woensdag 23 december 2009

Witte pret, witte woede

Witte pret

Door het raam zie ik de tuin slapen onder een wit deken. Alleen de vogels zorgen volop voor vermaak. Mezen, merels en roodborstjes vliegen af en aan op zoek naar de zaadhuisjes die her en der ophangen. Het is een mooi schouwspel waar ik graag tijd voor maak. Genieten doe ik ook van het wandelen in een sfeervol en gedempt decor. Bijvoorbeeld naar de bakker. Daar hebben we het ook over de mooie kantjes van de winter. Tot een vrouw de deur met een bruuske zwaai opent en haar laarzen fors afstampt. “Wat een vuiligheid, die winter”, komt ze ongevraagd tussen. De bakkersvrouw gaat ongestoord verder. “Veel mensen komen nu te voet”, zegt ze. “En dat is toch goed voor het milieu, hé”, voegt ze er aan toe op een toon die me smeekt om bevestiging. “Zeker”, beaam ik, en kan amper een lach onderdrukken. De bakkersvrouw stond nog bij mij in het krijt. De vorige keer had ik nogal assertief gereageerd op de petitie voor het verdwijnen van de verdwijnpaal op de Grote Markt te Herentals. Die lag toen op de toonbank. Ik had, met in mijn rug nog vele andere klanten, een aantal argumenten aangehaald om net geen doorgaand autoverkeer toe te laten in het stadscentrum. Ik hield het bewust kort, want het was zondagochtend en de rij achter me werd er niet korter noch vrolijker op. De bakkersvrouw voelde zich kennelijk wat in het nauw gedreven, want ze antwoordde ‘dat ze zelf niet getekend had’ en vluchtte weg tussen de pisolets en tompoezen. Daarom was ik nu zo blij dat ze zelf aan het milieu dacht. Om haar te belonen beloonde ik mezelf met een roomsoes.

Witte woede

Met het vallen van de sneeuw daalt er helaas ook een pak ergernis uit de hemel. Ik noem het mijn witte woede. Dat velen de sneeuw omschrijven als ‘vuiligheid’ laat ik nog passeren. Dat een strooiwagen in een woonstraat (ik zeg wel: woonstraat) zo nodig het sleeën en andere kinderpret moet stopzetten, vind ik ongehoord. En dat de fietspaden onberijdbaar zijn is ronduit wraakroepend. Nochtans heeft de Herentalse gemeenteraad op voorstel van onze groene fractie het STOP-principe goedgekeurd. Daarbij wordt in het mobiliteitsbeleid voorrang gegeven aan Stappers en Trappers, vervolgens Openbaar Vervoer en ten slotte Privévervoer. In de praktijk is het echter Koning Auto die voorrang krijgt en vaak- als enige – bediend wordt. Het is wel bijzonder cynisch dat een mens bij gevaarlijk winterweer zijn fiets op stal moet laten en noodgedwongen met de auto de weg op moet. Het kan ook anders. In Olen was het fietspad netjes vrijgemaakt. Helaas reed je je gewoon vast wanneer je de grens met Noorderwijk bereikte. Of hoe je aan het fietspad de sneeuwgrens tussen 2 gemeenten kon merken. Om mijn witte woede te kanaliseren, maakte ik er bijgaande foto’s van, schreef wat commentaar van me af en bezorgde ze aan onze voorzitter die er een persmededeling van maakte. Je vindt mijn groene bezorgdheid om het lot van de fietsers in barre wintertijden nu in de regionale media. Zo is mijn negatieve energie toch nog omgezet in iets positiefs.


Geen opmerkingen: