dinsdag 30 juli 2019

Hittegolven


Dat was me wat vorige week, op weergebied. Noord-Afrikaanse lucht kwam via Spanje en Frankrijk ons land binnengevlogen. Een kanjer van een hittegolf was het gevolg. Nooit gezien, nooit gevoeld. Een hittegolf komt normaal eens in de drie à vier jaar voor. En nu al de tweede op nauwelijks een maand tijd. Vorige zomer was het ook al tweemaal raak. Het gaat snel. Ukkel registreerde de afgelopen week liefst 39,7 gaden. Daarmee verplettert het de 36,6 graden van 1947. Weerman Frank Deboosere kon het zelf amper geloven. Als een record al gebroken wordt is het meestal met 0,1 graden, maar met meer dan 3 graden. Kom nou. De weerman wist met zijn verbazing geen blijf. En hij voegde eraan toe: “De laatste strohalm voor de klimaatnegationisten is nu ook weg.” Eat your heart out, klimaatontkenners. Is er airco in het Schoon Verdiep, Bart De Wever? Was de zeebries nog verkoelend, Jean-Marie Dedecker? Terwijl Goedele Liekens een dubbele beenbreuk viel in op vakantie in Spanje liet haar Begijnendijk het warmterecord optekenen met liefst 41,8 graden. Thuis in de Kempen flirtte de temperatuur met de 40 graden. Zelfs binnenshuis klom het kwik tot boven de 30 graden. We hebben dan ook geen airco en al evenmin rolluiken. Het toeschuiven van de gordijnen bracht weinig soelaas. En met een goed geïsoleerde woning als de onze blijft de hitte dan ook nog eens lang binnen. Het zweet liep me over de rug. De chocolade smolt in de kast. De kat vond geen aangenaam plekje. En mijn vrouw kwam op het onzalige idee om een tweede koelkast te gaan kopen. We fietsten door de hete lucht die – zo leek het – uit een warmtekanon op ons afgeschoten werd. Het straatbeeld oogde leeg. Geen mens op straat, nauwelijks een auto te bespeuren. We moesten lachen om onze impulsieve fietstocht, alleen op de wereld. Om wat schaduw te vangen maakten we een ommetje door het bos. Daar waar het normaal fijn en fris vertoeven is. Daar was nu geen sprake van. En humeurige insecten vlogen ons om het bezwete hoofd. Het deed deugd de geairconditioneerde elektrozaak  te betreden. Met een grapje vroeg ik de verkoopster naar een ijskast om mezelf af te koelen. De deal was snel beklonken. De levering gebeurde snel, net nadat de hittegolf het eindelijk moest afleggen tegen dreigende onweerswolken. De regen die altijd een spelbreker in onze zomer was heeft zich ontpopt tot godsgeschenk.  Wie had ooit gedacht dat we nog zouden smeken om hemelwater? Voor onszelf en voor de uitdrogende natuur. Zelfs voor de laatste klimaatontkenners.  

maandag 22 juli 2019

Drive-inwoning


Mijn neef uit Nederland en zijn echtgenote verkopen hun huis in Helmond. Los van de dubbele alliteratie in de vorige zin is het stekje dat ze verlaten een drive-inwoning. De naam van deze woonvorm wordt voornamelijk in Nederland gebruikt. Volgens Wikipedia noemen wij, Vlamingen, het een bel-etagewoning. Maar het hoeft niet te verwonderen dat dit geen belletje doet rinkelen. Een drive-inwoning is in werkelijkheid een eengezinswoning, in rij aan mekaar gebouwd, met de specificiteit dat de garage zich op het gelijkvloers bevindt en het woongedeelte op de eerste verdieping. Het ziet er uit als een betonnen appartementsblok met slechts enkele woonlagen. De auto woont onderaan, de mens boven. Een soort kangoeroewoning als het ware. Zoals de bejaarde het comfort krijgt om beneden te blijven, krijgt de wagen de beste plek. Op familiebezoek heb ik zelf gezien hoe mijn neef met eega en klein kind zich zijdelings langs de auto wurmden om via een steile en niet ongevaarlijke trap eindelijk hun leefruimte te bereiken. Hoe gek kan je het bedenken. Een architecturale woonvorm van diep in de vorige eeuw die de rode loper uitrolde voor Koning Auto. En hoewel mijn Nederlandse familie nog jong is en goed ter been willen ze op de begane grond gaan wonen. En of ze gelijk hebben. Beter laat dan nooit, dacht ik zo. Tot ik bij mezelf dacht dat ik zelf al bijna 30 jaar in een ‘auto-huis’ woon. Samen met mijn vrouw ben ik al zo lang eigenaar van een zogenaamde splitlevelwoning. De benaming is veel minder bekend dan het uitzicht van de bouwstijl. Officieel heet het een huis te zijn waarbij de vloeren een halve verdiepingshoogte van elkaar verspringen. In de praktijk zie je veel gelijkaardige huizen waarbij naast de gelijkvloerse garage de woning, hoger gelegen en met een trap, te bereiken valt. Boven de garage bevinden zich meestal één of meerdere slaapkamers. Zo is het ook bij ons. Weliswaar hebben wij de auto al lang de garagedeur gewezen en blijft hij dag en nacht, winter en zomer, buiten op de oprit. Zo hebben we bijkomende bergruimte en mensencomfort in het huis gecreëerd. Kwestie van de woonprioriteiten te herschikken volgens onze auto-logica. En ik hoop dan mijn Nederlandse neef snel een leuk mensenhuis vind.

maandag 15 juli 2019

Quinten


Laat ik het eens over onze zoon – dochterlief komt nog aan de beurt - hebben. Want daar is een goede reden voor. Hij wordt vandaag 21, niks speciaals voor hem, maar voor zijn ouders toch een dag om even bij stil te staan. En om hem in de schijnwerpers te plaatsen, al vindt hij dat als mister Nuchterheid zelve absoluut onnodig. Quinten – let op zijn naam -werd dus geboren op de 15de dag van de maand juli 1998 precies om 5 over 5 in de vooravond. Dat hij net als zijn vader als man van principes door het leven zou gaan bleek al in zijn kleuterjaren. Terwijl leeftijdsgenootjes in de speeltuin op allerhande toestellen kropen, zei hij eens na een korte overpeinzing kurkdroog: “Papa, dit is nog veel te gevaarlijk voor mij”. En hij liep op een drafje naar een volgend toestel. Net als zijn zus is Quinten vleesloos opgevoed. Ja, onze kinderen hebben in hen leventje nooit vlees gegeten. Op verjaardagsfeestjes werd voor hen een sandwich met choco gesmeerd terwijl de andere kinderen een hot dog aten. En hoe vaak kocht hij na het voetballen niet een broodje met mayonaise zonder de worst. Hilarisch hoe de verkopers van dienst niet wisten of en hoeveel ze hiervoor moesten aanrekenen? Zijn drankgewoonten waren zo mogelijk nog aparter. Geloof het of niet, maar Quinten heeft tot op de dag van vandaag geen druppel frisdrank gedronken. Zelfs als kleuter dronk hij alleen plat water en koffie. Mijn vrouw nam altijd een flesje water mee in haar handtas om zijn koffie in het café te verdunnen. Ook hier weer talloze hilarische taferelen van obers die ons vragend toekeken als een pakweg vijfjarige Quinten doodleuk een koffie bestelde. Op zijn vijftiende kwam hij met de mededeling dat hij ook geen vis meer wou eten. Gaandeweg begon hij zuivel en eieren te mijden en sinds enkele jaren eet hij uit overtuiging volledig plantaardig is dus vegan. Stilaan rijpten zijn ecologische principes ook op andere vlakken. Zo gaat hij liever niet op reis, tenzij een sporadische korte fietsvakantie. Zijn verplaatsingen gebeuren overigens per fiets of met het openbaar vervoer. Hij wil bewust geen rijbewijs voor de auto. Hij is superkritisch voor al wat naar materialisme neigt. Zijn eigen aankopen worden tot het minimum beperkt. En wat hij koopt moet ethisch verantwoord zijn. Hij noemt de meeste mensen ‘slachtoffers van de consumptiemaatschappij’. Voor dieren heeft hij een zwak. En zo is hij politiek bewust geworden en lid van Jong Groen. Na zijn middelbare studies is hij op kot gegaan in Leuven om er Politieke Wetenschappen te studeren. Heerlijk hoe wij thuis politieke gesprekken voeren. En om vast te stellen dat deze jonge man pertinente politieke vragen stelt en dezelfde verwondering en ergernis bezit als zijn vader. Een zachte dwarsligger. Tegen de stroom op. Wat een zalige kerel! Trots op Quinten.

maandag 8 juli 2019

Zatte nonkel


Ik zal het maar meteen toegeven: ook ik heb me al wel eens als een zatte nonkel gedragen. Eigenlijk best veel, maar dat was in mijn jeugdige jaren en toen was ik nog geen nonkel. Nu, op gevorderde leeftijd, bezondig ik mij nog welgeteld één keer per jaar aan overmatig alcoholgebruik. Op het buurtfeest in mijn eigen straat waggel ik dan na een sociale verbroedering huiswaarts en realiseer ik nog niet dat deze overdaad de volgende dag cash zal moeten betaald worden met een fikse kater. Het klinkt allemaal nog onschuldig en dat is het ook. Bovendien blijft de auto op stal omdat het om een thuiswedstrijd gaat. Overigens heb ik alcohol achter het stuur al heel lang afgezworen. Meestal gaan mijn vrouw en ik per fiets naar een feestje. Voor verre bestemmingen is mijn echtgenote steevast Bob. Al heb ik ook dan – zoals reeds aangegeven – nog tegenwoordigheid van geest. Gewoonlijk drink ik mijn Trappist of Tripel ’s avonds in de zetel. Daarom noemt mijn vrouw mij een ‘Thuisdrinker’ of zelfs een ‘Keukendrinker’ wanneer ze me bij het inschenken al een flinke teug ziet nemen. Het etiket ‘Zatte Nonkel’ laat ik graag aan anderen over. Geert Bourgeois gebruikte de term om de toetreding van het Spaanse extreem-rechtse Vox tot dezelfde Europese fractie als de N-VA te vergoelijken. “In elke fractie heb je wel die zatte nonkel waarvoor je de andere kant opkijkt”, stelde Bourgeois zalvend. In het geval van Vox wel een gevaarlijke nonkel. Vox-politici huiveren van feminisme en zijn in de overtuiging dat vrouwen in Spanje niet gediscrimineerd worden. Volgens de partij zouden de duizenden klachten van vrouwen die partnergeweld aangeven verzonnen zijn en is het de hoogste tijd om mannen in bescherming te nemen. Vox ziet heil in een machocultuur met een traditioneel rolpatroon binnen het gezin. Naast anti-feministisch is de partij anti-migratie, anti-islam en homofoob. En aanhangers van de gewezen dictator Franco. Dichter bij huis gedroeg kersvers voorzitter van het Vlaams Parlement Kris Van Dijck (N-VA) zich zopas als een zatte nonkel. In zijn eigen gemeente Dessel – en dus vlak bij huis – reed de burgemeester met 1,42 promille in het bloed een aanhangwagen aan. Tja, daar heb je weer die zatte nonkel in elke partij. Vooral bij de N-VA lusten ze er wel, euh, pap van. Denken we maar aan de Antwerpse schepen Ludo Van Campenhout die op dit eigenste moment nota bene in India vertoeft om te ‘herbronnen’ na eerder mislukte ontwenningskuren. En, last but not least, heeft de N-VA zelfs een ‘zatte tante’ in haar rangen. Liesbeth Homans draagt een aardige reputatie mee. Op haar eerste dag als nieuwbakken eerste vrouwelijke Vlaamse minister-president noemde ze de Belgische vlag zowaar een vod. En dan had ze naar verluidt nog niet eens gedronken… Ik blijf lekker thuis en drink als groene straks maar eens een biobiertje. De Gageleer staat alvast koud.