Wat doe je als ouder wanneer je met vrouw en kinderen
een wandeling in de Ardennen maakt? De kindjes waren nog klein en geloofden elk
woord dat papa zei. Zalige tijd, maar van relatief snel voorbijgaande aard. Het
was in La Roche-en-Ardenne, stadje van mijn hart. Vanuit de hoogte keken we uit
op de Ourthe die zich doorheen het groene landschap slingerde. Voor de lezers
die vertrouwd zijn met de omgeving: we stapten in de richting van Maboge om
verderop halt te houden in Borzée. Ik kende het gehucht Borzée van de
bijeenkomsten van de Waalse groene partij. Ecolo hield er gedurende 17
opeenvolgende jaren haar legendarische Ecologische Zomerontmoetingen tot het
vakantiecentrum in 2010 failliet ging. Voorts was er in het gehucht, helemaal weg
van de bewoonde wereld, het pannenkoekenhuis met de onvergetelijke naam Le Clos
René. De crêperie-brasserie, een oud charmant gebouw in type Ardense stijl, was
ons einddoel. Maar de vraag was dus waarmee ik de kinderen zou onderhouden
tijdens de wandeling. Zo zou de tijd aangenaam voorbijgaan en we zouden op die
manier flink de pas erin houden. En dus zou ik hen vertellen over varkenshazen
en kibbelingen. Terwijl we weer eens halt hielden om de omgeving te
overschouwen stak in mijn verhaal af over de vissen in de Ourthe. Als opwarmer
tussen fictie en realiteit vertelde ik over de aanwezigheid van de kopvoorn
‘die altijd vooraan zwemt’. Ik vermeldde de vlagzalm ‘die de Belgische
driekleur in zijn rug heeft geplant’. Dan ging ik over naar de alom bekende
forel ‘die zich met een vlieg laat vangen’. En als toppunt van mijn visverhaal
kwam ik uit bij de overheerlijke kibbelingen. Ik liet mijn fantasie de vrije
loop en had het over levende stukken vis die groeiden in de Ourthe en maar
moeilijk te vangen waren. En dat we moesten oppassen dat ze niet zouden
uitsterven… want dan konden we geen kibbeling meer eten. Naadloos gooide ik het
over een andere boeg. We speurden het landschap af in de hoop een everzwijn te
zien, of om het even welk ander dier in het wild. Ik drukte de hoop uit om het
meest zeldzame wild dier in dit gebied te spotten, namelijk de varkenshaas. Ook
wel konijnenzwijn genoemd. Met oogjes en oortjes vol verbazing luisterden de
kindjes toe. Mijn vrouw schudde in het geniep met haar hoofd van ‘met wat komt
hij nu weer opzetten’. Ik beschreef het zeldzame dier als een haas met een roze
varkensneus en een krulstaart. De kinderen gierden het uit van de pret. Ik
maande hen aan tot absolute stilte in de hoop de varkenshaas te spotten. Het
dier zou zich helaas niet laten opmerken. Het pannenkoekenhuis daarentegen
zagen we in de verte opdoemen. En dat kwam op zijn tijd. Want ik was stilaan
uitverteld. We lieten de varkenshazen en de kibbelingen voor wat ze waren en
schoven aan voor een portie pannenkoeken. Het was een heerlijke dag.
maandag 8 april 2019
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten