vrijdag 8 augustus 2008

Afscheid van een ex-burgemeester

Onder ruime belangstelling werd Carl De Peuter begraven. Een val van de trap in zijn woning werd hem fataal. Een tragisch einde van een man die eerder ook de politiek op een tragische manier moest verlaten. Ik was pas gemeenteraadslid in 1995 toen Carl De Peuter aan een nieuwe legislatuur als burgemeester begon. Mijn interpellatie bij de bespreking van de beleidsnota’s die ik als politiek broekje deed staat voor eeuwig in mijn geheugen geprent. In mijn jeugdig enthousiasme haalde ik vlijmscherp uit naar burgemeester De Peuter en schepen Heylen. Deze laatste moest het ontgelden omdat ik het deontologisch niet ok vond dat een architect (die in het verleden vele opdrachten voor de stad had uitgevoerd) de post van schepen van Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening bekleedde. “Je moet de kat niet bij de melk zetten”, herinner ik me uit mijn betoog. De man was witheet van woede. Het zou nooit meer goed komen. Ik ging onverdroten door en ging in op de handel en wandel – een publiek geheim – van de burgemeester om hem te kapittelen. Hij incasseerde op een waardige manier en verwaardigde zich niet om zich te verdedigen. Het was wellicht de beste tactiek, zoniet zou het overgekomen zijn alsof hij verantwoording zou afleggen aan een nieuwkomer die nog niets bewezen had. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik ’s anderendaags in de krant genadeloos werd afgemaakt door een journalist die menig uur samen met de burgemeester aan de tapkast had gesleten. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de titel van het artikel ‘Belgisch record cafépraat’ luidde. Als nieuwkomer die zich verkneukelde op fantastische krantencommentaren moest ik bij het lezen ervan toch even slikken. Enkele maanden later werd Carl De Peuter afgezet. Ik vond het terecht, maar ik heb er nooit heimelijk plezier uit geput. Integendeel, op één of andere wijze heb ik de man altijd een beetje sympathiek gevonden. Ergo: ik kon nooit echt boos op hem zijn, hoogstens verontwaardigd. Een politieke schelm. Een gezicht dat noch emotie noch een blik van herkenning prijs gaf. Zo liet ik me ook door hem bedienen als barman op de caféboot in de Herentalse jachthaven. Met het lange haar en het onafscheidelijke strikje overboord gegooid zag hij er onconventioneel en rebels uit, net zoals hij gedurende 21 jaar Herentals als burgervader heeft geleid.

Geen opmerkingen: