zondag 3 mei 2020

Bericht vanuit mijn kot (eind april)


Alles blijft anders en ook weer niet. De strenge coronamaatregelen houden de pauzeknop van de maatschappij ingedrukt. En maar goed ook. Besmettingen en overlijdens zakken traag maar gestaag. De druk op de ziekenhuizen vermindert en  het personeel – excusez le mot – herademt. Daar kunnen de onverlaten die toch nog lockdownfeestjes houden of in het paasweekend uit hun kot kwamen niet tegenop. Gelukkig zijn de hersenlozen maar een fractie van de rest van de bevolking die zich verantwoordelijk gedraagt. Zelf werd mijn sociaal geamputeerd gedrag in deze maand uitermate op de proef gesteld. Stel je dit voor: verjaardagen van hoogbejaarde ouders en schoonouders, diamanten jubileum van de ouders en – op de koop toe – mijn eigen parelhuwelijk. Ik geef toe: ik heb het zelf ook opgezocht. Wat een aaneenschakeling van familiale feesten had moeten zijn is in mineur gevierd. En zoals we nu vaak zeggen: we gaan het later goedmaken! Laten we het maar filosofisch opnemen: we zijn nog steeds gespaard gebleven van covid-19 en dat is een feest op zich. En dus is mijn telewerk stilaan mijn ‘nieuwe normaal’ evenals de wandel- en fietstochtjes met mijn vrouw, het joggen, lezen en TV-kijken. Met dank aan het mooie lenteweer vertoeven we op het terras en verderop in de moestuin. Heerlijk rustgevend om vers zaaigoed te zien ontluiken en millimetersgewijs groeien. Mijn zen-moment bij uitstek. Elk jaar opnieuw en dus niet coronagerelateerd. In tegenstelling tot de algemene buitenrust, ja zelfs stilte. Af en toe neemt de natuur nu de overhand en spreidt een geluidsisolerend deken uit. Een symfonie van kwetterende vogelgezangen treedt op de voorgrond wanneer gemotoriseerd vervoer afwezig is. Weg ook met de drukte. Weg met die ellendige rat race die we allemaal verfoeien maar die ons toch van hot naar her jaagt. Back to basics. Zo lijkt het wel. Alleen de essentie nog. Hoe erg dat een wereldwijd virus ons met de neus op de feiten moet drukken. En dan maar hopen dat – eens deze coronacrisis voorbij is –we de juiste lessen trekken en niet hals over kop als uitgehongerde consumenten het kapitalisme weer op het schild hijsen. Of zou de mensheid echt een mensdom zijn?

zondag 26 april 2020

Bericht vanuit mijn kot (eind maart)


Alles is anders en ook weer niet. Ik schrijf u vanuit mijn kot en voel mij gezond. De voorbije weken had ik een flinke snotvalling te pakken. Dus juist, wat dacht ik dat ik had? Te meer omdat mijn vrouw op vrijdag de dertiende (maart) ziek thuiskwam van haar werk en zich onmiddellijk (mocht/moest) laten testen op het coronavirus wegens tewerkgesteld in de zorg. Na een zieke en stresserende week volgde het resultaat: ze was negatief getest. Verder onderzoek wees uit dat sinusitis de boosdoener was. Ze wist niet of ze blij mocht zijn met het verdict of toch niet. Sindsdien ga ik er ook maar vanuit dat ik niet besmet geweest ben. Maar zoals heel velen weten we het niet en blijft het spannend. Als recente kankerpatiënt heb ik bovendien (nog) geen al te groot vertrouwen in mijn immuunsysteem. We juichen de harde maatregelen van de regering dan ook toe en hopen dat de lockdown – die we in België geen lockdown noemen – gehandhaafd blijft tot alle gevaar geweken is. Zoals bij u (en u en u en…) vergt het moed en discipline maar in het belang van de algehele volksgezondheid twijfelen we geen seconde aan het nut van de social distancing. Ik wandel met mijn vrouw, ik jog alleen en ik doe de broodnodige boodschappen in de daluren. Ik telewerk dat het een lieve lust is, maar werk en privé lopen nog door elkaar nu de leefruimte mijn home office is. Af en toe kruist mijn pad dat van de kinderen die als jong volwassen studenten door mijn kantoor struinen als ze geen les vanop afstand volgen of respectievelijk aan masterthesis en hogeschooltaken werken. Zij mopperen niet al te veel. Ook mijn vrouw herademt – letterlijk -  nu ze terug aan de slag is als keukenmedewerkster in de zorg waar strikte veiligheidsmaatregelen van kracht zijn. Ja, ondanks deze nooit geziene toestand proberen we ons dagelijks leven toch nog zijn gewone gangetje te laten gaan. Binnenskamers lezen we nog steeds en kijken we vooral naar de actualiteits- en duidingsprogramma’s op tv. Buiten maken we de tuin klaar voor het zomerseizoen en mijn groene vingers hebben het eerste zaai- en plantgoed al in de tuinbedden gestopt. Al mis zelfs ik de echte sociale contacten (vooral met mijn ouders in het woonzorgcentrum!) de coronacrisis verplicht ons in zekere zin ook tot een heilzame rust en kalmte. En tot nadenken hoe we belangrijke levenslessen kunnen trekken uit dit horrorscenario.

