zondag 5 juli 2009

Een zielige asielprocedure

Met enkele dagen vertraging ben ik aan mijn jaarlijks verlof begonnen. Enkele weken laat ik de negen-tot-vijf-job achter me en ga ik onbezorgd met vrouw en kinderen genieten thuis, aan zee en in de Ardennen. Ten minste, dat is de bedoeling. Nu kan ik het vakantiegevoel nog niet vatten, ik heb wat tijd nodig om de knop om te draaien. Te veel onrecht kleeft nog aan mijn ribben. Enkele weken geleden kreeg ik een dreun bij het verschrikkelijke nieuws dat de kleine C de grote K had. En deze week was het weer raak. Het is – gelukkig – van een andere orde, maar ook nu word ik getroffen ik het diepst van mijn rechtvaardigheidsgevoel. Onze Tsjetsjeense vrienden-asielzoekers vernamen dat hun hernieuwde asielaanvraag negatief beoordeeld was. Daarmee valt weer eens een doek over een procedure die meer dan een jaar aansleepte. In die periode werden Kanpasha Avhthurkanov en zijn vrouw Aymani Zakarieva liefst 12 keer opgeroepen om te verschijnen op de Dienst Vreemdelingenzaken. Telkens moesten zij in alle vroegte met de baby hun huis verlaten, naar de bushalte in het dorp stappen om vervolgens met bus en trein tijdig in Brussel toe te komen. Daar mochten ze dan van 9u tot 17u zitten wachten om telkens aan het eind van de dag een stempel te krijgen met een volgende datum om zich aan te bieden. Elf maandagen verspreid over het afgelopen jaar. Een ganse dag voor niks in een broeierige, volle zaal wachten met een baby. Ondertussen gierden de zenuwen hen door de keel van de spanning en zaten ze met hun gedachten bij hun 4 andere jonge kinderen die zelf tijdig moesten opstaan en naar school gaan. De twaalfde maandag kregen ze te horen dat ze niet meer moesten terugkomen, maar dat ze een brief zouden toegestuurd krijgen voor een interview. Het interview vond plaats, man en vrouw apart, en ze hadden er goede hoop op. Nieuwe bewijsstukken toonden ten overvloede aan dat ze in de periode mei 2004 – november 2006 in Tsjetsjenië hadden verbleven. Het kon hun dossier alleen maar versterken. Ze zagen het volledig zitten. Deze keer zou het lukken. Er was geen speld tussen te krijgen. Vorige week viel weer een brief van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen in de bus. Negatief. Motivatie: de bijgevoegde documenten vormen geen bewijs dat het koppel werkelijk in Tsjetsjenië had verbleven in de periode mei 2004 – november 2006. Hoe is dit mogelijk? Ze lieten me de documenten gezien. Rijbewijs uitgegeven in 2005. Uitbetalingen van kinderbijslag in 2005. Om er maar enkele te noemen. Wat zit hierachter? Radeloos is deze getormenteerde familie. Wat kon ik nog zeggen? Ik dronk mijn koffie en pakte een koekje. Op weg naar huis ging ik een café binnen voor een stevige tripel. Aan de andere kant van de kroeg gaf iemand af op ‘de vreemdelingen’. “Ze komen hier allemaal zo gemakkelijk binnen”, zei de ene. “Ja, hier in België pakken ze iedereen zo maar binnen”, deed een andere er een schep bovenop. Ik dronk mijn glas leeg en had het kunnen opeten.

Geen opmerkingen: