donderdag 12 december 2019

Schijfparkeren (of niet)


Maak nu wat mee. Op een herfstige zondagochtend rijd ik met de auto naar de Boekenbeurs te Antwerpen. Dat ik geheel uitzonderlijk niet voor het openbaar vervoer kies om mijn verplaatsing te maken is op zich al opzienbarend. Die keuze heeft alles te maken met mijn fysieke paraatheid, of beter gezegd het gebrek eraan. Nog gratis parkeerplaatsen zat op de middenberm van de Vogelzanglaan op dit vroege uur. Maar omdat ik zo dicht mogelijk bij Antwerp Expo wil parkeren, sta ik al gauw aan de verkeerslichten van de Jan Van Rijswijcklaan. Ik besluit dan maar langsheen deze drukke baan te parkeren. Argwanend kijk ik rond of dit zomaar mag, gratis voor niets op zondag. Zo lijkt het alleszins en wordt het bevestigd door een chauffeur die vlak voor me uit zijn wagen stapt. Ik kijk voor de zekerheid nog in andere auto’s of ze geen ticket of parkeerschijf op het dashboard hebben. Wanneer dit niet het geval is, wandel ik als occasionele Antwerpse autoparkeerder met een gerust hart naar mijn bestemming.

Wie schetst mijn verbazing wanneer ik in de loop van de namiddag een parkeerboete vind achter mijn ruitenwisser? Dit moet een grap zijn. Maar neen, ik heb wel degelijk een parkeerretributie van € 30 aan mijn broek omdat mijn voertuig geparkeerd staat in een blauwe zone met de verplichte parkeerschijf die ik niet heb gelegd. Een afknapper van formaat.

Later die dag surf ik naar het Antwerpse parkeerreglement. En wat lees ik letterlijk onder ‘Blauwe zone’? Zone Expo: schijfparkeren van maandag tot zondag tussen 9 en 19 uur. Er staat niet ‘tot en met’ en dus is de zondag niet inbegrepen. Ik stuur een beleefde mail met argumentatie dat de retributie mijns insziens onterecht is. Weken later krijg ik een antwoord dat ik verzocht word de boete te betalen, zonder evenwel op de inhoud in te gaan.

Volgt dan de apotheose. Ik bel het Antwerpse ‘parkeerdepartement’ en herhaal mijn argumentatie. De vriendelijke man aan de andere kant van de lijn neemt akte en zegt – om tijd te winnen – dat hij het even moet ‘voorleggen’. Hij zal me terugbellen. Dat doet hij kort nadien ook en dan wordt het hilarisch.

Hij:  Meneer, we hebben het hier besproken, ge hebt gelijk, maar ik kan niets doen aan de boete.

Ik: Ja maar, als jij bevestigt dat ik gelijk heb dan moet ik toch geen boete betalen?

Hij: Jawel , meneer, daar kan ik niks aan veranderen maar we gaan de website aanpassen.

Ik: Nu nog straffer, ik heb niks fout gedaan, meer nog ik heb jullie nu geholpen om te wijzen op een fout op de formulering op jullie website en toch wil je dat ik betaal?

Hij: Maar onze website is juridisch wel in orde.

Ik: Wablief? Nu ga je het naar het juridische niveau tillen.

Hij: Sorry, zo is het mij doorgegeven.

Ik: Kan ik dan even spreken met de persoon die jou dat heeft doorgegeven?

Hij: Nee, dat gaat niet.

Ik: Dan zal ik Bart De Wever er eens moeten op aanspreken, hij is toch al mijn vriend niet.

Hij: Daar kan ik niet op ingaan. Nogmaals sorry, meneer, ik denk dat we het gesprek hier moeten afronden, er zijn nog veel wachtenden.

Tot zover de letterlijke weergave van het telefoongesprek. Moraal van het verhaal: een groene wordt sowieso bestraft wanneer hij de auto boven het openbaar vervoer verkiest om Antwerpen te bezoeken.

Geen opmerkingen: