dinsdag 29 januari 2008

Ambassadrice van de Vlaamse kunst

We vluchten weg uit het Antwerpse Vakantiesalon. Weg van de platte commercie van voorgekauwde reizen. Ik vind er mijn draai niet. Draaien gaat overigens niet vanwege de overrompelende drukte. Nergens kan ik me rustig informeren over pakweg een niet-al-te-toeristische Spaanse vakantiebestemming. Even later sta ik met vrouw en kinderen op het Antwerpse Zuid en zie dat de verstandhouding tussen de Vlaamse en Waalse kaai nog altijd goed is. In deze communautair geladen tijden weet je maar nooit. Op een steenworp van de Schelde roept deze plaats een sfeer van internationale neringdoenerij bij me op. ‘L’entrepôt du Congo’ heet een café. Wat verderop drink ik een ‘bangelijk’ bier dat ter plaatse is gebrouwen. Eethuizen in de buurt zijn van vele nationaliteiten. Belgisch, uiteraard, maar even goed Spaans, Noord-Afrikaans, Indisch tot Arabisch toe. Even verderop staat een plechtstatige 19de-eeuwse kunsttempel te pronken. Ervoor ligt een vijver die de kinderen lokt. Niet zo maar gewoon een vijver. Het is ‘De diepe fontein’ van de Spaanse kunstenares Cristina Iglesias. De kinderen vragen hoe het komt dat het water terugtrekt en weer opkomt. Zonder mijn antwoord af te wachten zegt mijn zoon dat het wel door de computer komt. Hij heeft gelijk. Samen met zijn zus rent hij de trappen van het Museum voor Schone Kunsten (KMSKA) op. Binnen zit een jonge vrouw achter de balie. Ze zegt beleefd goeiedag. Haar ogen zijn bijna even donker als haar hoofddoek. “Ben jij ambtenaar van de stad?”, hoor ik mezelf plotseling vragen. Haar open, vriendelijk gezicht vertrekt. Afgemeten antwoordt ze dat ze in dienst van de Overheid werkte. “Ik ben blij voor jou dat je nog met een hoofddoek mag werken”, stel ik haar gerust. Ik realiseer me dat ik haar even heel bang heb gemaakt. “Voor mij doet die hoofddoek er niet toe. Ik vind het gewoon belangrijk dat je je werk goed doet.” “Ja, zo is het”, zegt ze in vlekkeloos Nederlands met een Antwerpse toets, “maar ik krijg hier wel eens andere reacties”. Ze zucht veelbetekenend. “Toch niet van ons”, en ik wijs naar de pin met het partijlogo op mijn revers. Ik steek de pin altijd op wanneer ik Antwerpen bezoek. De vrouw knikt begrijpend. We kijken wat rond in de majestueuze inkomhal van het museum. Het onderkomen van Vlaamse primitieven, Rubens, Van Eyck, Memling, Ensor, Permeke en Rik Wouters. Of Vlaamse expressionisten als Rodin, Hals en Modigliani. Mijn echtgenote vraagt zich af waarom vrouwen naakt geschilderd worden. De kinderen kijken hun oogjes ook uit. Net voor we door de draaideur terug buiten willen gaan, hoor ik haastige stapjes me inhalen. De vrouw met de hoofddoek stopt me een brochure toe. “Ook voor de kinderen hebben we een mooi aanbod. Alles staat in de brochure”. De perfecte ambassadrice voor de Vlaamse kunst, denk ik.

woensdag 16 januari 2008

Mens-erger-je-niet

Na alle feesten en recepties is het weer business as usual. En eerlijk gezegd ben ik daar niet rouwig om. Alles op zijn tijd, zeg maar. Tussen Kerst en Nieuwjaar zijn we weer een paar dagen gaan uitwaaien aan zee. Dat doen we elke jaar. Gewoon, gezellig met de kinderen op een appartementje in Oostende. Geen zorgen, lekker eten, zicht op zee. TV uit ’s avonds en Mens-erger-je-niet spelen. Letterlijk en figuurlijk. Het leed van de wereld even niet aantrekken. Je hoort de wind te keer gaan, de golven opstuwen. Hoe meer, hoe liever. We zitten lekker knus 5 hoog. Dat was ook zo 3 jaar geleden. Omdat ik een nieuwsfreak ben, zette ik op 26 december om 19u de TV aan, alleen voor de hoofdpunten. Wat ik toen zag, tartte alle verbeelding. Enkele dagen later kende de wereld een nieuw woord. Tsunami. “Dan zitten wij hier goed”, stamelde ik, kijkend naar het zwarte gat dat de Noordzee in het donker is. Ook deze keer zette ik de TV aan, weer alleen voor de hoofdpunten. En als bij toeval was er weer slecht nieuws vanuit het verre Azië. Benazir Bhutto was doodgeschoten. Ik was er even ondersteboven van. Toen moest ik weer Mens-erger-je-niet spelen. ’s Anderendaags wilden we zoals vorige keer inschrijven voor een geleid bezoek aan de luchthaven van Oostende. Omdat ik me niet mocht ergeren had ik me toen de hele presentatie die aan de rondgang voorafging kritiekloos laten inlepelen. Ik had mijn vrouw verwittigd dat het dit jaar niet meer waar zou zijn. Even geen mens-erger-je-niet. Ik zou vragen naar de toegevoegde waarde van deze luchthaven. Naar de ethische codes, want er wordt maar al te graag alleen over economische cijfers gesproken. Is het waar dat vliegtuigen die elders niet mogen landen hier nog welkom zijn? Hoe zit het met de wapentrafiek via Oostende? Worden er vragen gesteld over het vervoer van bv. Afrikaanse vis naar Oostende? Of tropische vruchten in de winter? Hoe zit het met de veiligheid van de toestellen? Bijvoorbeeld met de bedenkelijke MK Airlines-vloot van de Zimbabwaan Mike Kruger? Wat vindt men hier op de luchthaven van de kritische vzw Wiloo? Ik wreef me in de handen en zag al voor me hoe andere bezoekers verbaasd zouden opkijken bij zoveel vragen en bedenkingen. Het heeft helaas niet mogen zijn. Groepsbezoeken aan de luchthaven zijn afgeschaft. Officieel heet het dat de veiligheidsnormen verstrengd zijn. Toen ik hierbij mijn wenkbrauwen fronste, haastte een insider zich me toe te vertrouwen dat er over de groepsbezoeken onenigheid bestaat binnen de directie van de luchthaven. “Het lijkt wel alsof men lucht heeft gekregen van mijn komst”, dacht ik licht overmoedig. En ik ergerde me dat ik me niet kon ergeren.

dinsdag 8 januari 2008

Op de boekenbeurs

Ik was vorig jaar de eerste bezoeker van de Boekenbeurs in Antwerpen. Op de voorlaatste dag. Twee oude dametjes stonden naast me. Zegt het ene besje tegen het andere na één lange jammerklacht over God-weet-wat: “Ik zou er een boek over kunnen schrijven.” Ik schoot in de lach, wat onbeleefd overkwam. Toen dacht ik: wat houd je tegen. Heb je geen tijd of kan je niet schrijven: geen probleem. Doe zoals pakweg Natalia of Kim Clijsters. Of Rutger Beke, Tom Boonen of Jean-Marie Pfaff. Zij bellen een ghostwriter. De anonieme schrijver die jouw verhaal optekent en wiens naam zelfs niet in kleine lettertjes op je boek staat. Neem nu mijn dorpsgenoot Karel Michiels. Spookschrijver eerste klas. Cijfert zichzelf volledig weg en blijft met plezier in de grote schaduw van vedetten zoals Vlaanderens enige bekende plastisch chirurg Jeff Hoeyberghs. Het verhaal moet wel belangrijk genoeg zijn, stelt Karel Michiels als enige voorwaarde. Noem het een soort idealisme. Schrijft in opdracht voor de genoemde Hoeyberghs of groene politici. En pater Versteylen.
Op de stand van Natuurpunt vroeg een jongedame me of ik lid wilde worden van haar vereniging. “De natuur is zo belangrijk voor ons allemaal”, zei ze me met gemeende overtuiging. Ik stelde haar een deal voor. Alle leden van Groen! worden lid van Natuurpunt en alle leden van Natuurpunt worden lid van Groen!. “Laten we beginnen met onszelf”, ging ik meteen door. “Ik ben al lid van Natuurpunt. Nu is het aan jou.” “Ik zal er eens over nadenken”, antwoordde ze, lichtjes beduusd.
Indi-TV wil zich mengen in het titanengevecht tussen Belgacom en Telenet. Een vertegenwoordiger klampte me aan en polste naar mijn interesse. Die is er niet, zeker zo lang mijn videorecorder het niet begeeft. “En ik wil ’s avonds vooral lezen”, maakte ik me er van af. Waar kan dat meer geloofwaardig klinken dan hier?
Ik noteerde 68 titels van boeken die ik wil lezen. Te veel om te kopen en dus kocht ik er geen. Gelukkig zijn er bibliotheken. Benieuwd wat ik zal lezen dit jaar.

woensdag 2 januari 2008

Nieuwjaarsbrief aan Fauzaya Talhaoui



Beste Fauzaya,


Ik volg je doen en laten op de voet. Nuance, want ik wil niet verkeerd begrepen worden en als stalker bestempeld worden. Ik ben je politieke (en dus publieke) activiteiten, nadat je de groene partij de rug hebt toegekeerd, met veel belangstelling blijven volgen. Aan het eind van deze brief zal je begrijpen waarom.
Fauzaya, ik meld me trouwens via deze ietwat onpersoonlijke weg, maar het liefst had ik je de afgelopen zomer tegengekomen ‘in ‘t stad’ zoals je op je webstek suggereerde. Ik zou je dan eerst beleefdheidshalve gefeliciteerd hebben omdat je verkiezingsgewijs de laatste jaren niet slecht geboerd hebt. Van het aantal voorkeursstemmen dat je bij de opeenvolgende verkiezingen haalde konden wij bij Groen! alleen maar dromen. Dat dit ook (en vooral?) komt omdat je bij een grotere partij, pardon: kartel, zit, doet niks ter zake. Ik zou in mijn gemeente ook gemakkelijk mijn persoonlijke score kunnen verdubbelen, ja wellicht verdrievoudigen, als ik naar een rode of oranje partij zou overstappen. Maar ik doe het niet en dus heeft het verder geen belang.
Na mijn felicitaties zou ik je vervolgens mijn medeleven betuigd hebben. Op 10 juni was je kandidaat voor de Kamer. En je zegt het zelf op je website: “Ik haalde het net niet. ” Vorig jaar haalde je een prachtig resultaat bij de gemeenteraadsverkiezingen. De poort van het Antwerpse stadhuis stond klaar om open te zwaaien voor de eerste allochtone, vrouwelijke schepen. Het was buiten Patrick gerekend. Je haalde het net niet. Enkele maanden geleden keek ik uit naar de voorzittersverkiezingen bij Spirit. Ik voelde aan dat je een rol van betekenis ging spelen. Kwam daar plots Bettina Geysen van de VRT overgewaaid om het roer van de partij in handen te nemen. Fauzaya, ik zou gezworen hebben dat jij dan zeker één van de twee ondervoorzitters zou worden. Wie schetst mijn verbazing toen ik de pijnlijke kop ‘Talhaoui blijft met lege handen achter’ in mijn krant las. Oudgediende Nelly Maes werd rechtstreeks verkozen als eerste ondervoorzitter en aangezien in het trio voorzitter-ondervoorzitters één man moet zetelen, kon jij zelfs niet opkomen in een tweede ronde. Het was dus weer ‘net niet’. Een schande vind ik het, alleen al omdat je in de ‘wie is wie’ op de officiële website van je partij zult blijven ontbreken. Zelfs de ‘bewegingsverantwoordelijke’ wordt er vermeld. Nu ja, omdat hij aan Geert Lambert wel een karwei zal hebben verdient hij zijn vermelding.
Fauzaya, weet je nog dat je in de aanloop naar de verkiezingen van 18 mei 2003 aan een debat deelnam (voor Agalev) in een jeugdhuis te Olen? Het was dat debat waarbij die andere klimmende ster, Inge Vervotte, één van je opponenten was. Gevraagd naar haar mening over het gemeentelijk stemrecht voor migranten, begon Vervotte met te zeggen dat ze principieel pro was, maar dat het eigenlijk moeilijk lag, en dat het beter was om nu nog niet en wellicht later wel, en dus was ze eigenlijk aan het eind van haar zin contra. Ik voorspelde haar meteen een bloeiende carrière bij haar partij. Enfin, je had me vooraf gevraagd om het debat even mee voor te bereiden, omdat je de sfeer van ‘t stad’ wel goed kende maar niet de gevoeligheden in de Kempen. Niks mis mee overigens, en we staken de koppen bij mekaar. Tijdens het debat verliep alles naar wens. Je gaf meer gevatte antwoorden dan pakweg Vervotje. Na het debat wou je snel naar huis. Buiten namen we afscheid en wensten elkaar nog sterkte in de campagne. Weet je nog dat ik toen nog zei dat ik ondanks alles een voorgevoel had dat het slecht ging aflopen. Je antwoord zit nog altijd tussen mijn oren. “Wat er ook gebeurt, we moeten en zullen erin blijven geloven. Het groene gedachtegoed is zo rijk dat het altijd zal overwinnen.” Overwinnen, zoals je naam, Fauzaya die in het Arabisch ‘overwinning’ betekent. Even later was je weg. Echt weg.
Fauzaya, ik weiger te geloven dat je je met jouw profiel beter voelt in een Vlaamsgezinde, links-liberale partij. Meer dan ooit is het (helaas) duidelijk dat de ecologische uitdagingen de politieke agenda zullen bepalen. Je zult mij niet horen zeggen dat de splitsing van BHV niet belangrijk is. Maar een duurzame politiek om onze aardbol te redden vinden we samen toch nog net iets belangrijker?
Fauzaya, samen met je voorzitter stellen we vast dat de geest uit Spirit is. De partij is ontredderd nadat er alleen maar socialisten in jullie kartelzetels mogen zitten. Tja, zo kan dat gaan met kartels. Je voorzitter is terecht verbitterd en stelt het voortbestaan van het kartel openlijk in vraag. Maar, en ik zou me in mijn koffie verslikt hebben mocht ik aan mijn ontbijt toe geweest zijn, ze deed een nauwelijks verholen aanzoek aan Groen!. Je kent onze aversie van kartels nadat wij ooit bijna doodgeknuffeld werden door Steve Stevaert, zelfs nadat we de huidige gouverneur van vooralsnog Belgisch Limburg uit puur zelfbehoud een ‘schijnheilig paterken’ moesten noemen. Onze voorzitter, Mieke Vogels, die samen met u en mij en nog andere Groenen nog campagne voerde in mijn stad Herentals, heeft het kartelaanbod al afgewezen nog voor de vraag openlijk werd gesteld. Daarmee bespaart ze je partij een gewisse vernedering. Maar verdenk mij geenszins van leedvermaak. Daarvoor ligt onze eigen politieke afstraffing me nog te vers in het geheugen. Maar gelukkig zijn Groenen als paddestoelen en die komen dus terug.
En dat is net wat ik jou vragen wou: wanneer kom jij terug? Want jij verdient beter. En wij ook.