maandag 21 januari 2019

Framing




In mijn vak ontvang ik geregeld verkopers in het kader van kleine en grote projecten. Als aankoper ben ik natuurlijk op mijn hoede voor de gladheid waarmee mijn tegenspeler (later misschien medespeler) zijn boodschap brengt. Je hebt ze natuurlijk in alle soorten en maten, maar de meest gladde verkopers zijn goed voorbereid en hebben zo hun eigen taalgebruik. Zij komen niet verkopen, maar meedenken om tot een oplossing te komen. Ze zijn maar wat bereid om een op maat gemaakt voorstel uit te werken. En verwacht geen prijsberekening (oei, het woord ‘prijs’ heeft een negatieve connotatie), maar ik zal een investeringsvoorstel krijgen. Dat is niet te nemen of te laten. Daar kunnen we over praten. Zo krijg ik bijna dagelijks te maken met het begrip ‘framing’. Niet alleen in de bedrijfswereld wordt aan framing gedaan. In de reclamewereld is het schering en inslag. Om u en mij te beïnvloeden wordt een biefstuk of gehakt aangeprezen met ‘bevat 75% puur vlees’ en niet met ‘bevat 25% vet’. Slecht voorbeeld voor wat mij betreft trouwens. Nemen we dan – we blijven in een vetverhaal - de test met het zakje chips. Op de ene zak stond ‘voor 65% vetvrij’ en op de andere ‘35% vet’. Consumenten kochten liever de chips die 65% vetvrij was. Ze hadden het idee dat deze chips gezonder was. Ook in de politiek wordt er op los geframed. Denk maar aan de ‘Marrakesh-coalitie’ of de ‘vluchtelingenstroom’. Of erger nog: de ‘vluchtelingentsunami’. Alsof we bijna letterlijk overspoeld werden met armoezaaiers. Heeft u het ook gevoeld? Laatst was er nog de Tweet van Geert Noels die een foto van een met afval bezaaide festivalweide de wereld instuurde. Als reactie op de duizenden klimaatspijbelaars framede hij deze jongeren alsof zij allemaal toch wel heel inconsequent met het milieu omgaan. Hoe cynisch kan een - voor wat mij betreft tot dan - gerespecteerd  macro-econoom uit de hoek komen om protesterende scholieren in diskrediet te brengen. Hij verkeerde bovendien in goed gezelschap. Rik Torfs wierp op dat ‘andere mensen het dan ook voor andere thema’s mogen doen’. De vis verdrinken, heet dat. En alsof het nog niet genoeg was bestond het de ex-rector van het KULeuven er nog een scheut klimaatsceptisime aan toe te voegen. Hij trok dan wel de klimaatverandering niet in twijfel, maar voegde er fijntjes aan toe dat er nog altijd geen duidelijkheid is over het aandeel van de mens. Daarmee komt hij akelig dicht in de buurt van de nog resterende quasi-klimaatnegationisten zoals brulboei-aan-de-kust Jean-Marie Dedecker die het woord ‘klimaatverandering’ systematisch vervangt door ‘klimaatreligie’. Van framing gesproken.

Geen opmerkingen: