maandag 18 maart 2019

Les(s) is T. More


Ik zette mij neer tussen de tientallen studenten op het met tapijt beklede zitgedeelte van de agora. Liefst 36 jaren waren voorbijgevlogen en nu was ik weer in de campus van Thomas More in Geel. Het was mijn dochter die naar aanleiding van een openlesdag me gevraagd had haar te vergezellen. In het kader van haar studiekeuze na het middelbaar streken we hier neer. Het duurde niet lang of de herinneringen vlogen als wilde vogels mijn brein binnen. In al deze jonge mensen rondom mij zag ik flarden van mijn studententijd terug, vaak helder, soms vaag. En zoals mijn jeugdvrienden in de kroeg stoer en positief – en heel selectief – zalige verhalen uit hun legertijd opdisten, zo leek het alsof de zon altijd scheen wanneer ik student was. Wij brosten wat af. Quality time. Kleurenwiezen in de cafetaria. Uitstapjes naar de stationsbuurt in Geel om pinten te drinken. Maar ook de lessen volgen die de nodige aandacht vereisten. Of die amusant waren. Uitschieters op dat laatste vlak waren de lessen Recht van de plaatselijke advocaat RenĂ© Beckers. Goed van de tongriem gesneden praatte hij uit de losse pols het ganse lesuur vol met familie- en echtscheidingszaken uit het leven gegrepen. Daarbij onderhield hij ons met allerhande anecdotes die – zo staat het mij helder voor de geest – vaak een seksuele connotatie kenden. Ik kon me niet van de indruk ontdoen dat de man het lesgeven als een betaalde hobby uitoefende. Beckers was ook een tijdlang politiek actief bij de Geelse liberalen. Een andere opvallende docent was Ludo Helsen, toenmalig Bestendig Afgevaardigde van de Provincie Antwerpen en volbloed CVP-er. Niet enkel vanwege zijn indrukwekkende verschijning. Net zoals advocaat Beckers deed hij zijn best om het lesgeven als een aardige bijkomstigheid en afleiding voor zijn drukke en belangrijke politieke verantwoordelijkheid aan de top van onze provincie voor te stellen. Systematisch kwam de heer Helsen toe op de rand van het academische kwartiertje zodat zijn lessen afwisselend wel en niet doorgingen. Hij doceerde het vak Duits op een drafje en keek niet op een al dan niet relevante anekdote meer of minder. Andere docenten waren saaier, maar meestal strenger en meer gemotiveerd. De herinneringen aan hen zijn zo goed als vervlogen. Het is immers zo lang geleden. Ik was zelfs – samen met andere leeftijdsgenoten - de eerste student die toen de gloednieuwe campus betrok. De eerste schooldagen was de campus nog niet helemaal ‘up and running’, maar na een week (of twee?) vond de verhuizing vanuit de stationsomgeving plaats. Nu ik hier weer zat, merkte ik dat niet zo heel veel veranderd leek. De agora van destijds was ‘basically’ nog dezelfde. Toen was de campus helemaal elementair. Nu was het geheel wat aangekleed. Op modern en kleurrijk zitcomfort tikten studenten op hun laptop of bekeken ze hun smartphone. Sommigen liepen de campusshop binnen voor studiemateriaal. Anderen lazen info af van verschillende TV-schermen. Ter ontspanning speelden enkele jongens tafeltennis, biljart en  kicker. De ruime refter voor de warme maaltijden werd druk bezocht terwijl verschillende drank- en snackautomaten gretig producten uitspuwden. Zelfs een fancy Star Bucks koffieapparaat was aanwezig. Enfin, een tegemoetkoming aan de noden van vandaag, zeg maar. Ik bekeek het allemaal goedkeurend, met de blik van de oudere man. De tijd verstreek en mijn dochter kwam blijgezind uit de openles. Benieuwd of ze in vaders voetsporen zal treden.    


Geen opmerkingen: