester en de katholieke KWB als vijanden tegenover elkaar. Even later hervatte de pastoor de misviering en predikte er de vrede en de verdraagzaamheid. En dat was ook de boodschap van de Music and Love Parade van de KWB.