zondag 8 maart 2020

De storm van 1990

Weerkaart 25 januari 1990
Ik keek vanochtend door het verandaraam naar de windstille bomen die zich koesterden in een flauw nawinterzonnetje. Hoe anders was dat de afgelopen weken. Stormen Ciara, Dennis en Jorge – die was hij niet eerst in Spanje gedetecteerd Ellen had geheten – hielden lelijk huis in het land. Buitensportwedstrijden en carnavalstoeten werden afgelast. Parken werden uit voorzorg gesloten. En her en der vielen bomen op auto’s en huizen. Zelf moest ik ook een dakwerker raadplegen om kleine schade aan losgekomen dakgootbekleding te herstellen. Het was klein bier vergeleken met de stormen van exact 30 jaar geleden. Ik herinner ze me zo goed omdat ze niet alleen extremer waren maar dieper doordrongen in mijn leven. Mijn vrouw en ik hadden toen pas een huis gekocht en nadat we op 1 januari de sleutel van de vorige eigenaar overhandigd kregen gingen we met volle moed aan de slag om ons nieuw stekje een opfrisbeurt te geven. Avond na avond schilderden en veegden we en vormden we een lege, kille woning om tot een knusse woonplaats. Op 24 januari onderbraken we onze werkzaamheden om te klinken op de verjaardag van mijn echtgenote, die ik nog enkele maanden mijn vriendin mocht noemen. En toen gebeurde het. Op 25 januari trok een storm over het land waarbij ik dacht dat ons stulpje letterlijk zou gaan vliegen. In Bevekom werd een maximale windstoot van 168 km/u geregistreerd. In de Ardennen noteerde Saint-Hubert windsnelheden tot 152 km/u. Aan zee moest Oostende met een windstoot van 145 km/u maar net onderdoen. Vergelijk even met de net gepasseerde storm Ciara die een maximale windkracht van 127 km/u liet noteren in Sainte-Ode (provincie Luxemburg) en een rukwind van 120 km/u in Blankenberge. Zoals dit jaar in februari verschillende stormen – toevallig in het weekend – zich opvolgden, was dat 30 jaar geleden ook – en zelfs tot elf maal toe! – het geval. Maar terug naar die eerste storm van 25 januari 1990. In plaats van verder ons pas gekochte huis op te knappen, was het ’s anderendaags de schade opmeten. En of er schade was. Van de vele grove dennen in onze tuin lagen metershoge takken en kruinen opgestapeld langs alle kanten rondom het huis. Een ravage waar letterlijk geen doorkomen aan was. En erger nog bleek toen we zagen dat een tak, zo dik en lang dat het leek of het een boomstam betrof, zich door het dak van de woning had geboord. Het was om te huilen. En dat deden we ook. Weken heeft het geduurd om het dak te laten repareren, de afgeknapte takken door te zagen en te verwijderen, geknakte bomen met spijt in het hart om te zagen en een zee van dennennaalden op het dak, in de dakgoten en op de grond te lijf te gaan. Het kostte niet alleen tijd maar ook veel geld dat we voor huis-, tuin- en keukenraad hadden voorzien. De romantiek van een jong koppel dat een nestje klaarmaakt was ver weg. Toch zouden we op 20 april elkaar het ja-woord geven en onze huwelijksnacht doorbrengen in onze eigen woning. De storm was voorbij. En ook weer niet…


vrijdag 28 februari 2020

Een hart voor de Netevallei: 10 jaar later


Al een aantal jaren op rij grijpen Groenen her en der te lande Valentijnsdag aan om in alle vroegte aan de plaatselijke stations pendelaars te bedanken voor hun keuze voor het openbaar vervoer. Een hartje onder riem, zeg maar. Tegelijk wordt een lans gebroken voor meer en beter openbaar vervoer. Stipter, schoner, goedkoper. Kortom, investeren in de ecologische vervoersmodus. Mijn groene vrienden waren onlangs dan ook weer paraat en al schitterde ik zelf in afwezigheid, mijn hartelijke steun hadden ze alvast. Exact 10 jaar geleden was ik wel van de (groene) partij. Hoewel er toen nog geen sprake was van een gecoördineerde ‘Valentreinsactie’ stond ons Herentalse persmoment ook al in het teken van de mobiliteit, en al zeker van de ruimtelijke ordening. Met onze actie die op Valentijn natuurlijk niet toevallig ‘Een hart voor de Netevallei’ werd gedoopt, hielden we een ludiek protest tegen de stadsplannen om op deze idyllische en bovendien overstromingsgevoelige rivieroever een extra parking voor het nabijgelegen ziekenhuis aan te leggen. Zie ook mijn stukje van 10 jaar geleden (gepost op 18/02/2010). De plannen zijn (voor eeuwig?) opgeborgen en zonder valse bescheidenheid kunnen we stellen dat we onze slag hebben thuisgehaald. In de plaats is zopas een parkeerverdieping op de bestaande ziekenhuisparking gebouwd. Nu ik het voorbije anderhalf jaar zowat meer in het Herentalse ziekenhuis verbleef dan op alle andere mogelijke plaatsen samen heb ik een goed beeld van de auto- en parkeerdrukte. En dus van de terechte nood aan bijkomende parkeerplaatsen. Maar even duidelijk zag ik vanuit mijn ziekenhuiskamer heel veel bussen van de Lijn waar in verhouding maar heel weinig mensen af- en opstapten. Ik hoor mezelf hierover nog in mijn benarde gezondheidstoestand heelder boompjes opzetten met verplegend en ander ziekenhuispersoneel. Nu ik weer gezond en wel thuis ben besloot ik met deze gedachte in het hoofd voor mijn echtgenote een fles heerlijke, biologische schuimwijn uit de Wereldwinkel te kraken. Het was ten slotte Valentijn.

vrijdag 17 januari 2020

Uitgelezen boeken - non-fictie (2)


Waar boeken me naartoe geleid hebben om de vinger aan de pols te houden van de (geo)politieke actualiteit beschreef ik al. Mijn interesse en nieuwsgierigheid – die altijd hand in hand gaan – brachten me daarenboven naar nog een aantal boeken van en over boeiende mensen en systemen of mogelijke trends in de samenleving. Onder deze mega-noemer som ik de innemende lectuur op van volgende titels die mij meer inzicht in hetzij de persoon hetzij de maatschappelijke tendens bezorgden.

Respect is de nieuwe Punk. M.Almaci

Jan Peumans: een zachte anarchist. Wim Peumans

Dagboek van een anker. Sigrid Spruyt

Donuteconomie : in zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw. Kate Raworth

Nooit meer slachten : hoe kweekvlees ons bord en de wereld zal veranderen. Paul Shapiro

Propere handen. Olivier Plancke

Schreeuw in de stilte : mijn strijd tegen Vladimir Poetin. Ildar Dadin

zondag 12 januari 2020

Uitgelezen boeken - non-fictie (1)


Het hele jaar door ga ik op reis in boeken. Comfortabel en milieuvriendelijk. Retroactief neem ik je graag mee naar dichte en verre oorden die door de brandende actualiteit mijn aandacht trokken. Als opwarmer las ik het frivole Waarom Belgen gelijk hebben en Nederlanders gelijk krijgen van Mick Matthys. De schrijver toont helder aan hoe (hard) wij verschillen van onze noorderburen. En dan over naar het serieuzere werk: In De grote verkilling houdt Geert Van Istendael een vurig pleidooi voor het behoud van de sociale zekerheid als product van de Europese beschaving. Leg het verband met het boek De onfatsoenlijken van Jan Antonissen die in zijn roadmovie verspreid over Europa bange blanke mannen opzoekt die hun toevlucht zoeken tot populistische partijen. Met De autoritaire verleiding van Casper Thomas gaan we nog een stap verder. Hij onderzoekt vijf landen die de liberale democratie afwijzen. Autoritaire leiders als Poetin (Rusland), Orban (Hongarije), Modi (India), Erdogan (Turkije) en Trump (USA) staan symbool voor de verrechtsing van de internationale politiek in de vorm van ‘illiberale democratie’. Omdat wereldmacht China mijn nieuwsgierigheid prikkelde deed ik uitgebreid onderzoek naar het land van de rijzende zon. Stefan Blommaert schreef De eeuw van Xi en van Ties Dams verscheen De nieuwe keizer : Xi Jinping, de machtigste man van China. Na de man ook zijn beleid en zijn plannen, dacht ik. Zo kwam ik uit bij De nieuwe zijderoutes : het heden en de toekomst van de wereld van Peter Frankopan. Nu mijn Chinese honger gestild was wou ik terug naar Europa. Daarvoor was Het rode goud. De tomaat en het kapitalisme van Jean-Baptiste Malet het ideale boek. Het verhaalt de uitbuiting, fraude en maffia van de industriële tomaat – die overigens langwerpig is en niet rond - over de ganse wereld als exponent van het kapitalisme. En ja, de tomaat in je Italiaanse pastasaus komt uit… China. Maar eerst nog langs Afrika. Judi Rever schreef het ophefmakende De waarheid over Rwanda : het regime van Paul Kagame. Mede door mijn fascinatie voor het Afrikaanse continent en door de gruwel van de genocide is dit boek weken aan me blijven kleven. Maar vooral omdat ook de hoogst bedenkelijke rol van de huidige president van Rwanda (en van de Tutsi’s in het algemeen) naast die van de Hutu’s gedetailleerd en onomstotelijk wordt onthuld. Ook zwaar op de hand is Pleidooi voor leven van Nobelprijswinnaar Denis Mukwege. In het oosten van Congo opereert (letterlijk en figuurlijk) deze gynaecoloog in zeer moeilijke en vijandige omstandigheden vrouwen die verkracht en/of genitaal verminkt zijn. Nog even in het hart van Afrika, omdat het gebied mij van jongsaf onafgebroken fascineert, om aan te tonen dat het ook wat luchtiger kan. In Mijn Congo schetst auteur Bart De Myttenaere zijn familiegeschiedenis en zijn blijvende inzet voor de mensen in zijn geboortestreek. Maar zoals ik zei terug naar Europa. Daar kon ik niet om het land van de Brexit heen. In Brexitland : een onverenigd koninkrijk trekt auteur Mathijs Schiffers kriskras door het land om te peilen naar motieven en antwoorden van de eilandbewoners. Voor nog meer ontspannende lectuur – en echte ontspanning – moet ik naar mijn lievelingsland Spanje. Verscheurd Catalonië van Koen Greven las ik letterlijk onder de Spaanse zon in mijn tweede thuis en dat gaf me een heerlijk intense intellectuele sensatie. Ik dook verder in deze kwestie via hoofdrolspeler Carles Puigdemont in zijn boek De Catalaanse crisis. Bij wijze van contrast – dat niet groter kon zijn – liet ik me de Spaanse geschiedenis in catapulteren met de biografie Isabella Van Castillië en Aragon van Philippe Erlanger. Heerlijk te lezen hoe de katholieke Spaanse koningin en haar man Ferdinand van Aragon de Reconquista op de Moren bewerkstelligen en de fundamenten voor een Spaanse monarchie leggen. Moe maar tevreden ben ik uitgereisd en kom ik terug op adem. Nieuwe bestemmingen liggen op me te wachten.

zondag 5 januari 2020

Uitgelezen boeken - fictie

WVDB, mijn lievelingsschrijver

Door mijn ziekte had ik het voorbije jaar veel tijd om te lezen. Zo maakte ik van de nood een deugd. Hoewel, ontspanning liep soms genadeloos over in inspanning. Daar waar ik normaliter slechts bij hoge uitzondering mijn toevlucht zoek tot het lezen van fictie draaide ik mijn leeskompas zo tussendoor tot het zogenaamd lichtere genre. Fictie dus maar toch weer niet helemaal. De fictie die ik las was gebaseerd op – of had een rechtstreekse link naar – de werkelijkheid. Ik herlas Brief aan Boudewijn van Walter van den Broeck en zijn vuistdikke vierdelige romancyclus Het Beleg van Laken. De man die zijn jeugd doorbracht in de cité op een steenworp van het Olens fabriek is mijn absolute lievelingsschrijver. Met een beetje argwaan wendde ik mij dan weer tot de ietwat bevreemdende auteur Chris De Stoop. Van hem las ik Dit is mijn hof, Het Complot van België en Wanneer het water breekt. Ook deze boeken hebben een sterke verwijzing naar de realiteit. Ik heb ze graag gelezen. Tussendoor las ik natuurlijk gretig non-fictie. Daarover meer in een volgend stuk. En nog net voor de jaarwisseling kreeg ik Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer in mijn handen. Deze roman wordt alom geprezen en dus besloot ik het erop te wagen. En ja hoor, ik heb het me niet beklaagd. De Nederlandse auteur is een absolute taalvirtuoos die zinnen laat kronkelen tot een waar leesgenot. Zijn doordringende kijk en kritiek op onze maatschappij en haar doldraaiend economisch model en het massatoerisme als zijn stokpaard hebben me weer naadloos bij de non-fictie gebracht. En daar heb ik veel meer van gelezen.