zaterdag 7 september 2019

Liège-Verviers (retour)


Luik, grootstad gelegen langsheen de Maas waarin de Ourthe uitmondt, tussen heuvels die onderdeel zijn van het Ardennenplateau. Klinkt idyllisch, maar de stad kampt – net zoals Verviers – nog altijd met een slechte reputatie. De Vurige Stede blijft associaties opwerpen met een grauwe industriestad van kolen en staal, gehuld in een permanent dik wolkendek als eeuwige mist. Dat beeld klopt niet meer en men doet er alles aan om van de slechte naam af te komen. Helaas begon het flink te regenen, uitgerekend bij onze blijde intrede. Op slag doemde het mistroostige beeld van de stad weer op. Bovendien raasde er een krachtige wind doorheen het hypermoderne station, wat ons er niet van weerhield de tijd te nemen om het kunstwerk te bewonderen. De transportkathedraal is een realisatie van de beroemde Spaanse architect Santiago Calatrava. Die had eerder al zijn – (don’t) mind the joke – sporen verdiend met het ontwerpen van andere spraakmakende stations. We bekeken de koude constructies van staal, glas, wit beton en Belgische blauwe hardsteen. We aanschouwden de monumentale overkapping van 160 meter lang en 35 meter hoog. En we lachten bij het schitterend contrast tussen dit futuristische bouwwerk en de oude, gedateerde trein die ons ter plaatse bracht. Nu we hier toch waren, besloten we om doorheen de binnenstad te struinen, ondanks de felle regen. Zo deden we wat natte indrukken op van de stad en bezochten we de redelijk indrukwekkende Sint-Pauluskathedraal, in Gothische stijl, waaraan liefst twee eeuwen lang werd gewerkt. Even verder lunchten we in het vegetarische eethuis ‘Terre Mère’ vooraleer via een bocht terug naar het station te wandelen. Al vlug doemde het ‘ruimteschip’ voor ons op en weer genoten we van het prachtige lijnenspel van dit architectonische kunstwerk. Wat later gingen we aan boord voor de terugrit. Verviers lag er nog steeds ontspannen bij, ondanks het verhoogde dreigingsniveau. De soldaten bewaakten nog altijd de stationsomgeving. We hoefden niets te vrezen. In deze ontspannen sfeer kuierden we door het centrum, vergaapten ons aan het uiterst multiculturele straatbeeld en kochten – tot instandhouding van een ritueel – een doosje pralines van het gekende merk Leonidas. Om ons op te warmen stapten we een lokale kroeg binnen voor een koffie. Stiekem opende mijn vrouw het gouden doosje en aten we bij wijze van toost op de meer dan geslaagde trip een praline. Puur met vulling.  

Geen opmerkingen: