vrijdag 8 februari 2008

Waar rook is, is... Dedecker

Volgens het pas voorgestelde rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie heeft tabak in de 20ste eeuw wereldwijd aan 100 miljoen mensen het leven gekost. Volgens WHO-directeur Margaret Chan zullen er dat in de 21ste eeuw een miljard zijn, indien de huidige trend wordt voortgezet. "Als niets wordt ondernomen, zullen tussen nu en 2030 ruim acht miljoen mensen sterven aan roken, waarvan 80 procent in ontwikkelingslanden", zo staat in het rapport te lezen.
Ik heb nooit actief gerookt. Geen ene sigaret, nee zelfs geen trek aan de sigaret. Ook niet toen we als snotapen op de kermis een mooi meisje omsingelden, haar sigaret om te plagen afpakten en ze na een ferme trek aan elkaar doorgaven. Meisjes plagen is ten slotte om liefde vragen. Ik liet mijn beurt voorbijgaan, devalueerde bij mijn vrienden prompt tot softie, maar hoopte zo later mijn slag te slaan. Passief heb ik wel gerookt. Ook en vooral gewoon thuis omdat mijn vader een verstokt roker was. Dat was in de jaren 70 volstrekt normaal. En hoewel mijn beste jaren van huisrebellie nog moesten aanbreken, ademde ik vaders sigarettenrook samen met de andere lucht gewoon in. Ik herinner me één moment van embryonale discussie, maar die werd door de roker des huizes vakkundig in de kiem… gesmoord. “Je mag mij alles afpakken, maar van mijn sigaretten blijft iedereen af”, zei hij en dat was dat. Op een dag echter ging hij een schoonbroer bezoeken in de afdeling Longziekten in een ziekenhuis te Antwerpen. Hij kwam thuis, lijkbleek, en gooide zijn sigaretten de vuilbak in. Hij heeft nooit nog een sigaret aangeraakt. “Ik ben gestopt van de schrik, zoon”, gaf hij me als verklaring mee. Sindsdien denk ik op zijn Luc Beaucourts dat alle rokers een verplicht bezoek zouden moeten afleggen aan een longkliniek. Jean-Marie Dedecker op kop. Want de zelfverklaarde man van het gezond verstand haalde weer het nieuws met een opgemerkt standpunt. Het uitbreiden van het rookverbod in restaurants naar cafés vindt hij maar niets. Het is een aanslag op de persoonlijke vrijheid, volgens het orakel uit Oostende. Dat roken in cafés een aanslag op de persoonlijke vrijheid van niet-rokers betekent, is de omgekeerde redenering die wellicht meer hout snijdt. Vrijetijdshalve breng ik nogal wat tijd door in sportkantines en ik prijs me gelukkig dat daar een rookverbod van toepassing is. Het wordt tot mijn groot genoegen goed opgevolgd. Waarom zou het in cafés niet kunnen? Buitenlandse voorbeelden tonen aan dat het kan. Alleen mogen er dan geen Dedeckers aan de macht komen. Want zij hebben niet alleen geen gezond verstand, maar ze zijn ook niet bezorgd om een gezond lichaam.

Geen opmerkingen: