dinsdag 1 december 2009

Hoge bomen vangen veel wind

Mijn oprechte excuses aan de bonte specht die niet langer mitraillettesgewijze kan komen kloppen. Ik zal de capriolen van de eekhoorns missen. Met de grootst mogelijke tegenzin heb ik de laatste vier dennenbomen in mijn tuin omgehakt. Onbeschermd stonden ze nog, als laatste restanten van wat ooit een bos moet zijn geweest, tussen onze woning en die van mijn buren. Bij stormweer of rukwinden hielden we telkens ons hart vast. De bomen wiegden vervaarlijk en krakend heen en weer. Het moment zou zeker komen dat ze al capitulerend grote schade zouden aanrichten. Om dat te voorkomen, en alleen daarom, zijn ze gekapt. Buiten wat zagemeel deden ze niet veel stof opwaaien. Dat was jaren geleden anders. Ik was toen gemeenteraadslid en had een kapaanvraag ingediend voor een tiental dennenbomen die tot last waren van de buren. In afwachting van de vergunning kwam ik op een dag nietsvermoedend thuis van het werk. Ik plofte neer in de zetel en net dan ging de telefoon. “Er is mij ter ore gekomen dat u als gemeenteraadslid uw groene principes verloochent”, klonk het droogweg aan de andere kant van de lijn. Dat was even slikken. “Het schijnt dat u de bomen in uw tuin wil kappen”, verduidelijkte de man die zich voorstelde als regionaal journalist van één van ’s lands grootste kranten. Op zulke momenten komt de politieker in mij naar boven en krijg ik spontaan een adrenalinestoot. “Luister”, zei ik gedecideerd, “ten eerste is het inderdaad juist dat ik als groene een kapvergunning heb aangevraagd, ten tweede verkies ik de veiligheid van mijn woning en die van de buren boven enkele dennenbomen waarvan de ecologische waarde beperkt is, ten derde hecht ik als groene ook nogal wat belang aan de goede vrede met de buren, ten vierde zijn groenen dan misschien toch niet zo fanatiek als ze worden voorgesteld en ten vijfde zullen er later per saldo meer bomen in mijn tuin staan dan nu het geval is.” Het bleef stil aan de andere kant. Ik was nu op kruissnelheid. “Want als uw bron letterlijk geciteerd heeft uit mijn kapaanvraag, dan weet u zeker dat ik heb vermeld dat ik meer bomen zal planten dan er zullen verdwijnen. Trouwens, het gaat hier mijns inziens om een louter privé-aangelegenheid. En ik hoop dat u een onderscheid maakt tussen mijn politieke en privé-activiteiten. Ik hoop dan ook dat u hierover niet gaat berichten.” “Ja, maar u bent nu éénmaal politicus en dit bericht bereikte mij en daarom belde ik u…” Het klonk als een vergoelijking. Ik belde nadien zelf enkele journalisten op. Allen hadden ze een copy van mijn kapaanvraag doorgestuurd gekregen van het Vlaams Blok. En allen hadden ze het verticaal geklasseerd wegens ‘op de man gespeeld’. Ik reageerde opgelucht. Ook ’s anderendaags toen ik vaststelde dat geen enkele krant mijn ‘kapverhaal’ had gebracht. Nu ik al lang geen gemeenteraadslid meer ben, heb ik me niet moeten verantwoorden. Het zal dan toch waar zijn dat alleen hoge bomen veel wind vangen.

Geen opmerkingen: