zondag 10 maart 2019

Mollentelweekend


Ik kijk naar mijn gazon en merk dat er ook nu geen molshoop te bespeuren valt. Zou mijn tuin dan toch niet zo’n gezonde en vruchtbare bodem hebben als ik denk? Want mollen hebben een goed functionerend ecosysteem nodig om te overleven. De aanwezigheid van een mol betekent dat je goede grond hebt, niet te nat en niet te droog. Daar kan de mol diep graven naar regenwormen. Daarnaast eet hij ook slakken en larven van (schadelijke) insecten die schade aan je moestuin kunnen toebrengen. En hij doet ook nog eens aan grondverbetering: hij belucht de grond en mixt humus uit de bovenlaag met de diepere onderlagen. Om maar te zeggen dat een mol in je tuin oké is. Anders gezegd: er is geen reden om de mol te mollen. En toch. De meeste mensen zijn geen fan van de mol. Behalve als het een TV-programma is. Dat komt omdat het graafwerk van de mol gepaard gaat met hopen aarde op het gemillimeterd gazon. Genoeg om de oorlog te verklaren aan het diertje. Zo ging mijn vader in mijn kindertijd de mol te lijf met een spade. Ik zie hem nog staan, minutenlang stil en stokstijf, tot het hoopje aarde bewoog. Met een welgemikte spadesteek schopte hij het wroetende dier uit de grond en sloeg het met de platte kant van de spade morsdood. Het klinkt barbaars, maar het begrip ‘dierenwelzijn’ moest nog uitgevonden worden en dieren waren in die tijd synoniem voor beesten. Mijn vader was een specialist en heeft vele mollen verschalkt. Maar eigenlijk was het een maat voor niets. Mollen verdelgen mag er dan wel voor zorgen dat je de bouwers van een gangenstelsel verwijdert, het gevolg is dat het vrijgekomen territorium snel door een andere mol wordt ingenomen. De mol proberen te verjagen door het inzetten van al dan niet inventieve technieken is ook schering en inslag. Strychnine, zwavelrookbommen, calciumcarbid, de molblaster: je kan het zo gek niet bedenken of het werd al tegen de mol ingezet. Van de middeltjes uit grootmoeders keuken zijn knoflookteentjes, peper en zout, pindanoten en zelfs mensendrollen in een molshoop steken qua originaliteit het vermelden waard. Ook de bodem uit een PET-fles snijden en die fles dan omgekeerd in de gangen plaatsen is een veel beproefde techniek. Het moet gezegd: het is allemaal weinig efficiënt. Er bestaan echt wel methodes waarmee de ‘mollenoverlast’ kan beperkt of vermeden worden, maar daar ga ik begrijpelijkerwijs niet op in. De beste methode is te leren leven met de mol. Misschien tegen beter weten in hou ik dit weekend mijn gazon toch in de gaten. Het is namelijk ‘Mollentelweekend’. Natuurpunt heeft opgeroepen om – in navolging van het jaarlijkse Vogeltelweekend – mee waarnemingen te verzamelen om een beter zicht te krijgen op de verspreiding van de mol in Vlaanderen. Ik vrees dat ik geen bijdrage kan leveren. En u?

Geen opmerkingen: