donderdag 12 november 2009

Wie wat whererabout?

Nu ik ten behoeve van mijn vrouw zonet mijn whereabouts heb ingevuld kan ik weer met gerust gemoed aan de slag. Overigens, ik heb nog geen streepjes achter mijn naam, dus heb ik nog wat krediet. Er is dan toch iets waar echte topsporters op deze amateur jaloers op kunnen zijn. Nu gun ik de Malisses en Wickmayers al hun glorie. We zitten al niet te dik in de topatleten die ons land wat positieve uitstraling in het buitenland geven. Maar dat ze toch zo dom zijn. En/of zo nonchalant. En hebben die nu echt geen personeel om hun administratie in orde te brengen? Ze verdienen toch een vorstelijke boterham, dacht ik zo. En is het werkelijk zo erg gesteld met de internetaansluitingen in de buitenlandse hotels? Wat een schande! Eigenlijk zijn onze topsporters gewoon echte Belgen. Ze lappen de regeltjes maar al te graag aan hun sportschoenen. En ze zijn o zo verwonderd wanneer ze daarvoor moeten boeten. Dan heeft iedereen het gedaan, en zeker de regeltjesmakers, maar niet zijzelf. De overtreder wentelt zich in zelfmedelijden en waant zich een slachtoffer van ‘het systeem’. Nu wil ik als sportliefhebber begripvol zijn voor het meisje Wickmayer en de jongen Malisse. De strafmaat mag best wat minder. Maar van twee dingen één: effectieve dopingcontrole zonder het invullen van whereabouts is onmogelijk. Daarover zal Caroline Gennez het met me eens zijn. De ooit ongetwijfeld talentvolle tennisster (leg de klemtoon waar je hem wil) serveerde vorig weekend onmiddellijk een politieke ace door haar sympathie volledig bij onze bedrogen tennissers te leggen. Eigenlijk sloeg ze de bal mis want ook haar partij was verantwoordelijk voor de unanieme goedkeuring van het strenge Vlaamse anti-dopingdecreet. Dat geldt nog meer voor ex-minister van Sport Bert Anciaux die nu zijn toenmalige administratie in de wind zet. Eén van zijn medewerkers, dokter Goossens, bestaat het zelfs om nu het decreet af te kraken waarvan hij zelf de pen heeft gehanteerd. Zo mogelijk nog straffer kwam de huidige Vlaamse minister van Sport, Philippe Muyters, uit de hoek. Hij smashte er los naast in de Zevende Dag. Met een ernstig gezicht vol medeleven vertelde hij dat hij de overtreders van het dopingdecreet financieel (!) wil steunen in hun beroepsprocedure tegen het Vlaamse Doping Tribunaal. Ik hoorde onze minister dus zeggen dat hij subsidies zou uitdelen om maatregelen van zijn eigen administratie te laten ongedaan maken. Waarlijk een verdienstelijke poging om onze armoezaaiers van topatleten van het bankroet te redden. Muyters mocht zich wat mij betreft tot wereldkampioen Opportunisme van het afgelopen weekend kronen.

Geen opmerkingen: