dinsdag 9 juni 2009

Verkiezingskoorts

’t Schijnt dat we gisteren ontwaakt zijn in 2 verschillende landen. Een rechts Vlaanderen en een links Wallonië. Ik werd dus wakker in het verkeerde land. Omdat verhuizen niet direct een optie is, heb ik onmiddellijk een kortvakantie naar het buitenland geboekt. Om het communautair evenwicht te herstellen zullen we na ons verblijf in de Ardennen nog enkele dagen aan de Belgische – of moeten we zeggen Vlaamse – kust doorbrengen. Liefst van al zou ik nu al mijn valiezen pakken, maar dat is om praktische redenen onmogelijk. J’en ai marre, ik heb er genoeg van. The day after. Afkicken van wekenlang opgebouwde spanning en uren folders bussen. Het moet mijn wezen danig aantasten, want elke keer word ik letterlijk ziek in het weekend van de verkiezingen. Ik heb mijn eigen verkiezingskoorts. Ook nu weer lig ik in de lappenmand, te hoesten dat het een aard heeft. Alleen bij onze historische verkiezingsoverwinning van 1999 voelde ik me dioxinekiplekker. Dat heeft 4 jaar geduurd. Toen, op 18 mei 2003, volgde een al even historische verkiezingsnederlaag. We werden volledig van de politieke kaart geveegd. De vrije val van Agalev. Ik kan ervan meespreken. Meer nog, de primeur kwam mij toe. Ik was destijds de eerste groene die viel. Hoe dat zo kwam? In de dagen voor die verkiezingsdatum moest ik afrekenen met een dilemma. Op de verkiezingsdatum stond immers de jaarlijkse bijeenkomst gepland met de Nederlandse familietak. Een hartstikke leuk feest daar in Tilburg dat ik voor geen stuiver wil missen. Maar dan moest ik wel de ontknoping van de verkiezingen missen, wat al evenmin een optie was. Na veel wikken en wegen besloot ik om alleen op het thuisfront achter te blijven. Ik zwaaide mijn vrouw en kinderen uit en begon met een verkiezingsdag in alle leegte door te brengen. Omdat – in afwachting van de eerste verkiezingsresultaten – de uren tergend traag verstreken, besloot ik om een eind te gaan joggen. En daar liep het mis. Nog maar een paar kilometer had ik in de benen of ik trapte op de veter van mijn schoen en viel languit op het beton. Met een geschaafde en bebloede rechterflank strompelde ik naar huis. Daar begon mijn pols hevig pijn te doen zodat ik amper het bloed van mijn benen kon vegen. Toch ben ik nog naar het stemlokaal gereden waarvan ik me nog levendig herinner dat ik daar uiterst krampachtig van de fiets geraakte en dat men mij nogal vreemd aankeek vanwege mijn verse schaafwonden. Rond half 4 werd de eerste dramatische uitslag (Heist-op-den-Berg) bekendgemaakt. Gaandeweg kwamen meer uitslagen de huiskamer binnen en kreeg ik naast de mentale pijn ook meer last van mijn pols. Toen mijn vrouw en kinderen uren later thuiskwamen troffen ze me lijkbleek en badend in het zweet aan. Op de spoedafdeling van het ziekenhuis werd mijn pols in het gips gelegd. Op de achtergrond hoorde ik flarden van de radio. Het ging over ‘de val’ en ‘groenen’. Ik had overal pijn. De verpleegster verzocht me de kleur van het gips te kiezen. Niet vies van enige ironie wandelde ik met een groene arm naar buiten.

Geen opmerkingen: