vrijdag 19 november 2010

De kop in het zand(zakje) steken

We mogen de uitdrukking ‘de kop in het zand steken’ nu wel opbergen. ‘De kop in het water steken’ zou passender zijn. Of om niet te bruskeren kan ‘de kop in het zandzakje steken’ ook. Met dank aan minister Joke Schauvliege. Van haar fatalistische optreden in de droge VRT-nieuwsstudio zullen we onthouden dat ‘we met overstromingen zullen moeten leren leven’. Het moet zijn dat er toch iemand in Schauvlieges oor gefluisterd heeft dat van een minister mag verwacht worden dat ze regeert in plaats van berust, want de excellentie probeert, nu het kalf – excusez le mot – verdronken is, haar eigen schade te beperken door te zeggen dat ze het niet gezegd heeft. Ja, deden we dat als kind allemaal niet? Even erg als wat de minister publiekelijk wel gezegd heeft, is wat ze overigens niet over de tong kreeg. Ze kon nog net beamen dat er in het verleden al wel eens gebouwd werd op plaatsen waar dat niet hoorde. Maar verder ging ze niet. Terwijl onderhand iedereen weet dat de ware oorzaak van deze waterellende in de betonnering van het Vlaamse land ligt. Overstromingsgebieden die tegen een hoog tempo werden verkaveld, opritten en parkings geasfalteerd, industriezones en wegeninfrastructuur aangelegd. Een permissief ruimtelijk ordeningsbeleid, quoi, beleefd uitgedrukt. Maar dat het uitgerekend de partij van Joke was die hiervoor jaren aan een stuk verantwoordelijk was, hoorden we haar niet piepen. En dat de groene jongens en meisjes al vele jaren hebben gestreden voor natuurlijke overstromingsgebieden evenmin. Maar vandaag kunnen plaatselijke besturen niet meer zo kwistig omspringen met bouwvergunningen in watergevoelige gebieden, wist de minister. En ze haalde er de watertoets bij. Die ondertussen verplicht is, zei ze ferm. Of toch niet, maar wel adviserend, verbeterde ze zichzelf. Het resultaat weten we nu al: het regende een flinke plas en alles bleef zoals het was.

Geen opmerkingen: