zondag 26 oktober 2008

Miet en Wilfried

Ach, wat kan de liefde toch mooi zijn! Nee, ik heb het niet over mezelf, al had het best gekund. Ik heb het over Miet (65) en Wilfried (72). Het was al langer bezig tussen die twee. Maar het was ook al weer lang gedaan. En Wilfried had al een aardig liefdesparcours gereden. Twee mislukte huwelijken bekroond met 5 kinderen waarvan een dubbel vaderschap op latere leeftijd is bovendien niet niks voor een absoluut katholiek boegbeeld. Maar de liefde voor Miet sluimerde al jaren. Ze doorstond de bittere strijd voor het lijsttrekkersschap voor Europa. En Miet had nog een onbeschreven liefdesblad. Dus waagde Wilfried zijn kans. Hoewel, hij is niet goed in het tonen van zijn emoties. Een hert dat zijn kop schichtig door het struikgewas steekt en snel weer terugtrekt. Zo kent Wilfried zichzelf. Die ingehouden emoties, dat is juist zijn charme, vindt Miet. Dat zit snor. Politiek ook. Al zou Wilfried in Amerika voor de Republikeinen stemmen en Miet niet. Maar Wilfried zou Martens niet zijn als hij hier geen compromis voor had. Net als Miet zou hij voor Hillary stemmen mocht zij de Democratische kandidate zijn. Want een sterke vrouw aan het Amerikaanse roer had het liefdeskoppel wel zien zitten. Nog meer ‘in common’? Zeker wel. Miet heeft groene vingers. Ze werkt graag in de tuin. Intussen zit Wilfried ‘op de computer’. Heeft hij dan niks groen? Toch wel. Wie herinnert zich niet zijn beroemde uitspraak dat hij in het parlement vaak moeite heeft moeten doen om niet te applaudisseren voor de Groenen? Hij heeft het in elk geval goed kunnen maskeren. Want heel mijn jeugdig politiek leven was Wilfried voor mij de verpersoonlijking van het ‘politieke kwaad’. Zoals Reagan in Amerika. Aartsconservatief, saai en niet eens degelijk, pleitbezorger van kernraketten en het einde van de tunnel dat maar nooit in zicht kwam. Alleen een hoopvol teken. Zoals hij zijn huwelijk, Martens III (met Miet I), ook poëtisch omschrijft.

vrijdag 17 oktober 2008

Laat ons een bloem

Laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is
Laat ons een boom en het zicht op de zee
Vergeet voor één keer hoeveel geld een miljoen is
De wereld die moet nog een eeuwigheid mee

Deze strofe uit de evergreen van Louis Neefs zaliger wordt met de jaren een steeds nijpendere kreet. Helaas. Op groene acties en feesten heffen we het lied al eens aan. Het nummer zit ons als gegoten. Je zou het ook niet uit pakweg liberale kelen horen opborrelen. Die hebben dan weer Blauw, Blauw, Blauw van The Scene. Of op een bijeenkomst van het Vlaams Belang. Daar schallen de Strangers uit de boxen. Bij voorkeur met Baai de Raakswacht. Nee, geef mij dan maar een bloem en wat gras dat nog groen is, omdat de wereld nog een eeuwigheid mee moet. En warempel, deze week ging Leterme er bijna mee aan de haal. In zijn allereerste State of the Union luidde het dat de aarde nog een tijd mee moet. Afblijven, premier, dacht ik. Dat is van ons. Maar verder dan dat kwam hij niet. Geen bloem, geen gras, geen boom, laat staan een zicht op de zee. Zou het dan wel een knipoog naar Louis Neefs geweest zijn? Volgens De Standaard was Leterme nog van plan er bij te vertellen dat de aarde niet van ons is en dat we ze ongeschonden moeten doorgeven aan hen die na ons komen. Maar kennelijk kreeg hij dat niet door zijn strot. Bij ons komt dat er nochtans vlot uit: maatregelen nemen die het leven van onze kinderen en kleinkinderen niet hypothekeren heet dat in het groene jargon. Of nog: duurzaamheid. Het schijnt dat Leterme, nog meer gedreven door de geest van Louis Neefs, het financiële luik van zijn toespraak had willen besluiten met – inderdaad – ‘Vergeet voor één keer hoeveel geld een miljoen is’. Maar Herman Van Rompuy zou hem erop gewezen hebben dat nogal wat van zijn 800.000 stemmers aandelen hebben bij Fortis of een rekening in IJsland. En die ergeren zich al blauw, blauw, blauw aan het optreden van de regering.

dinsdag 14 oktober 2008

Ethisch bankieren

Als de schoenmakers eens wat meer bij hun leest zouden blijven, er zou veel minder onzin uitgekraamd worden. Zo zal ik zelden in debat gaan over technische onderwerpen, gewoonweg omdat ik besef dat ik er zelfs maar de basiskennis voor ontbeer. Ik moet dan ook voorzichtig zijn nu ik mij waag aan een uitspraak over de huidige financiële crisis. Want ook de bankwereld gaat quasi geruisloos mijn leven voorbij. Bankzaken behoren tot het departement van mijn vrouw. En daar bloos ik niet om. Want die zeldzame keer dat ik ‘verplicht’ werd te verschijnen op het kantoor van onze financiële instelling, liet de directeur verstaan dat hij een vrouwenzaak beheerde. Dat het leeuwendeel van de bankverrichtingen ten kantore door vrouwen werd uitgeoefend stelde mij gerust. Ik hoefde mij er verder niet om te bekommeren. Dat doet mijn vrouw wel. En zij doet dat goed, want ik hoor geen klachten. Behalve dan de afgelopen week. Zoals wellicht veel kleine spaarders vroeg ze zich hardop af wat er nu toch aan de hand was in de financiële wereld. “Dat komt ervan als je alles maar de vrije loop laat en volgens de meest liberale principes aan de vrije markt toevertrouwt”, zei ik. Daar keek ze van op. Ik geloof dat je gelijk hebt, zei ze tot mijn aangename verrassing. “Denk je ook niet dat het beter zou zijn dat er terug een sterke overheidsbank was zonder risico’s?” Nu moest ik haar gelijk geven. We moesten lachen omdat we bijna heimwee hadden naar de tijden van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas, kortweg ASLK. We herinnerden ons hoe we voor het eerst aanklopten bij het kantoor in het dorp. De directeur wilde ons destijds alle mogelijke spaarvarianten uitleggen. Ik onderbrak hem en zei dat we alleen geïnteresseerd waren in Krekelsparen. De man veranderde in één groot vraagteken. “Dat wordt hier niet gedaan”, stamelde hij alsof de grond onder zijn voeten stilaan wegzakte. “Iemand moet de eerste zijn”, had ik geantwoord. We voelden ons pioniers in ethisch bankieren. Ondertussen raakt het maatschappelijk verantwoord ondernemen in de financiële wereld stilaan ingeburgerd. De Triodos Bank heeft er zelfs haar core business van gemaakt. Maar de doorsnee spaarder heeft zijn weg naar het ethisch bankieren helaas nog lang niet gevonden. En de meeste banken de ethiek niet.

vrijdag 10 oktober 2008

De opvolger

Het is dus Hans geworden. Hans Van den Eynden volgt Kris Peeters op voor Groen!Open in de gemeenteraad van Herentals. Daar ging heel wat speculatie van de pers aan vooraf. De pers – en bij uitbreiding de hele lokale politieke wereld – werd al verrast bij de aankondiging van het afscheid van Kris. Niemand had een flauw vermoeden die laatste dinsdag van augustus dat het zijn laatste gemeenteraad was. Zelfs de grote opkomst van zijn partijgenoten deed geen belletjes rinkelen. Hijzelf nam zijn oppositierol nog ter harte als in zijn beste dagen. Daarbij schoot hij de ene pijl af na de andere. En bijna altijd was het raak. Voor het publiek was het genieten. Al duurde de raad daarmee tot over middernacht. Voordat de burgemeester de zitting sloot vroeg Kris nog een laatste keer het woord. Daarbij haalde hij papieren zakdoekjes tevoorschijn en al ‘professioneel’ afscheidnemend deelde hij ze rond ‘voor het geval de emoties te groot zouden worden’. Burgemeester, schepenen en raadsleden wisten niet wat ze zagen en hoorden. De nog aanwezige pers evenmin. Nauwelijks bekomen van het breaking news begonnen de perslui al te vissen naar een opvolger. Dat was onbegonnen werk omdat we besloten hadden nog niets te verklappen. Bovendien gingen ze ervan uit dat de opvolger zich onder de groene aanwezigen moest gezocht worden. En net nu waren we met zovelen als eresaluut aan Kris en om verder de nacht in te trekken met hem. En net nu was de echte opvolger er toevallig niet bij wegens vakantie. Ikzelf kreeg ook de vraag of ik terug zou komen. “Alleen om te komen kijken en luisteren”, sprak ik naar waarheid. Ik had geen zin om de aandacht naar mij te trekken. Die aandacht kreeg ik toch in het dorpsblad. Aan het eind van het gemeenteraadsverslag stond : “Wie hem (Kris Peeters, nvdr) nu in de gemeenteraad gaat vervangen: we stelden de vraag aan Ivo Briers, maar deze heeft geen ambities”. Zonder franjes geformuleerd, maar gelogen is het niet. Ik ambieer geen mandaat meer. Maar des te meer wil ik mijn schouders blijven zetten onder de partij in Herentals om ze een nieuw elan te geven en om onze mandatarissen met raad en daad bij te staan wanneer ze de nood ertoe voelen.

zondag 5 oktober 2008

De kermis wordt leger

Groenen hebben een geweten. Dat is geweten. Daarom trad Magda Aelvoet af als minister in de paars-groene regering wanneer er wapens richting Nepal vertrokken. Om maar iets te noemen. Hoewel. Met wapens hebben we het moeilijk. Zelfs op de kermis. Zo speelt mijn geweten op telkens ik de speelgoedkramen vol zie hangen met revolvers en geweren, sabels en dolken. Natuurlijk is het nep, al valt het steeds minder op. Onze kinderen hebben dat soort speelgoed nooit gekregen. Ze hebben er nooit om gevraagd. Opgevoed als keurige pacifistjes hebben ze ook nooit aan de schietkraam gestaan. En op de draaimolen zaten ze nooit in de oorlogstank. Politiek correct. Ze zouden zelfs netjes rechts rijden in de botsauto’s. Van botsauto’s was op de Herentalse septemberkermis voor het eerst dit jaar trouwens geen sprake. De populaire kermis vertoonde grote gaten. Ja, de klad zit er ferm in. Eerder stonden op de foor van deelgemeente Morkhoven amper 3 kramen. Het was een teken aan de wand. Je kan dan ook geloven dat ik mijn hart vasthoud voor de kermis in mijn eigen Noorderwijk. Even dacht ik eraan om contact te nemen met het Cremlin te Aalter. De plaatselijke burgemeester, tevens minister van Defensie, heeft een oplossing voor het tanende kermiswezen. Om zijn eigen kermis op te leuken liet hij een heel militair défilé aanrukken. De militaire politie was aanwezig met een demostand inclusief politiemotor. Verder: een oefenstand van de Marine, een militaire ziekenwagen voor eventuele gewonden en extramilitaire versterking voor de brandweer tijdens de jaarlijkse opendeurdag. Voor nog meer ambiance zorgde een Seaking helikopter die speciaal overvloog. Er werd zelfs een F-16 gespot in het Aalterse luchtruim. Hoewel hierover enige twijfel was, gezien de hoge snelheid van het toestel. Minister De Crem, die zijn voorganger André Flahaut constant onder vuur nam omdat hij het leger inzette als zijn propagandamachine, zag er ditmaal geen graten in. “De F-16s moeten toch hun vlieguren halen en dan kunnen ze beter iets nuttigs doen’, sprak zijn woordvoerder. Tja, een kermis opvrolijken is inderdaad nuttiger dan bombarderen in Afghanistan. Enfin, ik belde dan toch maar niet met het Cremlin om te informeren naar het militaire kermispakket. Mijn geweten, weet je wel? Misschien had ik de Minister van Milieu maar eens moeten bellen.